Presentatie Van Het Lasapparaat; Bedieningspaneel Voorkant; Bedieningspaneel Voorkant Fp106 - Selco Genesis G 200 TLH Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 17
Hetgeen in dit hoofdstuk uiteengezet wordt, is van vitaal
belang en dus noodzakelijk voor de garantie. Als de gebrui-
ker zich hier niet aan houdt, kan de fabrikant niet aanspra-
kelijk gesteld worden.

4.0 PRESENTATIE VAN HET LASAPPARAAT

De generatoren Genesis 200 TLH en Genesis 202 TLH zijn in staat
op voortreffelijke wijze de volgende lasprocedures uit te voeren:
- MMA;
- TIG met ontsteking van de boog op afstand met hoge frequentie
(TIG HF-START) en regeling van de gasafgifte met de toortsknop.
- TIG met ontsteking d.m.v. contact met afname van de kortsluit-
stroom (TIG LIFT-START) en regeling van de gasafgifte met de
toortsknop.
Met de Genesis 200 AC-DC en de Genesis 202 AC-DC is bovendien
TIG AC lassen mogelijk met blokgolf, sinusgolf en driehoekgolf.
Bij lastoestellen met inverter is de uitgangsstroom onafhankelijk van
variaties in de voedingsspanning en de lengte van de boog. Hij blijft
constant wat de beste kwaliteit voor de las mogelijk maakt.
Op de generator bevinden zich:
- een positieve (+) en een negatieve (-) klem en een gecentraliseer-
de klem voor de verbinding van de TIG toorts
- een bedieningspaneel aan de voorkant met een klem voor de
bedieningen op afstand
- bediening op afstand met potentiometer RC16 voor MMA en
TIG lassen
- bediening op afstand met pedaal RC12 voor TIG lassen
- een bedieningspaneel aan de achterkant met gasaansluiting.
De Genesis 200/202 TLH en 200/202 AC-DC kunnen met koelsy-
steem WU15 geleverd worden voor de afkoeling d.m.v. vloeistof van
de TIG toorts.
De Genesis 202 TLH en Genesis 202 AC-DC kunnen zonder onder-
scheid met enkelfasige voedingsspanningen van 115Vac en 230Vac
verbonden worden.
Een elektronisch circuit verandert automatisch de beveiligingen, het
uitgangstroombereik en de kenmerken van de generator.
Bij de Genesis 202 TLH en Genesis 202 AC-DC wordt,
als ze gevoed worden door 115 Vac, de koeleenheid
gedeactiveerd.

4.1 Bedieningspaneel voorkant

4.1.1 Bedieningspaneel voorkant FP106 voor Genesis 200
TLH en Genesis 202 TLH (fig. 1)
Fig. 1
*
L1 : Verklikkerlamp voor de netspanning: groene led
Gaat aan als de startschakelaar op het achterpaneel (Fig. 3)
"I1" in de stand "I" staat. Deze lamp geeft aan dat de instal-
latie is ingeschakeld en onder spanning staat.
90
*
L2: Verklikkerlamp beveiligingsinrichting: gele led
Geeft aan dat de thermische beveiligingsinrichting of de
beveiliging voor onjuiste toevoerspanning heeft ingegrepen.
Als "L2" brandt knippert er een alarmcode op "D1". De gene-
rator blijft met het net verbonden maar levert geen stroom in
de uitgang. Als er zich een oververhitting heeft voorgedaan,
dan blijft "L2" branden totdat de interne temperatuur weer
binnen de normale grenzen teruggekeerd is. Laat in dat geval
de generator aan staan en wacht tot het lasapparaat afgekoeld
is. Als het alarm veroorzaakt is door de netspanning, op een
willekeurige knop drukken om de werkzaamheden weer te
hervatten.
* Alarmcodes.
De mogelijke alarmen zijn de volgende:
10 thermisch alarm
11 te hoge voedingsspanning (alleen AC-DC)
12 te lage voedingsspanning (alleen AC-DC)
20 seriële geheugenfout (chip ST24C16 8 pin)
24 de afstandsbediening is nog niet afgesteld, dit gebeurt als er
geen keuring heeft plaatsgevonden of als het seriële geheugen
problemen heeft ondervonden.
Oplossing: betreed de parameter 66 met een verbonden
afstandsbediening dat op de schaalnul is afgesteld.
25 andere storing aan het seriële geheugen: de gegevens worden
niet goed in het geheugen opgeslagen. Het zou nodig kunnen
zijn het niet-vluchtige geheugen te vervangen (chip ST24C16
8 pin)
*
L3: Verklikkerlamp uitgaande spanning (werk): rode led.
Geeft aan dat er spanning in de uitgang aanwezig is.
* Display D1
Visualiseert de lasstroom of de waarde van de lasparameter
gekozen met "S5" op de grafiek "G1". Wordt gebruikt voor
alarm- en foutmeldingen en om de set-up parameters in te
stellen.
* E1 : Codeerorgaan voor het instellen van de lasstroom, de laspara-
meters en de set-up waarden.
Hiermee kan de in "D1" getoonde waarde veranderd worden van de
parameter geselecteerd met "S5" op de grafiek "G1" (ook tijdens het
lassen). Hiermee kan de gewenste set-up parameter ingesteld worden
en kan de waarde ervan gevarieerd worden.
Hiermee kan de lasstroom zowel in TIG als in MMA voortdurend gere-
geld worden. (Deze stroom blijft onveranderd tijdens het lassen als de
omstandigheden van de stroomtoevoer en van het lassen binnen de in
de technische kenmerken vermelde grenzen variëren). Bij MMA kan
door de aanwezigheid van de HOT-START en de ARC-FORCE de
gemiddelde uitgangsstroom hoger zijn dan de ingestelde waarde.
*
S1: Toets van het stroomregelsysteem.
Selecteert het regelsysteem van de lasstroom:
- vanaf het paneel aan de voorkant "van binnenuit"
- vanaf de bediening op afstand "van buitenaf"
Dan kan door middel van "E1" de maximaal selecteerbare stroom-
waarde ingesteld worden door middel van de bediening op afstand.
*
J1: 7-polige militaire stekker.
Voor de aansluiting van de bedieningen op afstand RC16 en RC12.
*
S2: Toets voor de keuze van het type stroom voor TIG lassen.
- CONSTANTE stroom met of zonder STIJG-/DAALTIJD
- PULSSTROOM met of zonder STIJG-/DAALTIJD
- GEMIDDELDE FREQUENTIE stroom met of zonder STIJG/DAALTIJD
De led naast het symbool gaat branden ter bevestiging van de keuze.
*
S3: Keuzetoets voor de wijze van controle bij TIG lassen
- Lassen met 2 Tijden (2T)
- Lassen met 4 Tijden (4T)
- Lassen met 2 niveaus (BILEVEL)
De led naast het symbool gaat branden ter bevestiging van de keuze.
Met de pedaalbediening RC12 is alleen de 2T modus mogelijk.

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents