Simplicity Baron Operator's Manual page 191

Einstellen des Lenkrads
Das Lenkrad ist auf zwei Positionen einstellbar.
Die Lenkradabdeckung (B) dient lediglich
optischen Zwecken und muß zur Anbringung des
Lenkrads nicht entfernt werden.
1. Den Spannstift (D), mit dem das Lenkrad (C) an der
Lenkwelle (F) befestigt ist, entfernen.
2. Die flexible Manschette (E) entfernen und die
Lenkwelle (F) mit Gleitschmiermittel schmieren, um
die künftige Wartung zu vereinfachen.
3. Die flexible Manschette (E) und das Lenkrad (C) wieder
montieren. Das untere Loch in der Lenkwelle (F) benutzen
und den Spannstift (D) wieder anbringen. Die breite
Speiche (A) muß zum Bediener zeigen, wenn die Räder
geradeaus gerichtet sind.
Das obere Loch ist für größere Bediener,
die mehr Kniefreiheit benötigen.
Réglage du volant
Le volant offre deux positions.
L'enjoliveur du volant (B) est purement
décoratif et n'a pas besoin d'être retiré
pour cette procédure.
1. Retirer la goupille cylindrique (D) fixant le volant (C) sur
l'arbre de direction (F).
2. Retirer le collier flexible (E) et lubrifier l'arbre de
direction (F) avec un produit antigrippant pour faciliter les
entretiens ultérieurs.
3. Remettre le collier flexible (E) et le volant (C) en place.
Réinsérer la goupille cylindrique (D) dans le trou inférieur
de l'arbre de direction (F). La branche du volant la plus
large (A) doit être dirigée vers l'opérateur lorsque les roues
sont tournées droit vers l'avant.
Le trou supérieur est réservé aux opérateurs
très grands qui ont besoin de plus d'espace
pour les genoux.
Het stuurwiel regelen
DE
Het stuurwiel heeft 2 posities.
Het embleem van het stuurwiel (B) is zuiver
decoratief en hoeft voor deze procedure niet te
worden verwijderd.
1. Verwijder de ronde bout (D) waarmee het stuurwiel (C) aan
de stuurstang (F) bevestigd is.
2. Verwijder de flexibele hals (E) en smeer de stuurstang (F)
in met een samenstelling die het vastlopen van een as
tegengaat, wat later onderhoud alleszins zal
vergemakkelijken.
3. Plaats de flexibele hals (E) en het stuurwiel (C) terug op
hun plaats. Steek de ronde bout (D) in de onderste opening
(F) van de stuurstang. De dikke wielspaak (A) moet naar de
berijder zijn gericht als de wielen recht naar voren staan.
De bovenste opening van de stuurstang kan
worden gebruikt door berijders met een grote(re)
lichaamslengte die meer knieruimte nodig hebben.
Regolazione del volante
FR
Il volante ha due posizioni.
Il coperchio del volante (B) ha solo una funzione
decorativa e, per eseguire questa procedura, non
è necessario rimuoverlo.
1. Rimuovere il perno di articolazione (D) che fissa il
volante (C) all'albero dello sterzo (F).
2. Rimuovere il collare flessibile (E) e lubrificare l'albero
dello sterzo (F) con un prodotto antigrippante in modo da
agevolare la manutenzione futura.
3. Reinstallare il collare flessibile (E) sul volante (C).
Utilizzare l'orifizio inferiore nell'albero dallo sterzo (F) e
reinstallare il perno cilindrico (D). La grossa ruota del
volante (A) deve essere rivolta verso l'operatore quando le
ruote sono perfettamente allineate.
L'orifizio superiore è previsto per gli operatori più
alti che necessitano di una maggiore distanza per
guidare rispetto alle ginocchia.
NL
IT
F-9