Download Print this page

Craftsman 27740 Instruction Manual page 13

Advertisement

1. Veiligheidsregels
Veiiige bedieningsmethoden
voor zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE
KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN
EN VOORWERPEN
WEGSLINGEREN.
HET NIET
OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSELTOT GEVOLG HEBBEN.
(_
I. TRAINING
Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedieningselementen en het juiste gebruik van de
machine.
III. BEDIENING
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte waar
gevaarlijke koolmonoxydedampen
zich kunnen verza-
melen.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de in-
strucbes, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan
de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
Geen passagiers vervoeren.
Alle bestuurders dienen vakkundige instructies te ontvan-
gee. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te worden
gelegd op:
- de noodzaak veer aandacht en concentratie bij her
werken met zittrekkers;
- een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet onder
controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsverlies
zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend remmen;
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van her effect van bodemcondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van de
lading.
II. VOORBEREIDING
Draag tijdens bet maaien altijd stevige schoenen en een
lange broek. Gebruik de machine nietblootsvoets of terwijl
u open sandalen draagt,
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondig en verwijder alle voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht ontvlambaar,
Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat doel
zijn bestemd.
- Tank alleen buiten ee rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen ont-
stekingsbron teweeg brengt totdat de benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks
en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v66r het gebruik altijd of de messen, mesbouten
en maai-inrichting niet versleten of beschadigd zijn.Ve rvang
versleten of beschadigde
messen en bouten in sets om
het evenwicht in stand te houden.
Maai alleen bij daglicht of goed kunsUicht.
Voordat u de motor gaat starten, moet u alle meshulpstuk-
koppelingen uitschakelen en naar de vrijloop schakelen.
Gebruik de trekker niet op hellingen van meer dan 10 °.
Denk eraan dater geen '%,eilige" hellingen bestaan. Bij het
rijden op hellingen metgras client men extra voorz!chtig te
zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
stop en start niet plotseling bij her op- of afrijden van
een helling.
schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de versnelling, vooral bij het afrijden van een
heuvel;
de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
kijk uit voor bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
maai nooit dwars op de helling tenzij de maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voorzichtig bijhet trekken van ladingen of bet gebruik
van zwaar materieel.
Gebruik alleen goedgekeurde aanhaakpunten
voor
een trekstang.
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
Maak geen scherpe bochten. Wees voorzichtig bij
achteruit rijden.
Gebruik contragewicht(en) of wielgewichten wanneer
dat in de handleiding wordt aangeraden.
Kijk uit voor her verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
Voer bijher gebruik van hulpstukken her materiaal nooit af
in de richting van omstanders en laat niemand in de buurt
van de machine komen terwijl deze in hedrijf is.
Gebruik de maaimachine nooit met defecte beschermkap-
penen schermen ofzonder beveiligingsinrichtingenop hun
plaats.
Verander de instelling van de motorregelaar
niet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de motor
met te hoog toerental draait, kan het risico van lichamelijk
tetsel groter worden.
Voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
de aftakas uitschakelen
en de hulpstukken neerla-
ten;
naar de vrijloop schakelen en de parkeerrem insehake-
len;
de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Op machines
met meerdere messen dient u eraan te
denken dat hei draaien van een rues andere messen kan
doen dramen.
13

Advertisement

loading