Mymodes - Otto Bock Genium X3 3B5-3 Instructions For Use Manual

Hide thumbs Also See for Genium X3 3B5-3:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 53
Met de OPG-functie worden loopafwijkingen (door het dragen van een prothese) bij de prothese­
drager tot een minimum beperkt en wordt een biomechanisch correcter gangbeeld gestimuleerd.
De OPG-functie maakt de volgende functies mogelijk:
PreFlex
Pre-flexie zorgt ervoor dat de knie aan het einde van de zwaaifase en in voorbereiding op hielcon­
tact 4° wordt gebogen. Hierdoor wordt de standfasebuiging vergemakkelijkt en de voorwaartsbe­
weging minder belemmerd.
Adaptieve yielding controle
Het kniescharnier beschikt over een autoadaptieve stand- en zwaaifase-extensieweerstand. De
door de gebruiker ondervonden flexieweerstand in de standfase is afhankelijk van de hellings­
graad bij het oplopen of afdalen van een langere helling. Bij het betreden van een helling vindt
met de adaptieve yielding controle een buiging plaats die afhangt van de hellingsgraad van de
helling. Bij een vlakke helling buigt het kniescharnier langzaam. Bij een steile helling gebeurt dit
snel.
Dynamische stabiliteitscontrole (DSC)
De DSC zorgt ervoor dat de stabiele standfaseweerstand van de knie niet wordt opgeheven
onder biomechanisch instabiele statische en dynamische omstandigheden. Door continue contro­
le van meerdere parameters zorgt de DSC ervoor dat er altijd op het meest geschikte moment vei­
lig wordt omgeschakeld tussen standfase en zwaaifase. Doordat de DSC de functie van de knie
steeds bewaakt, is het mogelijk bewegingen in meerdere richtingen te maken en achteruit te
lopen, zonder dat het gevaar bestaat dat de standfaseweerstand wordt opgeheven.
Adaptieve zwaaifasecontrole
Door directe aanpassing aan verschillende loopsnelheden en aan een veranderd slingergewicht
(bijv. doordat de prothesedrager andere schoenen draagt) wordt ervoor gezorgd dat het knie­
scharnier steeds de gewenste zwaaifaseflexiehoek maakt (met een tolerantie van (+/-) 1 graad).
De door de gebruiker ondervonden zwaaifase-strekking en de buigweerstand zijn autoadaptief.
Daarnaast wordt bij een gebogen en ten dele belaste knie op schuine ondergrond en hellingen de
standfase opgeheven, waardoor een grotere buiging van de knie met meer ruimte boven de grond
voor de zwaaifase mogelijk wordt.

9 MyModes

Met behulp van instelsoftware kan de orthopedisch instrumentmaker naast de basismodus ook
maximaal 5 MyModes activeren en configureren. Deze kunnen worden opgeroepen met de Cock­
pit App. Via bewegingspatronen kunnen slechts de eerste 3 MyModes worden opgeroepen. Het
omschakelen via bewegingspatronen moet door de orthopedisch instrumentmaker in de instel­
software worden geactiveerd.
Deze modi zijn bedoeld voor specifieke bewegingen of houdingen (bijv. inlineskaten, hardlopen
(joggen) ...). Met de Cockpit App kunnen de instellingen worden aangepast (zie pagina 342).
346

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Genium x3 3b5-3 st

Table of Contents