Hach D3433B8.99 User Manual page 137

Contacting conductivity sensors
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
De gemeten waarde wordt weergegeven.
6. Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is, en druk op OK.
Opmerking: Het scherm kan automatisch naar de volgende stap vooruitgaan.
7. Meet de geleidbaarheid (of andere parameter) waarde met een tweede verificatie-instrument.
Gebruik de pijltjestoetsen voor het invoeren van de gemeten waarde en druk op OK.
8. Bekijk het kalibratieresultaat:
• "De kalibratie is voltooid."—De sensor is gekalibreerd en gereed voor het meten van monsters.
De helling en/of offsetwaarden worden weergegeven.
• "De kalibratie is mislukt." —De kalibratiehelling of -offset bevindt zich buiten de toegestane
limieten. Herhaal de kalibratie met verse buffer. Reinig de sensor indien nodig.
9. Druk op OK om verder te gaan.
10. Laat de sensor het proces weer voorzetten en druk op OK.
Het uitgangssignaal keert terug naar de actieve toestand en meetwaarde van het monster wordt
weergegeven op het meetscherm.
4.4.5 Temperatuurkalibratie
Het instrument is gekalibreerd in de fabriek voor nauwkeurige temperatuurmeting. De temperatuur
kan worden gekalibreerd om de nauwkeurigheid te vergroten.
1. Plaats de sensor in een houder met water.
2. Meet de temperatuur van het water met een nauwkeurige thermometer of onafhankelijk
instrument.
3. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
4. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
5. Selecteer 1-puntskalibratie (of Temperatuurafstelling).
6. Vul de exact temperatuurwaarde in en druk op OK.
7. Plaats de sonde terug in het proces.
4.4.6 Afsluiten van de kalibratieprocedure
1. Druk op het terugpictogram om een kalibratie af te sluiten.
2. Selecteer een optie en druk OK.
Optie
Kalibratie afsluiten
(of Annuleren)
Keer terug naar kalibratie Terugkeren naar de kalibratie.
Kalibratie verlaten
(of Afsluiten)
4.4.7 Kalibratie resetten
De kalibratie kan worden teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen. Alle sensorinformatie is
weg.
1. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
3. Selecteer Standaardkalibratiewaarden resetten of Reset naar kalibratiestandaarden. (of
Instellingen resetten), en druk vervolgens op OK.
4. Druk nogmaalsOK.
Beschrijving
Stop de kalibratie. Een nieuwe kalibratie moet vanaf het begin starten.
Verlaat de kalibratie tijdelijk. De toegang tot andere menu's is toegestaan. Een
kalibratie voor een tweede sensor (indien aanwezig) kan worden gestart.
Nederlands 137

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

D3455a6.993422b6aD3444b8.99

Table of Contents