Briggs & Stratton Snapper 2691382-00 Operator's Manual page 194

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
De wielaandrijving activeren
1. Zet met draaiende motor de toerentalregeling in de stand
SNEL (FAST).
2. Trap het koppelings-/rempedaal in (A, Afb. 6).
3. Zet de versnellingshendel (A, Afb. 12) in de uitsparing voor
de eerste versnelling (B).
4. Laat het koppelings-/rempedaal los om de voorwaartse
beweging op gang te brengen.
5. Tijdens de voortbeweging mag de versnellingshendel in elke
gewenste voorwaartse versnelling worden gezet zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
N.B.: Zet voor het beste maairesultaat de versnellingshendel in
een langs=zame voorwaartse versnelling en het motortoerental in
een snelle stand. Deze combinatie zorget ervoor dat de maaibla-
den het gras optillen en het soepel en gelijkmatig afsnijden.
WAARSCHUWING
!
LAAT de maaibladen NIET draaien in achteruit. STOP DE
MAAIBLADEN. KIJK naar achteren en naar onderen of er geen
kinderen, huisdieren en andere gevaren aanwezig zijn vóór en
tijdens het achteruit rijden.
De motor stoppen,
Wielaandrijving en maaiblad
WAARSCHUWING
!
Verlaat de machine NIET als de motor loopt. STOP de maaibla-
den. STOP de motor. Schakel naar de neutraalstand en acti-
veer de parkeerrem. Haal de sleutel uit het contactslot.
Motor
1. Stop de motor door de sleutel (A, Afb. 13) in de stand UIT te
zetten
Wielaandrijving
1. Stop de voortplaatsing van de zitmaaier met motor achter
door het koppelings-/rempedaal (A, Afb. 6) helemaal in tre
trappen om de rem te activeren.
Maaiblad
1. Stop het maaiblad door de maaibladpedalen (A, Afb. 14) los
te laten of de maaibladhendel (B) naar achteren te verplaat-
sen in de stand UIT.
WAARSCHUWING
!
Als het maaiblad wordt gedeactiveerd, moet het binnen 3
seconden geheel stilstaan. Als het blad na 3 seconden blijft
draaien, moet de maaibladrem worden afgesteld. Breng de
machine naar een erkende dealer voor het afstellen. WERK
NIET VERDER met de machine tot de maaibladrem is afge-
steld en correct werkt.
18
De parkeerrem activeren
1. Voor het activeren van de parkeerem, trapt u het koppelings-/
rempedaal (A, Afb. 9) helemaal in, schuift de parkeerrem-
vergrendeling (B) helemaal naar de geactiveerde positie en
laat het koppelings-/rempedaal weer los. Een nokje in de
parkeerremvergrendeling houdt de parkeerrem geactiveerd.
WAARSCHUWING
!
Parkeer de machine NOOIT op een helling.
2. Deactiveer de parkeerrem door stevig op het koppelings-/
rempedaal te trappen (A, Afb. 15). De parkeerremvergren-
deling (B) heeft een veersysteem en schuift vanzelf terug in
de gedeactiveerde stand.
Afstelling van de maaihoogte
!
1. Stel de maaihoogte af door de maaidekhendel omhoog of
omlaag te verplaatsen (A, Afb. 16) naar de gewenste maai-
hoogtestand (B).
Mechanisme achteruitvergrendeling
Deze zitmaaier heeft een mechanische achteruitvergrendeling
die voorkomt dat de maaier in de achteruitversnelling wordt gezet
met werkend maaiblad. Als u de maaier echter bij wegen of hulp-
stukken gebruikt die snel naar de achteruitversnelling schakelen
vereisen, kunt u de uitschakelingshendel gebruiken. Deze hendel
!
kan worden ingedrukt en vastgehouden voor het starten van het
maaiblad en maakt achteruit werken mogelijk tot de maaibladpe-
dalen worden losgelaten, waarna het systeem weer terugkeert in
de stand van de achteruitvergrendeling.
Gebruik deze functie alleen als u absoluut zeker weet dat er geen
kinderen of andere personen aanwezig zijn in het gebied waar u
maait, dat alle kinderen weg zijn en dat er een volwassene op ze
past.
Uitschakeling mechanisme achteruitvergrendeling
1. Stop de machine. Stop het maaiblad.
2. Houd de uitschakelingshendel ingedrukt (A, Afb. 17).
3. Houd de maaibladpedalen ingetrapt. Laat de uitschakelings-
hendel los.
4. Zet de maaibladhendel naar voren in de stand AAN
WAARSCHUWING
!
KIJK naar achteren en naar onderen of er geen kinderen, huis-
dieren en andere gevaren aanwezig zijn vóór en tijdens het
!
achteruit rijden.
BELANGRIJK: Gebruik de uitschakeling van de achteruitrijver-
grendeling NOOIT als normale werkstand. Om terug te keren naar
de stand van de achteruitrijvergrendeling laat u de maaibladpeda-
len los om het maaiblad uit te schakelen. De uitschakeling keert
terug naar de achteruitrijvergrendeling. Controleer regelmatig de
correcte werking van de achteruitvergrendeling. Als de maaiblad-
pedalen zijn ingetrapt, mag de schakelhendel niet in de achter-
uitstand bewegen. Werk NOOIT met de machine als het mecha-
nisme van de achteruitvergrendeling niet correct werkt. Neem
contact op met uw erkende dealer voor hulp.
!
!
www.snapper.com

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Snapper 2691383-00

Table of Contents