Download Print this page

Hilti DD 30-W Original Operating Instructions page 70

Hide thumbs Also See for DD 30-W:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 32
1. Als u een natzuiger gebruikt, een afzuiginrichting aansluiten ( → Pagina 58) en de stappen 1 tot 3 in het
hoofdstuk voor handgeleid boren ( → Pagina 60) in acht nemen.
2. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de lekstroombeveiligingschakelaar (PRCD) in (zie het
hoofdstuk voor het aansluiten van stroom en water, → Pagina 59).
3. Open de slee-arretering.
4. Breng de slede met het handwiel naar beneden tot de wateropvangring licht de ondergrond raakt.
5. Houd de Aan / Uit-schakelaar van het apparaat ingedrukt, stel de waterregelhendel op de gewenste
waterhoeveelheid in, en laat de Aan / Uit-schakelaar weer los.
Aanwijzing
De watertoevoer wordt automatisch met de Aan / Uit-schakelaar van het apparaat in- resp.
uitgeschakeld. De waterhoeveelheid kan voor de boring door draaien van de waterregelhendel
vooraf worden ingesteld of tijdens het boren worden geregeld (minimale waterhoeveelheid bij
gesloten waterregelhendel: circa 0,3 l/min).
6. Schakel het apparaat met de schakelvergrendeling op constante werking, door de Aan / Uit-schakelaar
volledig in te drukken en vervolgens de vergrendeltoets van de schakelaar te bedienen.
7. Draai de diamantboorkroon met het handwiel tot op de ondergrond.
8. Druk bij het begin van het boren slechts licht, tot de boorkroon gecentreerd is, en verhoog daarna pas
de aandrukkracht.
9. Zodra u voelt dat de boorkroon zich gecentreerd heeft en gelijkmatig roteert, de aandrukkracht tegen de
ondergrond verhogen.
10. Regel de aandrukkracht overeenkomstig de boorvermogensindicatie.
Aanwijzing
Selecteer de aandrukkracht zodanig, dat het apparaat op de hoogste toerental draait; hierbij
wordt het ideale boorvermogen bereikt (de boorvermogensindicatie brandt groen). Een hogere
aandrukkracht zorgt niet voor een stijging van het boorvermogen (de boorvermogensindicatie
brandt rood).
Aanwijzing
Controleer tijdens het boren de waterdoorstroming. Gebruik ter controle de waterdoorstroomaan-
duiding.
6.3 Boring met 600-mm-boorkroon
1. Voer eerst een voorboring uit met een 300-mm-boorkroon.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel,. Bij het boren met de 600 mm boorkroon zonder voorboren kan de controle over
het apparaat verloren gaan, worden beschadigd en letsel veroorzaken.
▶ Voer altijd een voorboring uit. Erop letten, dat de 600 mm boorkroon alvorens verder te gaan met
de boring tot de boorbodem in de voorboring wordt gebracht.
2. Na het wisselen van de boorkroon de 600-mm-boorkroon bij uitgeschakeld apparaat tot de boorbodem
in het geboorde gat invoeren.
3. Ga verder met de boring.
6.4 Apparaat uitschakelen
1. Schakel na het bereiken van de gewenste boordiepte resp. na het afsluiten van de doorvoerboringen
het apparaat uit. Wanneer u met schakelvergrendeling werkt, de Aan / Uit-schakelaar indrukken om de
vergrendeling los te maken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Bij het optillen van de wateropvangring van de ondergrond als de boorkroon
draait, kunnen boorkernen uit de boorkroon worden geslingerd. dit kan tot letsel leiden.
▶ Til de wateropvangring pas van de ondergrond als de boorkroon stilstaat.
2. Trek de boorkroon uit het boorgat, terwijl het apparaat uitdraait.
◁ De watertoevoer wordt automatisch met de Aan / Uit-schakelaar van het apparaat uitgeschakeld.
62
Nederlands
Printed: 20.12.2016 | Doc-Nr: PUB / 5283477 / 000 / 03

Advertisement

loading