Craftsman 25416 Instruction Manual page 13

Table of Contents

Advertisement

1. Veiligheidsregels
&
Veilige bedieningsmethoden
voor zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE
KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN
EN VOORWERPEN
WEGSLINGEREN.
HET NIET
OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
(_
I. TRAiNiNG
Ill. BEDIENING
Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedieningselementen
en het juiste gebruik van
de machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de in-
structies, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan
de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
Geen passagiers vervoeren.
Alle bestuurders dienen vakkundige instructieste ontvan-
gen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te worden
gelegd op:
de noodzaak voor aandacht en concentratie
bij het
werken met zittrekkers;
een zittrekker die op een helting weggtijdt, kan niet
onder controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen
voor besturingsverties
zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snet rijden;
c) ontoereikend
remmen;
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van het effect van bodemcondities,
vooral hellingen;
f)
verkeerd vastkoppelen
en verkeerde verdeling van
de lading.
II. VOORBEREIDING
Inspecteer om brandgevaar te voorkomen, of er afvalo-
phopingen zijn bij de tractor, de maaier en achter alle beveil-
igingen en verwijder die-voor
het gebruik, als u brandstof
tankt en aan het einde van iedere maaisessie.
Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een
lange broek. Gebruik de machine niet blootsvoets of terwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondig en verwijder alle voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggestingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht ontvlambaar.
Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat doel
zijn bestemd.
Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de ptaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen ont-
stekingsbron teweeg brengt totdat de benzinedampen
zijn verdreven.
Draai de dop van alle brandstoftanks
en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v66r het gebruik attijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting
niet versleten of beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten
in sets om het evenwicht in stand te houden.
Op machines
met meerdere
messen dient u eraan te
denken dat het draaien van e6n mes andere messen
kan doen draaien.
13
Laatdemotornietdraaienineen
bestoten ruimtewaargevaar-
lijke koolmonoxydedampen
zich kunnen
verzamelen.
Maai alleen bij dagticht of goed kunstlicht.
Voordat u de motor gaat starten, moet u alle meshulpstuk-
koppelingen uitschakelen en naar de vrijloop schakelen.
Gebruik de trekker niet op heltingen van meer dan 15°.
Denk eraan dater geen"veilige" hellingen bestaan. Bij het
rijden op hetlingen met gras dient men extra voorzichtig
te zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
stop en start niet ptotseling bij het op- of afrijden van
een hetling.
schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de versnelling, vooral bij het afrijden van een
heuvel;
de snelheid van de machine dient op hettingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
kijk uit voor bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
maai nooit dwars op de helling tenzij de maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voorzichtig
bij het trekken van ladingen of het
gebruik van zwaar materieet.
Gebruik alleen goedgekeurde
aanhaakpunten
voor
een trekstang.
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
Maak geen scherpe bochten. Wees voorzichtig
bij
achteruit rijden.
Gebruik contragewicht(en)
of wielgewichten wanneer
dat in de handteiding wordt aangeraden.
Kijk uit voor het verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
Voer bij het gebruik van hutpstukken het materiaal nooit
af in de richting van omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gebruik de maaimachine
nooit met defecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveiligingsinrichtingen
op hun plaats.
Verander de instelling van de motorregetaar niet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. Als de motor
mette hoog toerental draait, kan het risico van lichamelijk
letsel groter worden.
Voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
de aftakas uitschaketen
en de hulpstukken
neerta-
ten;
naardevrijloopschakelen endeparkeerreminschakelen;
de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s)
los of verwijder
het
contactsteutettje,
voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een ver-
stopte afvoer leeg maakt;
voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
nadat u een ongewenst voorwerp heeft geraakt. In-
specteer de maaimachine op schade en voer reparaties
uit voordat u de machine weer start en gebruikt;
als de machine abnormaal begint te trillen (onmiddellijk
controleren).
vor dem Entfernen von Verstopfungen
aus dem Mb,h-
werk oder dem Auswurf;

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents