Hach D3433B8.99 User Manual page 141

Contacting conductivity sensors
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Foutbericht
Temperatuur is te
hoog.
Temperatuur is te
laag.
ADC-fout
Sensor ontbreekt.
Meetwaarde ligt
buiten meetbereik.
6.5 Waarschuwingslijst
Een waarschuwing heeft geen effect op de werking van menu's, relais en uitgangen. Het scherm
wordt oranje. De diagnosebalk toont de waarschuwing. Druk op de diagnosebalk om de fouten en
waarschuwingen weer te geven. U kunt ook op het pictogram van het hoofdmenu drukken en
vervolgens Meldingen > Waarschuwingen selecteren.
Een lijst van mogelijke waarschuwingen is afgebeeld in
Waarschuwing
Nul is te hoog.
Nul is te laag.
Temperatuur is te hoog.
Temperatuur is te laag.
Kalibratie is te laat.
Het apparaat is niet gekalibreerd.
Vervang een sensor.
Kalibratie in voortgang...
Tabel 5 Foutenlijst (vervolg)
Beschrijving
De gemeten temperatuur is
> 130 °C.
De gemeten temperatuur is
< –10 °C.
De conversie van analoog naar
digitaal is mislukt.
De sensor ontbreekt of is
losgekoppeld.
Het sensorsignaal ligt buiten de
geaccepteerde limieten voor de
gebruikte celconstante (0,01 en 0,05:
100 µS/cm; 0,5: 1000 µS/cm; 1:
2000 µS/cm; 5: 10.000 µS/cm; 10:
200.000 µS/cm).
Tabel 6 Waarschuwingslijst
Beschrijving
De waarde van de nulkalibratie
is >300.000 tellingen.
De waarde van de nulkalibratie
is < -300.000 tellingen.
De gemeten temperatuur is >
100 °C.
De gemeten temperatuur is <
0 °C.
De Kal herinneringstijd is
verstreken.
De sensor is niet gekalibreerd.
De teller Sensor dagen is
hoger dan het interval dat is
geselecteerd voor
sensorvervanging. Raadpleeg
Configureer de sensor
op pagina 132.
Een kalibratie was gestart,
maar nog niet voltooid.
Oplossing
Zorg ervoor dat het juiste temperatuurelement is
geselecteerd. Raadpleeg
op pagina 132.
Zet de controller uit en daarna weer aan. Neem
contact op met de technische ondersteuning.
Controleer de bedrading en aansluitingen voor
de sensor en voor de module (of digitale
gateway). Zorg ervoor dat het eindblok volledig
in de module is gestoken, indien van toepassing.
Zorg ervoor dat de sensor voor de juiste
celconstante geconfigureerd is.
Tabel
6.
Resolutie
Zorg ervoor dat de sensor tijdens de
nulkalibratie in de lucht wordt
gehouden en zich niet in de buurt van
radiofrequentie of elektromagnetische
interferentie bevindt. Zorg ervoor dat
de kabel beschermd wordt door een
metalen buis.
Zorg ervoor dat de sensor voor het
juiste temperatuurelement
geconfigureerd is.
Kalibreer de sensor.
Kalibreer de sensor.
Vervang de sensor. Reset de teller
Sensor dagen in het menu
Diagnose/test > Resetten (of het menu
Diagnose/test > Teller.
Keer terug naar kalibratie.
Configureer de sensor
Nederlands 141

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

D3455a6.993422b6aD3444b8.99

Table of Contents