Elektrische Installatie; Draairichting; Motorbeveiliging - Kessel GTF 50 Hz Series Instructions For Installation, Operation And Maintenance

Voor de inbedrijfstelling moet een isolatiecontrole en een peilcontrole worden uitgevoerd.
• nadat het product gedurende langere tijd is opgeslagen moet deze voor de inbedrijfstelling worden ontdaan
van verontreinigingen zoals stof en olieresten. De schoepenwielen en waaiers moeten op licht draaien en de
behuizingscoatings op beschadigingen worden gecontroleerd.
Voor de inbedrijfstelling moeten de vulpeilen (olie enz.) van de afzonderlijke producten gecontroleerd en
eventueel bijgevuld worden.
Gegevens omtrent de inhoud staan vermeld in het pompgegevensblad! Beschadigde coatings moeten
onmiddellijk worden gerepareerd. Alleen een intacte coating voldoet aan het beoogde doel!
Als u deze regels in acht neemt, kan uw product gedurende een vrij lange periode worden opgeslagen. Let er
echter op dat de onderdelen van elastomeer en de coatings onderhevig zijn aan natuurlijke bros worden. Wanneer
het product langer dan 6 maanden moet worden opgeslagen, adviseren wij om dit regelmatig te controleren en
eventueel te vervangen. Neem hiervoor contact op met de fabrikant.
5.5

Elektrische installatie

Bij het aanbrengen en de keuze van elektrische kabels alsmede tijdens het aansluiten van de motor moeten de
voorschriften van het nutsbedrijf worden opgevolgd. De motor moet door middel van een motorbeveiligingsschakelaar
worden beveiligd. Laat de motor overeenkomstig het schakelschema aansluiten. Let daarbij op de draairichting!
Wanneer de draairichting verkeerd om is levert de pomp niet de aangegeven capaciteit en kan onder ongunstige
omstandigheden schade ontstaan.
Controleer de voedingsspanning en let daarbij op een gelijkmatig stroomverbruik over alle fases zoals dat in het
pompgegevensblad is vermeld.
Let erop dat alle temperatuursensoren en bewakingsvoorzieningen, zoals bijv. bewaking van de afgedichte ruimte,
aangesloten en de werking gecontroleerd worden.
Gevaar door elektrische stroom!
Er bestaat levensgevaar door een ondeskundige omgang met stroom! Alle pompen met vrije kabeluiteinden moeten
door een gediplomeerde elektricien worden aangesloten.
5.6

Draairichting

Bij 3-fase motoren moet voor de inbedrijfstelling de draairichting worden gecontroleerd. Bij de schakelapparaten van
KESSEL AG wordt een verkeerd aangesloten netaansluiting het verkeerd om draaien van het veld aangegeven. Bij
een onjuiste draairichting moeten 2 fasen van de netaansluiting worden omgewisseld. De aangegeven verpomp-
en capaciteitsgegevens kunnen alleen dan worden gerealiseerd wanneer sprake is van een rechtsom draaiend
veld. De pompen zijn niet geschikt om op een linksom draaiend veld te worden aangesloten.
5.7

Motorbeveiliging

De minimale
verschilschakeling en blokkering tegen opnieuw inschakelen overeenkomstig VDE 0660 c.q. de desbetreffende
nationale voorschriften. Wanneer de pompen op een voedingsspanning worden aangesloten waarbij vaak sprake
is van storingen, adviseren om bovendien beveiligingsvoorzieningen (bijv. beveiliging tegen te hoge/te lage
spanning, een fase-uitvalrelais, bliksembeveiliging enz.) aan te brengen. Bij het aansluiten van de pomp moeten
de plaatselijke en wettelijke voorschriften worden opgevolgd.
V 1.0
Opstelling en inbedrijfstelling
eis is een thermisch relais/motorbeveiligingsschakelaar
131 / 168
met temperatuurcompensatie,