Craftsman 27726 Instruction Manual page 13

Hide thumbs Also See for 27726:
Table of Contents

Advertisement

1. Veiligheidsregels
A
Veilige bedieningsmethoden
voor zittrekkers
u
BELANGRIJK: DEZE MAAIMACHINE KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN. HET NIET
OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES FAN ERNSTIG OF DODELIJKLETSELTOT GEVOLG HEBBEN,
@
I. TRAINING
Lees de instructies aandachtig.Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedieningselementen en het juiste gebruik van
de machine.
Leat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de in-
structies, de maaimachine nietgebruiken. Het is mogenjk
dat plaatseli ke voorschriften een beperking stellen aan
de eeffjd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
Geen passagiers vervoeren.
Alle bestuurders dienen vakkundige instructieste ontvan-
gen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te worden
gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en concentratie bij het
werken met zittrekkers;
- een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet onder
controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsverlies zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rJjden;
c) ontoereikend remmen;
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van het effectvan bodemcondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van
de lading.
II. VOORBEREIDING
Draagtidens het maaien alti d stevigeschoenenen een
langebroek.Gebruk demach nen et blootsvoets o fterwijl
u opensandalendraagt.
Inspecteerde plekwaarde machinezalwordengebruikt
grondig enverwijderallevoorwerpen diedoorde machine
kunnenwordenweggeslingerd.
WAARSCHUWING - Benzineis lichtontvlambaar.
Bewaarbrandstofinblikken diespeciaalvoordatdoel
zijn bestemd.
- Tank alleen buitenen rookniettijdens hettanken.
- Tankvoordatude motorstart.Draaide dopnooitvan
de benzinetank af oftanknooitterwijlde motordraait
of heet is.
- AIs benzineis gemorst,probeerde motordan nietta
starten maarhaalde machinevandeplaatsvandaan
waar u benzineheeftgemorstenzorgdatu geen ont-
stekingsbron teweegbrengt totdatdebenzinedampen
zijn verdreven.
- Draaide dop vanalle brandstoftanks en -blikkenweer
goed vast.
Vervangdefectegeluiddempers.
Inspecteerv_r het gebruikaltijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichtingniet versletenof beschadigd
zijn.Vervang versletenofbeschadigde messenen bouten
in sets om herevenwichtin stand te houden.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denkendathetdraaienvan _dn ruesanderemessenkan
doen draaien.
III. BEDIENING
Leat de motorniet draaien in een beslotenruimtewear
gevaarlijkekoolmonoxydedampen zich kunnen ve=a-
melen.
Maai alieen bij dagncht of goedkunstlicht.
Voordet u de motorgaat starten, moet u alle meshulp-
stukkoppelingen uitschakelen en naardevrijloop schake-
len.
Gebruikde trekkerniet op hellingen van meerdan 10°.
Denkeraandater geen"veilige" h ellingen bestaan.Bijhet
rijdenop hellingenmet grasdient men extravoorzichtig
te zijn.Zo zorgt u ervoordat de trekker nietomslaat:
- stopen startnietplotseling bijhet op- of afrijdenvan
een heliing.
- schakelde koppeling langzaam in houdde machine
altijdin de versnelling, v ooralbijhetafrijdenvan een
heuvel;
- de snelheidvan de machinedientop hellingenen in
scherpebochtenlaag te wordengehouden;
- kijk uit voor bultenen kuilen en andere verborgen
gevaren;
-maai
nooitdwamop de hellingtenzijde maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voorzichtigbij het trekken van ladingen of het
gebruikvan zwaar materieel.
- Gebruik alleen goedgekeurdeaanhaakpuntenvoor
een trekstang.
- Beperkde ladingtot hetgeenu veiligkunthanteren.
- Maak geen scherpe bochten.Wees voorzichtig bij
achteruitrijden.
- Gebruikcont ragewicht(en) o fwielgewichten wanneer
dat in de handleiding wordtaangeraden.
Kijkuitvoorhet verkeerwanneeru de weg oversteekt of
zich nabijeen weg bevindt.
Stopde messenvoordatuandere oppervlakken dangras
oversteekt.
Voer bi het gebruik van hulpstukken het materiaal nooit
af n de rchting van omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gebruik de maaimachine nooit met defecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveUigingsinrichtingen
op hun plaats.
Verander de instelling van de motorregelaar niet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de motor
met te hoog toerental draait, kan het risicovan iichamelijk
letsel groter worden.
Voordet u de bestuurdersstoel verlaat:
-
de aftakas uitschakelen en de hulpstukken neerla-
ten;
-
naar de vrijloopschakelen en de parkeerrem inschake-
len;
-
de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s) los of verwijder bet
contactsleuteltje,
-
voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een ver-
stopte afvoer leeg maakt;
-
voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
13

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents