Download Print this page

Kessel Ecolift 21071 Installation And Operating Manual page 63

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
KESSEL-Ecolift is bestemd voor doorlo-
2.1 Gebruik
pende afvalwaterleidingen conform DIN
EN 12056-4/13564 type 3, waarop afvo-
erleidingen en wc- en urinoirinstallaties
zijn aangesloten. Daardoor wordt een vei-
lige afwatering van afvoerpunten bene-
den het terugstroomniveau ook tijdens
opstuwing gewaarborgd. De pomp werkt
uitsluitend tijdens de opstuwing en trans-
porteert het vuile water tegen de opstu-
wing in via een drukleiding die over het
opstuwingsniveau moet worden geleid,
het riool in. Wanneer er geen opstuwing
is, wordt het afvoerwater door het natuur-
lijke afschot naar het riool afgevoerd.
Ecolift is geen tegen ratten! Bij mogelijke
aantasting door ratten dient de installatie
op locatie tegen beschadigingen te wor-
den beschermd.
Voorwaarde voor perfect gebruik is
Belangrijk:
 voldoende afschot in de afvoerleidin-
gen (aanwijzing: tussen toe- en afvo-
er zit bij de
een afschot van 9
Ecolift
m)
 een groot wateraandeel in het afvo-
erwater, opdat het zelfreinigingseffect
wordt geoptimaliseerd
 installatie op de voorgeschreven
wijze en vooral ontluchting van de
toevoerleiding conform DIN EN
12056 / DIN 1986-100
 met vethoudend afvalwater uitslui-
tend met verhoogde onderhouds- en
reinigingskosten mogelijk
 regenoppervlakken tot max. 20 m
Het leveringsprogramma van KESSEL
2.2 Leveringsprogramma
Ecolift bestaat uit het basislichaam met
pomp en terugstroomafsluiter en de elek-
triciteitspakketten. De elektriciteitspak-
ketten bestaan uit:
Inbouw van een terugstroombeveiliging op de juiste plek
Terugstroombeveiliging
2. Algemeen
1. Twee optische sondes en de aandrijf-
motor
2. een schakelapparaat met display-indi-
catie (netansluiting 230 V, 50 Hz, be-
schermingsklasse IP 54) met accubuf-
fering (2 x 9V) voor alarmmelding bij
stroomuitval.
3. een inbouw- en bedieningshandleiding
Tijdens de bouwfase wordt uitsluitend het
2.3 Installatiemethode
basislichaam conform hoofdstuk 3 inge-
bouwd en aangesloten. In deze fase
wordt eveneens de drukaansluiting ge-
monteerd. In de regel kan niet direct met
de vervolgens uit te voeren elektriciteit-
saansluiting (hoofdstuk 4) en de daarop
volgende inbedrijfstelling (hoofdstuk 5)
worden doorgegaan. Sluit a.u.b. pas bij
inbedrijfstelling van de KESSELEcolift de
elektrische
installatiecomponenten
(pomp, sonden, motor en schakelappa-
raat) aan. Tot die tijd moeten het bijge-
voegde elektriciteitspakket en het scha-
kelapparaat droog en schoon worden op-
geslagen. De einddoppen van de stekker
pas bij inbedrijfstelling verwijderen.
Er moet dringend op worden gelet dat de
installatie altijd met opzetstuk en deksel
resp. de veiligheidskap bij vrije opstelling
wordt afgesloten om vervuiling van de in-
stallatie te voorkomen.
Attentie: De pomp is beveiligd met een
veiligheidsband voor transport, die vóór in-
bedrijfstelling moet worden verwijderd.
2
2.4 Algemene instructies voor de inbouw
van terugstroombeveiligingen
Het is volgens DIN EN 12056 niet toege-
staan alle afvoerpunten van een gebouw -
ook de punten boven het terugstroomni-
veau (bovenrand van de straat) - via te-
rugstroomafsluiters te beveiligen, omdat bij
Juist!
Terugs-
troomniveau
een gesloten terugstroomafsluiter het afval-
water niet meer van bovenaf het riool kan
instromen, maar volgens het principe van
de communicerende buizen eerst uit de op
het diepste punt geïnstalleerde afvoerpun-
ten beneden het terugstroomniveau (door-
gaans kelderruimten) stroomt en daardoor
de kelder laat onderlopen.
Uitsluitend afvoerpunten beneden het te-
rugstroomniveau mogen worden beveiligd
tegen terugstroming. Alle afvoerpunten
boven het terugstroomniveau moeten met
vrij afschot voorbij de terugstroomafsluiter
naar het riool worden gevoerd.
Consequentie: Gescheiden leidingaanleg
Huishoudelijk afvalwater boven het terugs-
troomniveau kan zodoende in de afvoerlei-
ding maximaal tot de hoogte van de boven-
rand van de straat staan en de kelder niet
laten onderlopen.
Regenwater dient in beginsel niet via terugs-
troombeveiligingen te worden afgevoerd.
2.5 Drukaansluiting
De installatie van de drukleiding dient
conf. DIN EN 12056 te worden uitgevo-
erd. Drukaansluiting: 1
van de drukleidingset (art.nr. 28 040)
bevat een drukleidingslang DA 40 van 5 m
en en adapter met buisklem. Als alternatief
kan een drukbuis D=40 mm minim. 38 mm
voor de pvc-lijmverbinding worden ge-
bruikt. De drukleiding moet door middel
van een terugstroomlus over het lokaal
vastgelegde terugstroomniveau worden
geleid en direct op een vergrote (minim.
DN 70) beluchte grond- of verzamelleiding
worden aangesloten. Drukloze buisaanl-
suitingen (bv. HT-buis) zijn niet voor dru-
kleidingen toegestaan.
Vrijliggende buisleiding:
Deze drukleiding wordt door de installa-
teur gemonteerd en vast gefixeerd, maar
wel zodanig dat een latere afkoppeling
van de Ecolift mogelijk is.
Inbouw van een terugstroombeveiliging op de verkeerde plek
Terugstroombeveiliging
63
/
" buitendraad
1
2
Verkeerd!
Terugstroom-
niveau

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

Ecolift