Voetenbankvoorziening Voor Zitschaaladapter; Voorbereiding Voor De Scala-Mobil; Instelmogelijkheden / Montageaanwijzing; Verstellen Van Het Aandrijfwiel In De Aandrijfwieladapter - Otto Bock Dino 3 Instructions For Use Manual

Hide thumbs Also See for Dino 3:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 20
9.14. Voetenbankvoorziening voor zitschaaladapter (afb. 31)
Deze wordt op de zitschaaladapter gemonteerd. De kniehoek is verstelbaar door middel van de klemhendel (zie
afb. 31, pos. 1). De onderbeenlengte kan worden aangepast via de inbusschroeven (afb. 31, pos. 2). De doorlopende
voetenplank is in hoek verstelbaar.
• Let erop dat de voetenplank niet tegen het zwenkwiel aankomt.

9.15. Voorbereiding voor de Scala-Mobil

Het zitschaalonderstel Dino 3 kan standaard worden uitgerust met een aanpassing voor trappenstijghulp Scala-
Mobil.
Voor de bediening en de aanpassing van deze hulp ontvangt u de instructies van uw desbetreffende vakhandel.
10

Instelmogelijkheden / montageaanwijzing

Afhankelijk van de aard en de ernst van de handicap is een individuele verzorging noodzakelijk. Dankzij het brede
spectrum van aanbouwmogelijkheden en accessoires kunnen de zitschaalonderstellen worden uitgerust voor actieve
rolstoelrijders of voor begeleiders.
10.1. Verstellen van het aandrijfwiel in de aandrijfwieladapter (afb. 32)
Hoe verder u uw aandrijfwiel naar achteren bevestigt, des te groter wordt de wielbasis en daardoor de stabiliteit van
de rolstoel.
Door het verplaatsen van het aandrijfwiel naar voren worden de zwenkwielen ontlast, waardoor de rolstoel wenbaar-
der wordt. Tegelijk vergroot echter ook het kiepgevaar naar achteren. Het gebruik van een antikiepwiel is in dit geval
uiterst noodzakelijk.
• Gelieve er op te letten, dat bij het veranderen van de positie van het aandrijfwiel ook de kniehevelremmen weer
moeten worden afgesteld. („Instellen van de kniehevelrem").
• Let er bij alle verstellingen op dat schroeven en moeren achteraf weer stevig moeten worden aangedraaid!
10.2. Verstellen van de zwenkwielvork (afb. 33)
Door het plaatsen van stelschijven is het mogelijk het frame in een horizontale positie te brengen.
Voorwaarden hiervoor: onderste framebuis op een horizontale lijn (controleer eerst op een horizontale ondergrond met
behulp van de meegeleverde waterpas).
Verwijder de zwarte afdekkap. Open hiervoor eerst de schroeven (pos. 1) van de as van de zwenkwielvork. Verdeel
de stelschijven tussen de onderste en bovenste aanslagvlakken, zodat de onderste framebuis in waterpas staat.
Draai vervolgens de schroeven van de as van de zwenkwielvork weer vast (pos. 1). Monteer het zwarte afdekkapje.
10.3. Wielbasis lang (afb. 34)
Hoe verder u het aandrijfwiel naar achteren bevestigd hoe groter de wielbasis en hoe stabieler de rolstoel wordt.
• Let op dat bij het positioneren van de aandrijfwielen, de zwenkwielen loodrecht op de grond staan. Monteer even-
tueel de zwenkwielen op een aander boorgat van de zwenkwielvork of gebruik een andere maat zwenkwiel.
• Let op dat door wijziging van de positie van het aandrijfwiel ook de kniehevelrem weer moet worden nagesteld
(zie hieronder „Instelling van de kniehevelrem")..
• Let er bij alle verstellingen op dat schroeven en moeren achteraf weer stevig moeten worden aangedraaid!
De gatenplaat kan ook worden omgekeerd en de wielas zodoende in de buurt van het zwaartepunt worden gepositioneerd.
Hierdoor neemt de stabiliteit van het zitschaalonderstel af. In dit geval is het gebruik van een antikiepwiel noodzakelijk.
10.4. Montage en instellen van het anti-kiepwiel (afb. 17, 35 tot 38)
1. Steek de trekveer (afb. 35, pos. 1) met het gesloten oog in de achterste framebuis naar keuze links of rechts. Steek
de afstandsbus (pos. 2) en de bout (pos. 3) door het onderste boorgat (Ø 8mm) en door het oog van de veer.
Draai de moer (pos. 4) niet te vast aan.
2. Maak een koordje (afb. 36, pos. 5) of een tweede trekveer vast aan het open oog van de eerste trekveer
(pos. 6) en schuif het anti-kiepwiel (pos. 7) in de achterste framebuis.
3. Trek aan het koordje (afb. 37, pos. 8) (resp. aan de tweede trekveer) tot een stuk van de eerste trekveer uit de
kantelbescherming komt (pos. 9).
4. Zorg er met behulp van een schroevendraaier (afb. 38 pos. 10) voor dat de trekveer niet terugschiet en verwijder
het koordje resp. de tweede trekveer. Bevestig dan de veerhouder (pos. 11) aan het open oog. Verwijder de schroe-
vendraaier en de veerhouder schiet op zijn plaats.
Vervolgens kan de positie van het anti-kiepwiel worden aangepast aan de positie van de aandrijfwielen (afb. 17). Door
het losmaken van de bouten kan het anti-kiepwiel zowel in horizontale als vertikale richting worden versteld. Bovendien
kan het uiteinde waaraan het wieltje zelf gemonteerd is 180º worden gedraaid. Het anti-kiepwiel moet minstens in zijn
geheel naar achteren buiten de omtrek van de aandrijfwielen uitsteken. De vrije ruimte tussen het wieltje en de grond
mag ten hoogste 5 cm bedragen. Probeer achterover leunend de voor u geschikte instelling met een helper die u voor
achterover kiepen behoedt!
Dino 3
Instelmogelijkheden / montageaanwijzing
Ottobock | 87

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents