Verbindingstrajecten Installeren; Verboden Zones - Stihl RMI 522.0 C Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 99
Als er twee maaivlakken door een smal
gedeelte met elkaar zijn verbonden, kan er
een doorgang worden
geïnstalleerd. (
12.11)
De minimale draadafstand is 44 cm.
Daarom is er bij vernauwingen de
volgende ruimte nodig:
– tussen hoge hindernissen van meer
dan +/- 1 cm hoog, zoals muren
100 cm,
– tussen aangrenzende, berijdbare
oppervlakken met een hoogteverschil
van minder dan +/- 1 cm, zoals
bijvoorbeeld voetpaden 44 cm.

12.8 Verbindingstrajecten installeren

De robotmaaier negeert het
begrenzingsdraadsignaal wanneer de
draden dicht bij elkaar, parallel worden
gelegd. Verbindingstrajecten moeten
worden geïnstalleerd,
– als er naastgelegen gazons moeten
worden geïnstalleerd. (
– als er verboden zones nodig zijn.
(
12.9)
0478 131 9965 A - NL
STIHL raadt aan bij het leggen van
de draad ook de
verbindingstrajecten met de
betreffende verboden zones of
naastgelegen gazons te leggen.
Bij achteraf installeren moet de
draadlus worden doorgeknipt,
verbindingstrajecten moeten dan
via de meegeleverde
draadverbinders worden
opgenomen. (
In verbindingstrajecten wordt de
begrenzingsdraad (1) parallel gelegd, de
draden mogen elkaar niet kruisen en
moeten dicht bij elkaar liggen. Maak het
verbindingstraject met voldoende
bevestigingspennen (2) aan de bodem
vast.

12.9 Verboden zones

12.10)
Installeer verboden zones
– rondom hindernissen die de
robotmaaier niet mag aanraken,
– rondom hindernissen die niet stabiel
genoeg zijn,
– rondom hindernissen die te laag zijn.
Minimumhoogte: 8 cm
STIHL adviseert,
● hindernissen met verboden zones af te
grenzen of te verwijderen,
● verboden zones na de eerste installatie
of na veranderingen in de
12.16)
draadinstallatie met behulp van het
commando "Rand testen" te
controleren. (
Afstand voor het leggen van de
begrenzingsdraad rondom een verboden
zone: 28 cm
De robotmaaier rijdt langs de
begrenzingsdraad (1) om de hindernis (2)
heen zonder deze te raken.
Voor een betrouwbare werking moeten
verboden zones in principe rond en niet
ovaal of hoekig zijn. Ook mogen ze geen
naar binnen gebogen bochten bevatten.
11.13)
337

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Rmi 522 c

Table of Contents