Direct Terugkeren Naar Het Dockingstation - Stihl RMI 522.0 C Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 99
robotmaaier niet is ingedockt, rijdt deze
eerst naar het dockingstation. Alle
bestaande startpunten worden gewist.
Tijdens het aanleren wordt het
beginbereik van de robotmaaier
gedefinieerd. Een reeds
opgeslagen beginbereik wordt
desgewenst uitgebreid. (
Onderweg kunnen er door het indrukken
van de OK-toets na het openen van de
klep maximaal 4 startpunten worden
vastgelegd.
Druk niet op de STOP-toets voordat
de klep wordt geopend, want dan
wordt de aanleerrit onderbroken.
Onderbreking is doorgaans alleen
nodig om het draadpad te
veranderen of hindernissen uit de
weg te ruimen.
Aanleerpocedure onderbreken:
Handmatig – door op de STOP-toets te
drukken.
Automatisch – door hindernissen aan de
rand van het maaivlak.
● Als het aanleren automatisch is
onderbroken, corrigeer dan de positie
van de begrenzingsdraad of verwijder
de hindernissen.
● Controleer vóór het verder aanleren de
positie van de robotmaaier. Het
apparaat moet op de begrenzingsdraad
of binnen het maaivlak met de voorkant
richting begrenzingsdraad staan.
Aanleerpocedure beëindigen:
Handmatig – na een onderbreking.
Automatisch – na het aandokken.
De nieuwe startpunten worden na het
aandokken of na een afbreking door op
OK te drukken (na openen van de klep)
opgeslagen.
Startfrequentie:
0478 131 9965 A - NL
Met de startfrequentie wordt gedefinieerd
hoe vaak een maaibeurt bij een startpunt
moet worden begonnen.
Standaardinstelling is 2 van 10
maaibeurten (2/10) bij elk startpunt.
● Wijzig indien nodig na het aanleren de
startfrequentie.
14.5)
● Stuur bij voortijdige beëindiging van het
aanleren de robotmaaier via het
commando naar het dockingstation.
(
11.6)
● Rondom elk startpunt kan na het
aanleren een radius van 3 m t/m 30 m
worden vastgelegd. Aan de opgeslagen
startpunten is standaard geen radius
toegewezen.
Startpunten met radius:
Als de maaibeurt bij het betreffende
startpunt wordt begonnen, maait de
robotmaaier eerst de deelzone
binnen het cirkelvormige gebied
rondom het startpunt. Pas daarna
wordt het overige maaivlak
bewerkt.
Startpunt 1 t/m 4 handmatig
instellen:
Leg de afstand van de startpunten
van het dockingstation vast en
definieer de startfrequentie.
De afstand is het traject van het
dockingstation naar het startpunt in
meters, rechtsom gemeten.
De startfrequentie kan tussen 0 van 10
maaibeurten (0/10) en 10 van 10
maaibeurten (10/10) liggen.
Rondom het startpunt kan een radius van
3 m t/m 30 m worden vastgelegd.
Het dockingstation is als
startpunt 0 gedefinieerd.
Standaard worden
maaibeurten van daaruit gestart..
De startfrequentie is even hoog als
de berekende restwaarde op 10
van 10 maaibeurten.
11.15 Direct terugkeren naar het
dockingstation
Met een functie voor intelligent het pad
vinden, kan de robotmaaier directer,
efficiënter terugrijden naar het
dockingstation.
Actief - Het direct terugkeren naar het
dockingstation is actief. De robotmaaier
rijdt over het maaivlak naar het
dockingstation.
Inactief - Direct terugkeren naar het
dockingstation is inactief. De robotmaaier
rijdt langs de begrenzingsdraad naar het
dockingstation.
Aanleren - een interne kaart van het
maaivlak wordt gemaakt. Als al een kaart
is opgeslagen, wordt deze gewist.
Tijdens het aanleren wordt een
interne kaart van het maaivlak
opgeslagen. Daartoe moet de rit
langs de rand zonder onderbreking
worden uitgevoerd.
Voorwaarden voor het maken van een
kaart van het maaivlak:
● De robotmaaier moet zonder
onderbreking langs de gehele lengte
van de begrenzingsdraad rijden.
329

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Rmi 522 c

Table of Contents