4
Controle van de werking/ inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling moet de werking van alle elektrische componenten worden gecontroleerd.
Controle van de werking bij terugstuwing
1. Controleren of alle elektrische aansluitingen op de juiste wijze zijn gemonteerd, de voedingsspanning tot stand
brengen.
2. De terugstuwsonde demonteren en in het waterglas onderdompelen.
3. Controleren of de terugstuwklep dicht gaat (motorgeluid, de hendel beweegt automatisch naar de andere
stand).
4. De aangesloten waterleiding open draaien.
5. Controleren of de pomp gaat draaien en in het huis het opstuwende water wegpompt.
6. Waterleiding dichtdraaien.
7. Installatie pompt restwater automatisch af.
8. De terugstuwsonde uit het waterreservoir verwijden en in de installatie monteren. Controleren of de
terugstuwklep opnieuw correct worden geopend (motorgeluid, de hendel beweegt automatisch naar de andere
stand).
Ontluchtingseenheid controleren
• Ontluchtingseenheid eruit draaien.
• Vergrendeling aan het bovenste deel stevig indrukken.
• Bovenste deel eraf trekken.
• Kleine delen eruit nemen.
• Eventueel actief koolfilter vervangen, art. nr. 28061
(1x per jaar of in geval van onaangename geuren).
Is deze stap zonder lekkage of foutmeldingen voltooid, dan kan de installatie in bedrijf genomen worden.
010-843
Controle van de werking/ inbedrijfstelling
120 / 152
Afb. [21]
2019/12