Kessel Aqualift F Mono Installation Manual page 203

8. Storingen en oplossingsmaatregelen
8.2.2 Interne bewaking
De besturing evalueert ongeacht de configuratie de signalen
van de fasen/draaiveldbewaking, van de motorveiligheid-
schakelaar en de motortemperatuurvoeler. Bij een storing of
niet-bedrijfsklaarheid wordt de pomp uitgeschakeld of het in-
schakelen onderdrukt. Bovendien gebeurt er een foutmel-
ding door de betreffende indicatie-LED en het schakelen van
het storingrelais.
Fasen/Draaiveld bewaking
Bij uitval van L2 en/of L3 licht de „Fase/ Draaiveld"-LED con-
tinu op, bovendien wordt het relais „Storing" actief. (In dit
geval kan de besturing geen draaiveldfout meer herkennen.)
Omdat de besturing van L1 verzorgd is, kan een uitval van
L1 niet worden aangetoond. Bij uitval van L1 wordt er echter
de ingebouwde signaalmelder ingeschakeld, voor zover in de
besturing de voorziene, bedrijfsklare accu is geplaatst.
Bij verkeerd draaiveld (linksdraaiveld) knippert de „Fase/
Draaiveld"-LED. De veiligheidsschakelaar voor de motoruit-
gang wordt door de besturing geblokkeerd.
Motorveiligheidschakelaar
(Telkens) een hulpcontact van de motorveiligheidschakelaar
wordt geëvalueerd. Als een motorveiligheidschakelaar op
grond van handbediening, kortsluiting of overbelasting werd
geactiveerd, dan gebeurt er een storingsmelding via de „Mo-
torveiligheidschakelaar"-LED (resp. continu oplichten van de
LED „Pomp ... MSS/Temp") alsook van het „Storing"-relais.
Bovendien wordt de veiligheidsschakelaar voor de motoruit-
gang door de besturing geblokkeerd.
Motortemperatuur
In iedere motor is er een temperatuurvoeler ingebouwd, die
een overtemperatuur aan de besturing meldt:
Bij het bereiken van de overtemperatuur (ca. 110 °C) gebe-
urt er een indicatie (knipperen) via de „Motortemperatuur"-
LED (of „Pomp ... MSS/Temp"-LED bij dubbele installatie) en
het „Storing"-relais laat los. Bovendien wordt de veiligheids-
schakelaar voor de betreffende motoruitgang door de bestu-
ring geblokkeerd. Als de motor weer afkoelt is de pomp au-
tomatisch weer bedrijfsklaar, van zodra de temperatuurvo-
eler dit meldt.
8.2.3 Melding „Storing"
Storingsmelding gebeurt door:
• Activering van het „Storing"-relais en daarmee door het
daar aangesloten meldtoestel.
• Indicatie van de aard van de storing door de storing-LED's
bij enkele installaties met:
– Fase/Draaiveld
– Motorveiligheidschakelaar
– Motortemperatuur
– Looptijd/Niveau
resp. bij dubbele installaties met:
– Fase/Draaiveld
– Pomp 2 MSS/Temp
– Pomp 1 MSS/Temp
– Looptijd/Niveau
De voorwaarden voor de storingsmeldingen zijn in de voor-
afgaande hoofdstukken gedetailleerd beschreven.
8.2.4 Melding „Alarm"
Alarmmelding gebeurt door:
• Activering van het „Alarm"-relais en daarmee door het daar
aangesloten meldtoestel.
• de interne signaalmelder
Twee voorwaarden kunnen tot een alarmmelding leiden.
1. Bij overschrijden van het „Alarm"-niveau gebeurt er een
alarmmelding. Het interne akoestische alarm kan door be-
diening van de „Alarm Reset"-toets worden uitgeschakeld.
Van zodra het „Alarm"-niveau onderschreden is worden
beide alarmmeldingen (signaalmelder en relais) teruggezet.
2. Bij ingelegde en bedrijfsklare accu (of batterij) wordt ook
bij netuitval een alarmmelding uitgevoerd, dat betekent de
netuitval akoestisch door de interne signaalmelder gemeld.
Daarbij verzorgt de accu de interne signaalmelder geduren-
de enkele uren afhankelijk van de laadtoestand. Het interne
akoestische alarm kan door bedienen van de „Alarm Reset"-
toets worden uitgeschakeld.
8.2.5 Wat doen wanneer...
... de motorveiligheidschakelaar werd geactiveerd.
Bedien de zwarte schakelaar „START" van de motorveilig-
heidschakelaar na het afnemen van het transparante behui-
zingdeksel (instructies in acht nemen!). Wanneer de motor-
veiligheidschakelaar opnieuw wordt geactiveerd, dan vraagt
u een elektricien om raad.
... een andere storingsmelding optreedt.
ningsinstructies kan worden opgelost, dan vraagt u een
elektricien om hulp.
... de besturing niet meer op ingangssignalen reageert, maar
echter via de „Bedrijfs"-indicatie bedrijfsklaarheid meldt.
Koppel de besturing gedurende ca. 10 seconden compleet
af van het net met de op de installatiezijde voorziene net-
schakelaar. Als de besturing aansluitend nog steeds niet fun-
ctioneert vraagt u een elektricien om hulp.
203
Als de storing niet binnen het bestek van de bedie-