1 Draaiknop doseerpomp*
2 Schakelaar doseerpomp*
3 Handgreep
4 Veiligheidsschakelaar (borstel)
5 Netstekker
6 Afsluitkleppen voor sproeibuizen
7 Hoofdschakelaar
8 Wateraansluiting
9 Noodstopknop
10 Krukhendel Kantelen
Vervoer
WAARSCHUWING
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Gewicht van de installatie in acht nemen bij
het transport.
De installatie kan liggen op het laadopper-
vlak van een vrachtwagen getransporteerd
worden:
Afstandsrollen verwijderen.
Installatie met twee personen op de
borstelzijde kantelen.
Installatie op het laadoppervlak schui-
ven.
Installatie tegen verschuiven beveili-
gen.
Bedieningselementen
Eerste ingebruikneming
Spatbescherming aanbrengen
1 Spatbescherming
2 Stift
3 Tiknagel
4 Hoekprofiel
Beide hoekprofielen zijn voor het transport
met tiknagels aan het onderstel bevestigd,
inbouwpositie van de hoekprofielen
voor de montage markeren.
Stiften van de tiknagels met een door-
slag naar binnen slaan.
Hoekprofielen verwijderen.
Bijgevoegde spatbescherming uitrollen
en op de vierkante buis leggen.
Instructie:
De spatbeschermingsstroken zijn in de kor-
te richting gewelfd. Bij de montage moet
deze welving weg van de borstel wijzen.
Hoekprofiel opnieuw aanbrengen.
Tiknagel door hoekprofiel, spatbe-
scherming en vierkante buis steken en
stevig induwen.
Stift van de tiknagel met de hamer erin
slaan.
3
-
NL
Dat proces herhalen bij alle boorgaten
in de hoekprofielen.
Afstandsrollen monteren
Beide bijgevoegde afstandsrollen be-
vestigen op het onderstel van de instal-
latie.
Hoogte bepalen overeenkomstig de te
wassen voertuigen.
Contramoeren aanspannen.
Doseerpomp aanbrengen
Bij de volgende installaties wordt standaard
geen doseerpomp meegeleverd:
1.286-235.0
–
1.286-245.0
–
1.286-345.0
–
1.286-435.0
–
1.286-445.0
–
Doseerpomp met bijgevoegd montage-
materiaal bevestigen op het onderstel
van de instalaltie.
41