Otto Bock 16X14 Instructions For Use Manual page 71

van de stangen over op het vormdeel (afb. 14). Snijd het schuimstof vormdeel
langs de contour zover uit dat de uitgesneden laag even dik is als de stang.
• Pas de stangen in het bovenarmgedeelte aan de fysiologische situatie
aan en richt de stangen uit met het zetijzer 711S4. Om te voorkomen
dat het mechanisme van het scharnierdeel met trekblokkering 16Y27
beschadigd raakt, mag u met het uitrichten in ieder geval pas beginnen
achter het eerste boorgat (afb. 15).
• Bevestig de stangen met het onderarmvormdeel vervolgens nogmaals
provisorisch aan de binnenarmkoker. Controleer de lengteverhoudingen
en de bewegingsmogelijkheden en pas de constructie zo nodig aan.
• Breng de contour van de stangen over op de binnenkoker (afb. 16).
Voorzie het gemarkeerde gedeelte van een dummy (bijv. Thermolyn Trolen
616T3) met een dikte van 2 mm.
• Lamineer de boven- en onderarmkoker ieder afzonderlijk.
• Monteer daarna de elleboogstangen. Boor hiervoor in de bovenarm-
buitenkoker minimaal twee gaten (ø 4,5 mm). Breng de boorgaten over
op de stangen en voorzie deze van schroefdraad M4. Zet de stangen
vast met platkopschroeven 503F3 (afb. 17).
• Lijm de stangen voor de onderarmkoker vast.
VOORZICHTIG
Stangen bewerken. Klem de stangen tijdens het boren vast. Gebruik een
scherpe boor. Het materiaal mag niet verkleuren. Braam de snijkanten af.
4.3 Instelling en eindmontage
LET OP
Beschadiging van het scharnierdeel met trekblokkering bij het ont-
grendelen/vergrendelen. De trekkabel moet zo in de bandage worden
geïntegreerd, dat de kabel zo recht mogelijk omlaag kan worden getrokken.
Wanneer de trekkabel verkeerd wordt ingebouwd, zodat de patiënt deze
duidelijk naar het midden van zijn lichaam toe moet trekken, bestaat het
risico dat het scharnierdeel met trekblokkering bij het bedienen van de
kabel beschadigd raakt.
12R5
Ottobock | 71