Montage Verzamelreservoir; Aansluiting Van De Buisleidingen - Kessel aqualift f Installation, Operating And Maintenance Instructions

In de leveringsomvang zijn de volgende onderdelen begre-
pen (zie hoofdstuk 2.2):
- verzamelreservoir met alle gemonteerde onderdelen
- elektrisch schakeltoestel (stekkerklaar aangesloten)
- toebehoren
Het elektrisch schakeltoestel dient vorstvrij en droog te
BELANGRIJK:
worden bewaard. Als de installatie bij de inbouw nog niet
elektrisch wordt aangesloten, dan dient het schakeltoe-
stel dienovereenkomstig te worden bewaard.
Gevaar door grote gewichten. De hefinstallatie weegt
LET OP:
ca. 45 kg (enkele installatie). De onderdelen mogen al-
leen voorzichtig op geschikte wijze en met overeenkom-
stige uitrusting worden opgetild of gemonteerd. Een val
van de installaties kan leiden tot onherstelbare schade
aan installatiedelen (bv. pomp) of de complete installatie
leiden. Deze schade is niet door de garantie gedekt.
De KESSEL-Hefinstallatie Aqualift® F is voorzien voor
INBOUWPLAATS:
vrije opstelling in tegen vorst beschermde lokalen. Deze
lokalen dienen tegen overstroming te worden beveiligd.
Een langdurige overstroming (> 24 h) kan leiden tot uit-
val en beschadiging. Het bijbehorende schakeltoestel
dient in een tegen overstroming beveiligde, droge en
vorstvrije ruimte te worden geïnstalleerd.

4.1 Montage verzamelreservoir

Om onproblematische montage-, instandhouding- en onder-
houdswerkzaamheden aan hefinstallaties toe te laten moe-
ten deze altijd zo ingebouwd worden, dat in alle zones van
de hefinstallatie een voldoende toegankelijkheid en bij alle
onderdelen een uitwisselbaarheid gevrijwaard is. Overeen-
komstig de norm DIN 1986 dient daarvoor een vrije ruimte
van minimum 60 cm rond de installatie te worden voorzien
(naar alle zijden en naar boven).
De installatie dient op een overeenkomstige plaats in het lo-
kaal horizontaal te worden uitgelijnd en zoals het hoort op
een geluidsisolerend materiaal (als toebehoren bij KESSEL
verkrijgbaar) te worden opgesteld. De hefinstallatie dient
met de meegeleverde hoekprofielen, schroeven en pluggen
vast met de vloer te worden verbonden om haar tegen ver-
schuiven of verdraaien te beveiligen.
4. Inbouw en montage
Container-hefwerktuigen
Demping mat
(optioneel)

4.2 Aansluiting van de buisleidingen

Alle buisleidingen dienen principieel zodanig te worden ge-
legd, dat deze vanzelf kunnen leeglopen. Alle leidingaans-
luitingen moeten flexibel en geluiddempend worden uitge-
voerd.
Algemeen zijn er twee aansluitvarianten mogelijk:
I. Gebruik van de voorhanden, aangepaste aansluitingen
Fig. A: Enkel systeem
153
Boden
aan het reservoir (voor aansluiting van toevoerleiding, ont-
luchting en handmembraanpomp volgens afb. A) met be-
hulp van afsnijden van de „frontkap" volgens afb. C. Over
de aansluiting kan een in de handel gebruikelijke kunststof
buismof worden geschoven (zie afb. C).
Ontluchting DN 70 (D =75mm)
a
Port-de hand membraanpomp
DN 32 (D =40mm)
a
Console
ZInlaatpoort
DN 100
(D =110mm)
a