Veiligheidsvoorschriften - Stiga SP 52 Operator's Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 25
4
NL

3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

A) VERTROUWD RAKEN
1) Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig. Zorg dat u
vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en in staat bent de
machine op de juiste wijze te gebruiken. Leer de motor snel
af te zetten.
2) Gebruik de machine alleen voor het doel waartoe het be-
stemd is, m.a.w. "het vellen, het verzagen en snoeien van
bomen met afmetingen in verhouding tot de lengte van
het kettingblad" of houten voorwerpen met gelijkaardige ei-
genschappen. Elk ander doel waarvoor de machine wordt
gebruikt kan gevaarlijk zijn en zou de machine kunnen be-
schadigen.
De volgende situaties behoren tot het oneigenlijk gebruik (bij-
voorbeeld, maar niet uitsluitend):
– Hagen bijschoeien
– snijwerken
– doorsnijden van banken, kisten en verpakkingen in het al-
gemeen
– doorsnijden van meubelen of andere voorwerpen die na-
gels, vijzen of andere metalen onderdelen kunnen bevatten
– slachterswerken uitvoeren
– de machine gebruiken als hefboom om voorwerpen op te til-
len, te verplaatsen of door te breken;
– de machine gebruiken wanneer ze op vaste steunen ge-
blokkeerd is.
3) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinde-
ren of door personen die niet vertrouwd zijn met deze aan-
wijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk geregle-
menteerd zijn.
4) De machine dient niet door meer dan één persoon gebruikt
te worden.
5) Gebruik de machine in geen geval:
– als er personen, in het bijzonder kinderen of dieren in de
buurt zijn;
– indien de gebruiker moe is, zich niet fit voelt of ge-
neesmiddelen, drugs, alcohol of schadelijke stoffen in-
genomen heeft die zijn reactievermogen en aandacht kun-
nen verminderen;
– indien de gebruiker niet in staat is om de machine stevig
vast te houden met beide handen en/of tijdens het werk niet
in evenwicht en stevig op beide voeten kan staan.
6) Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de
gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene
gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen
overkomen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Tijdens het werken moet gepaste kledij gedragen
worden die de gebruiker niet hindert in zijn bewegingen.
– Draag aansluitende en beschermende kledij die bestand is
tegen sneden.
– Draag een helm, werkhandschoenen, een veiligheidsbril,
een stofmaskertje en veiligheidsschoeisel met een anti-
slipzool.
– Gebruik de oorbeschermers.
– Draag geen sjaal, hemd, halsketting of andere hangende of
ruime accessoires die gegrepen kunnen worden door de
machine of voorwerpen en materiaal aanwezig op de werk-
plaats.
– Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2) PGELET: GEVAAR! De benzine is bijzonder brand-
baar:
– bewaar de brandstof in gepaste recipiënten die geschikt zijn
voor dit gebruik;
– rook niet wanneer de brandstof gehanteerd wordt;
– open de dop van het reservoir langzaam om de interne
druk geleidelijk aan af te laten;
– vul benzine alleen bij in de open lucht en gebruik hiervoor
een trechter;
– giet de brandstof in het reservoir vóórdat u de motor aan-
zet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen
brandstof toevoegen of de dop van de benzinetank af-
draaien;
– als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet starten
maar dient u de machine uit de buurt van de plek waar u de
benzine gemorst hebt te brengen en voorkomen dat er
brand ontstaat. U dient te wachten totdat de brandstof ver-
dampt is en de benzinedampen opgelost zijn;
– reinig onmiddellijk elk spoor van benzine gemorst op de ma-
chine of op de grond;
– start de machine niet op de plaats waar de brandstof bij-
gevuld werd;
– vermijd dat de brandstof in contact komt met de kledij en,
mocht dit toch gebeuren, trek dan andere kledij aan voor-
aleer de motor te starten;
– draai de dop altijd weer goed op het reservoir van de ma-
chine en het benzinerecipiënt.
3 Vervang defecte of beschadigde geluidsdempers.
4) Ga vóór het gebruik over tot een algemene controle van
de machine, in het bijzonder:
– de versnellingshendel en de veiligheidshendel moeten vrij
kunnen bewegen, zonder geforceerd te worden, en bij het
loslaten moeten ze automatisch en snel terug in de neutrale
stand komen;
– de versnellingshendel moet geblokkeerd blijven indien niet
op de veiligheidshendel geduwd wordt;
– de stopschakelaar van de motor moet makkelijk van de
ene stand in de andere gebracht kunnen worden;
– de elektrische kabels en in het bijzonder de kabel van de
bougie moeten onbeschadigd zijn om te voorkomen dat
vonken ontstaan; de kap moet correct op de bougie ge-
monteerd zijn;
– de handgrepen en beschermingen van de machine moeten
schoon, droog, en stevig bevestigd zijn op de machine;
– de rem van de ketting moet perfect werken en doeltreffend
zijn;
– lhet blad en de ketting moeten correct gemonteerd zijn;
– de ketting moet correct gespannen zijn.
5) Vóór het werk te beginnen, controleer of alle bescher-
mingen correct gemonteerd zijn.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaar-
lijke koolmonoxide kan ontwikkelen.
Controleer de luchtverversing wanneer men in grachten, hol-
tes of dergelijke werkt.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Blijf stil en stabiel staan:
– vermijd zoveel mogelijk te werken op een natte of glib-
berige grond, of in ieder geval op te oneffen of steile terrei-
nen die de stabiliteit van de gebruiken tijdens het werken

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Sp 46Sp 43Sp 36

Table of Contents