Normale Werking; Handbediening; Andere Functies - Kessel aqualift f Installation, Operating And Maintenance Instructions

Wastewater with and without sewage for free-standing installation in frost protected rooms
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 37
Wanneer de proefloop faalde wordt er een temperatuurfout
aangetoond. Als er een andere fout bestaat wordt deze
eveneens aangetoond. De installatie is in beide gevallen niet
bedrijfsklaar. De netstekker moet worden uitgetrokken en de
fout moet worden opgelost (zie tabel waarschuwingen en
fouten).
Als er een waarschuwing voorhanden is wordt deze
eveneens aangetoond. De installatie is echter, anders dan
bij een aangetoonde fout, bedrijfsklaar (zie tabel waarschu-
wingen en fouten).

6.4 Normale werking

Wanneer het Aan-niveau of het Alarm-niveau wordt over-
schreden sluit de overeenkomstige niveauschakelaar. Als
het Alarm-niveau of het Aan-niveau weer wordt onderschre-
den, opent de overeenkomstige niveauschakelaar.
De rode LED „Alarm" toont aan, dat het Alarm-niveau werd
overschreden. De oranje LED „Niveau" toont aan, dat het
Aan-niveau werd overschreden. De oranje LED „Pomp"
toont aan, dat de pomp is ingeschakeld.
A. Niveaubesturing (voorinstelling door de fabriek):
Als met stijgend (afvalwater)-niveau in het reservoir het
Aan-niveau wordt overschreden start de inschakelvertra-
ging. Daarna wordt de pomp ingeschakeld en loopt verder
tot het Aan-niveau wordt onderschreden. Na het onder-
schrijden van het Aan-niveau loopt de pomp nog de inge-
stelde nalooptijd na.
B. Looptijdbesturing met onderbreking
Als met stijgend (afvalwater)-niveau het Aan-niveau wordt
overschreden, start de inschakelvertraging. Daarna wordt
de pomp ingeschakeld en de looptijd gestart. Na verloop
van de ingestelde looptijd wordt de pomp uitgeschakeld.
B. Als daarna het Aan-niveau nog overschreden is, wordt de
pomp na verloop van de inschakelvertraging voor de duur
van de ingestelde looptijd opnieuw ingeschakeld. Naar-
gelang de niveaustand wordt het proces zolang herhaald,
tot het Aan-niveau wordt onderschreden.
C. Looptijdbesturing zonder onderbreking
Als met stijgend (afvalwater)-niveau het Aan-niveau wordt
overschreden start de inschakelvertraging. Daarna wordt
de pomp ingeschakeld en de looptijd gestart. Na verloop
van de ingestelde looptijd wordt de pomp uitgeschakeld,
als het Aan-niveau werd onderschreden. Als het Aan-ni-
veau na de looptijd nog overschreden is, dan wordt de lo-
optijd onmiddellijk zonder inschakelvertraging opnieuw
gestart. De pomp blijft daarmee ingeschakeld tot het Aan-
niveau wordt onderschreden.
6. Inbedrijfstelling

6.5 Handbediening

Als de installatie in normale werking is kan door op de toets
„Pomp" te drukken de motor manueel, onafhankelijk van de
waterstand in het reservoir worden ingeschakeld. De motor
loopt dan zolang er op de toets wordt gedrukt, minimum ech-
ter gedurende 2 seconden. Gedurende de loop knippert de
oranje LED „Pomp".
Let op:
Een lopen van de pompen zonder water veroorzaakt
een verminderde koeling en een hogere slijtage van
de pompmotor. Overmatige droogloop van de pomp
van meer dan 5 minuten kan daarom leiden tot on-
herstelbare schade aan de pomp. Deze schade is niet
door de garantie gedekt.

6.6 Andere functies

• Antiblokkeerfunctie
Om een vastzitten van het loopwiel te verhinderen, wordt
automatisch een proefloop van 2 seconden uitgevoerd,
wanneer de pomp een week niet gelopen is.
• Potentiaalvrij contact
Met het potentiaalvrij contact worden netspanninguitval,
waarschuwingen en fouten verder gemeld.
• Gedrag bij onderstroom
Als het schakeltoestel onderstroom (bv. op grond van droo-
gloop van de pomp) herkent
• wordt de onderstroomfout aangetoond en akoestisch ge-
meld,
• wordt de pomp niet meer aangestuurd en
• schakelt het schakeltoestel om naar storing, dus het pro-
ces is geannuleerd
• Gedrag bij overstroom
Om het gevaar van pompschade door overstroom (bv. op
grond van verstoppingen of vastzittende verontreinigingen)
uit te sluiten, wordt de pomp bij overstroom (of verstopping)
eerst uitgeschakeld. Om de eventueel voorhanden vervui-
ling te verhelpen, worden automatisch 3 pogingen om op-
nieuw in te schakelen uitgevoerd. Daarbij is het verloop als
volgt:
• Het schakeltoestel herkent overstroom.
• De pomp wordt uitgeschakeld.
• Er wordt geen overstroomfout gemeld.
• Het schakeltoestel wacht 3 seconden plus de inschakel-
vertraging af.
• De pomp wordt weer ingeschakeld (eerste nieuwe in-
schakelpoging).
• Het schakeltoestel controleert, of de pompmotor een over-
stroom opneemt.
160

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents