JUKI MO-1000 Instruction Manual page 49

Thread tension / Fadenspannung
Натяжение ниток / Draadspanning
A
B
C
D
E
F
注意
注意
注意
Adjusting the thread tension
Turn the tension dials by quater or half number, then test sew again and check the result.
注意
• The loops are formed on the underside.
Tighten the upper looper thread tension, (purple) or loosen the lower looper thread tension,
red (A).
注意
• The loops are formed on the upper side.
Tighten the lower looper thread tension, (red) or loosen the upper looper thread tension,
注意
purple (B).
• The right-hand needle thread forms loops on the underside.
Tighten the right-hand needle thread tension, green (C).
• The left-hand needle thread forms loops on the underside.
Tighten the left-hand needle thread tension, beige (D).
• The edge of the fabric curls up, tension of both looper threads is too tight:
Loosen upper and lower looper thread tensions, purple and red (E).
• The fabric puckers during sewing:
Loosen the right- or left-hand needle thread tension, green or beige (F).
Fadenspannung anpassen
Drehen Sie die Spannungseinstellräder nur um eine Viertel- oder halbe Nummer. Führen Sie
dann erneut Probenähen durch, und überprüfen Sie das Ergebnis.
• Die Fadenverschlingung der Greiferfäden liegt auf der Unterseite :
Obere Greiferspannung (purpur) anziehen, untere Greiferspannung (rot) lösen (A).
• Die Fadenverschlingung der Greiferfäden liegt auf der Oberseite:
Untere Greiferspannung (rot) anziehen, obere Greiferspannung (purpur) lösen (B).
• Der rechte Nadelfaden bildet Schlingen auf der Unterseite:
Rechte Nadelspannung (grün) mehr anziehen (C)
• Der linke Nadelfaden bildet Schlingen auf der Unterseite:
Linke Nadelspannung (beige) mehr anziehen (D).
• Die Stoffkante rollt sich leicht ein:
Beide Greiferspannungen (purpur und rot) leicht lösen (E).
• Der Stoff wird beim Nähen zusammengezogen:
Rechte oder linke Nadelspannung (grün oder beige) lösen (F).
Установка натяжения ниток
Поворачивая регуляторы натяжения по четверти и половине оборота, шейте пробный шов.
• Петли образуются на изнанке ткани
Увеличить натяжение нитки верхнего (фиолетовый) петлителя или уменьшить натяже-
ние нити нижнего (красный) -А
• Петли образуются на лицевой стороне ткани
Увеличить натяжение нитки нижнего (красный) петлителя или уменьшить натяжение
нити верхнего (фиолетовый)- В
• Нить правой иглы петлится на изнанке ткани
Увеличить натяжение нити правой иглы (зеленый) -С
• Нить левой иглы петлится на изнанке ткани
Увеличить натяжение нити левой иглы (бежевый) - D
• Край ткани сворачивается- натяжение ниток петлителей слишком велико
Ослабить натяжение нитей петлителей (фиолетовый и красный) - Е
• Ткань сборит при шитье -натяжение игольных нитей слишком велико
Ослабить натяжение игольный нитей (зеленый и бежевый)- F
Aanpassen van de draadspanning
Verstel de spanning slechts een kwart tot een half nummer, en test dan en controleer het resultaat.
A. De lussen vormen zich aan de onderkant van de stof:
Zet de bovengrijper-draad (paars) wat strakker, of de ondergrijper-draad wat losser (rood).
B. De lussen vormen zich aan de bovenkant van de stof:
Zet de ondergrijper-draad wat strakker (rood) of de bovengrijper-draad (paars) wat losser.
C. De rechter naald-draad vormt lussen aan de onderkant van de stof:
Zet de rechter naald-draad wat strakker (groen).
D. De linker naald-draad vormt lussen aan de onderkant van de stof:
Zet de linker naald-draad wat strakker (beige).
E. De stofrand krult op. De spanning van beide grijperdraden staat te strak:
Zet de boven- en ondergrijper-draad losser (paars en rood).
F. De stof rimpelt tijdens het naaien:
Zet de rechter of de linkernaalddraad wat losser (Groen of beige).
A
A
A
A
A
A
8
8
8
8
8
8
48