Onderhoud; Onderhoudsintervallen; Onderhoudswerkzaamheden - Kessel GTF 50 Hz Series Instructions For Installation, Operation And Maintenance

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 29
6.2

Onderhoudsintervallen

Maandelijks:
• controle van het stroomverbruik en de spanning
• controle van de gebruikte schakelapparaten voor koudeleider, bewaking van de afgedichte ruimte enz.
Ieder halfjaar:
• visuele inspectie van de voedingskabels
• visuele inspectie van de kabelhouders en kabelspanners
• visuele inspectie van de toebehoren, zoals bijv. inhangvoorziening, hijsvoorzieningen enz.
3.000 bedrijfsuren
• optische controle
8.000 bedrijfsuren of na max. 2 jaar:
• controle van de isolatieweerstand
• verversen van olie/smeermiddelen in de afgedichte ruimte/kamer
• de coating controleren en eventueel repareren
• functiecontrole van alle veiligheids- en monitorsystemen.
Bovendien moeten de in de normen vermelde opgaven m.b.t. inspectie en onderhoud van opvoerinstallaties in
acht worden genomen.
6.3

Onderhoudswerkzaamheden

Controle van het stroomverbruik en de spanning
Het stroomverbruik en de spanning op alle drie de fases moet regelmatig worden gecontroleerd. Bij een
normale werking van de pomp blijft dit constant. Lichte schommelingen zijn afhankelijk van de toestand van het
te transporteren medium. Aan de hand van het stroomverbruik kunnen beschadigingen en/of storingen aan het
schoepenwiel/waaier, lagers en/of motor vroegtijdig herkend en verholpen worden. Daarmee kan vervolgschade in
veel gevallen voorkomen en het risico van een gehele uitval verminderd worden.
Controle van de gebruikte schakelapparaten voor koudeleider, bewaking van de afgedichte ruimte enz.
Controleer of de gebruikte schakelapparaten goed werken. Defecte apparaten moeten onmiddellijk worden
vervangen, aangezien deze geen bescherming van de pomp kunnen garanderen. De opgaven m.b.t. de
controleprocedures moeten nauwkeurig in acht worden genomen (bedrijfshandleiding van de desbetreffende
schakelapparaten).
Controle van de isolatieweerstand
Om de isolatieweerstand te kunnen controleren moet de voedingskabel worden losgekoppeld. Daarna kan
met behulp van een isolatietestinstrument (meetgelijkspanning is 1.000 V) de weerstand worden gemeten. De
onderstaande waarden mogen niet worden onderschreden:
Bij de eerste inbedrijfstelling mag de isolatieweerstand niet lager zijn dan 20 MΩ. Bij latere metingen
moet de waarde hoger zijn dan 2 MΩ. Te lage isolatieweerstand: er kan vocht in de kabel en/of motor zijn
binnengedrongen.
De pomp niet meer opnieuw aansluiten, contact met de fabrikant opnemen!

Onderhoud

134 / 168
V 1.0

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gtk 50 hz series

Table of Contents