Kessel Aqualift F Mono Installation Manual page 187

Bij alle zijdelings aangeboorde aansluitingen dient ermee
BELANGRIJK:
rekening te worden gehouden, dat de niveaubesturing zo-
danig is ingesteld, dat de waterstand in het reservoir bij
normale werking tot aan resp. slechts weinig boven de
onderkant van de aangepaste, zijdelingse toevoerbui-
saansluiting gaat.
In alle leidingen, die lager worden aangesloten, zal daa-
rom een overeenkomstige waterstand tot stand komen.
Bij toevoerleidingen leidt dit ertoe, dat vuilafzettingen in
dit bereik niet uit te sluiten zijn en in extreme gevallen een
verstopping van de leiding kan ontstaan.
l Toevoerleiding
De toevoerleiding dient met een verval overeenkomstig de
norm DIN 1986 naar de KESSEL-Hefinstallatie te worden
gelegd en moet zo mogelijk recht worden uitgevoerd.
De aansluiting aan het reservoir kan zoals onder punt I of II
beschreven gebeuren.
De ontluchtingsleiding brengt de drukcompensatie naar de
open lucht tot stand, voor de door ledigen of vullen van de
installatie toe- of wegstromende lucht. Zij moet overeen-
komstig de norm DIN 1986 minimum in nominale diameter
DN 70 voor deze hefinstallaties worden gelegd en dient tot
boven het dak te worden geleid, om geurbelastingen te ver-
mijden.
De aansluiting aan het reservoir kan zoals onder punt I of II
beschreven gebeuren.
l Persleiding
De persleiding voor afleiding van het ontstane afvalwater in
de kanalisatie dient direct aan de bijbehorende pers¬leidin-
gaansluiting te worden aangesloten. De persleiding dient
volgens de voorschriften van de norm EN 12056 over het
plaatselijk vastgelegde opstuwingsniveau te worden geleid
en op een geventileerde basis- of verzamelleiding te worden
aangesloten.
Voor de geluidsontkoppeling en de vermijding van krachto-
verdrachten dient in ieder geval de meegeleverde rubberen
weefselslang ca. 4 cm over de persaansluiting te worden ge-
schoven en met behulp van een slangklem te worden ge-
borgd. De aansluiting van de rubberen weefselslang is geen
lengtekrachtsluitende verbinding. Dit dient door de klant bv.
met houders tot stand te worden gebracht.
De persleiding dient zodanig te worden gemonteerd (zie
boven), dat er geen krachten op de installatie worden over-
gedragen en eventueel geen direct contact met het gebouw
voorhanden is (constructiegeluid). Aan de persleiding mogen
geen andere ontwateringsvoorwerpen worden aangesloten.
De dichtheid en vastheid moet onder drukbelasting ver-
zekerd zijn. Dit dient bij de inbedrijfstelling te worden gecon-
troleerd.
Om drukstoten te vermijden mag de persleiding niet vast met
het gebouw worden verbonden. Bij gebruik van gietijzeren of
stalen drukbuizen met geringe demping eigenschappen
4. Inbouw en montage
dient bij transporthoogtes vanaf 5 m een drukstootdemper in
de persleiding mee te worden voorzien.
Terugslagkleppen ter vermijding van drukstoten voor inbouw
in de persleiding zijn beschikbaar als toebehoren:
DN 80 terugslagklep van GG
DN 100 terugslagklep van GG
Ventilatievoorziening
In de persleiding dient volgens de norm EN 12056 door de
klant een afsluitschuif te worden ingebouwd. Daarvoor be-
velen wij uit het KESSEL toebehorenprogramma de afsluit-
voorzieningen voor mono-installaties (art.-nr. 28683) en voor
duo-installaties (art.-nr. 28694) aan.
4.3. Niveauregistratie
4.3.1 Installaties vanaf bouwjaar 01/2010
Niveauregistratie gebeurt met behulp van druksensor en
dompelbuis.
De transparante luchtslang dient continu stijgend naar het
schakeltoestel te worden gelegd, zodat er geen condens-
water in de luchtslang wordt afgezet.
Een onberispelijke functie is alleen gevrijwaard, wanneer er
een continu drukcompensatie tussen schakeltoestel en he-
finstallatie voorhanden is. Te lange luchtslangen moeten
worden ingekort. Verlengingen van de luchtslang zijn tot 20
m mogelijk.
De schakelniveaus zijn vooringesteld en kunnen met het
schakeltoestel worden gewijzigd. Nadere informatie ont-
vangt u bij de KESSEL klantenservice.
4.3.2 Installaties tot bouwjaar 01/2010
De niveauregistratie gebeurt via een drukmembraanscha-
kelaar, die via een elektrische kabel inclusief luchtslang aan
het schakeltoestel wordt aangesloten. Informatie over de in-
stelling van het schakelniveau ontvangt u bij de KESSEL
klantenservice.
187
LET OP:
Voordat werkzaamheden aan de schakelaars aan de pomp
of op het niveau van de controle moet worden uitgeschakeld
hoofdschakelaar en zekeringen, er zeker van zijn dat de
voeding-en weer ingeschakeld.
(art.-nr.: 206-199
(art.-nr .206-198)
(art.-nr. 206-200)