Bedieningspersoneel; Elektrische Werkzaamheden - Kessel GTF 50 Hz Series Instructions For Installation, Operation And Maintenance

• gereedschappen en andere voorwerpen moeten uitsluitend op daarvoor voorziene plaatsen worden opgeslagen
om een veilige bediening te waarborgen.
• bij werkzaamheden in gesloten ruimten moet worden gezorgd voor voldoende beluchting.
• bij laswerkzaamheden en/of werkzaamheden met elektrische apparaten moet worden gewaarborgd dat er
geen explosiegevaar bestaat.
• er mogen in principe uitsluitend aanslagmiddelen worden gebruikt, die ook in die vorm wettelijk omschreven en
goedgekeurd zijn.
• de aanslagmiddelen moeten aan de desbetreffende omstandigheden worden aangepast (weersomstandigheden,
bevestigingsvoorzieningen als haken, last enz.). Wanneer deze na gebruik niet van de pomp worden verwijderd,
moeten deze uitdrukkelijk als aanslagmiddelen worden aangegeven. Bovendien moet aanslagmiddelen
zorgvuldig worden bewaard.
• mobiele hulpmiddelen voor het hijsen van lasten moeten zodanig worden gebruikt dat tijdens het gebruik een
stevige stand is gegarandeerd.
• tijdens het gebruik van mobiele hulpmiddelen voor het hijsen van ongeleide lasten moeten maatregelen worden
genomen om het kantelen, verschuiven, wegglijden enz. te voorkomen.
• er moeten maatregelen worden genomen zodat er geen mensen onder hangende lasten kunnen staan of lopen.
Bovendien is het verboden om hangende lasten over werkplekken te bewegen waar mensen aanwezig zijn.
• bij het gebruik van mobiele hulpmiddelen voor het hijsen van lasten moet, waar nodig (bijv. geblokkeerd zicht)
een tweede persoon voor het coördineren worden aangewezen.
• de te hijsen last moet zodanig worden getransporteerd, dat niemand gewond kan raken wanneer de
energievoorziening uitvalt. Tevens moeten dergelijke werkzaamheden, wanneer deze in de open lucht worden
uitgevoerd, worden afgebroken als de weersomstandigheden verslechteren.
Deze instructies moeten absoluut worden nageleefd. Bij niet-naleving kan persoonlijk letsel en/of ernstige
materiële schade ontstaan.
2.4

Bedieningspersoneel

Een ieder die aan de pomp werkt, moet gekwalificeerd zijn voor deze werkzaamheden. Het gehele personeel moet
volwassen zijn.
Als basis voor het bedienings- en onderhoudspersoneel moet tevens gebruik worden gemaakt van de nationale
ongevallenpreventievoorschriften. Er moet gewaarborgd zijn dat het personeel de aanwijzingen in de ze
bedieningshandleiding heeft gelezen en begrepen; evt. moet deze handleiding in de vereiste taal door de fabrikant
worden nabesteld.
2.5

Elektrische werkzaamheden

Onze elektrische producten worden gevoed met wissel- of draaistroom. De lokale voorschriften moeten worden
nageleefd. Voor de aansluiting moet het schakelschema in acht worden genomen. De technische gegevens
moeten strikt worden nageleefd!
Als een pomp door een veiligheidsapparaat is uitgeschakeld, mag deze pas weer worden ingeschakeld nadat de
storing verholpen is.
Gevaar door elektrische stroom!
Er dreigt levensgevaar door onvakkundige omgang met stroom bij werkzaamheden met elektriciteit! Deze
werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwalificeerde gediplomeerde elektricien worden uitgevoerd.
Voorzichtig met vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel wordt de kabel beschadigd en onbruikbaar. Verder kan water tot in
de aansluitruimte of motor binnendringen en schade aan klemmen c.q. de wikkeling veroorzaken.
Het uiteinde van de kabel nooit in het te verpompen medium of een andere vloeistof dompelen.
V 1.0
Veiligheid
119 / 168