Maaiduur; Beginbereik; Apparaat In Gebruik Nemen; Voorbereiding - Stihl RMI 522.0 C Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 99

14.4 Maaiduur

De maaiduur geeft aan hoeveel uur per
week het gazon moet worden gemaaid.
Deze kan worden verlengd of verkort.
(
11.7)
De maaiduur is gelijk aan de tijd
gedurende welke de robotmaaier het
gazon maait. Perioden waarin de accu
wordt opgeladen, worden niet bij de
maaiduur geteld.
Bij de eerste installatie berekent de
robotmaaier de maaiduur automatisch
vanuit de opgegeven grootte van het
maaivlak. Deze richtwaarde is afgestemd
op normale gazons bij droge
omstandigheden.
Te bewerken oppervlak:
2
Voor 100 m
heeft de robotmaaier
gemiddeld 100 minuten nodig.

14.5 Beginbereik

De robotmaaier herkent zijn locatie met
behulp van de ingebouwde GPS-
ontvanger. Bij elke rit langs de rand ter
controle van een goede draadligging
(
9.12) en bij het instellen van de
startpunten (
11.14) slaat de
robotmaaier de coördinaten van het meest
westelijke, oostelijke, zuidelijke en
noordelijke punt op.
Dit gazon is gedefinieerd als beginbereik,
hier mag de robotmaaier worden gebruikt.
Bij elke herhaling van een rit langs de rand
worden de coördinaten bijgewerkt.
Bij geactiveerde GPS-beveiliging wordt
de eigenaar van het apparaat
geïnformeerd als het apparaat buiten het
0478 131 9965 A - NL
beginbereik in gebruik wordt genomen.
Bovendien wordt op het display van de
robotmaaier om de pincode gevraagd.
15. Apparaat in gebruik
nemen

15.1 Voorbereiding

Voor de eerste installatie is een
installatiewizard beschikbaar.
(
9.)
De robotmaaier moet bij een
omgevingstemperatuur tussen +5
°C en +40 °C worden opgeladen en
gebruikt.
● Dockingstation installeren (
● Begrenzingsdraad leggen (
aansluiten (
9.10)
● Vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld
speelgoed, gereedschap) van het
maaivlak verwijderen
● Accu opladen (
15.7)
● tijd en datum instellen (
● Maaischema controleren en zo nodig
aanpassen – zorg ervoor dat u tijdens
de actieve tijden buiten de gevarenzone
blijft. (
11.7)
Zeer hoog gazon vóór gebruik van
de robotmaaier met een gewone
grasmaaier kort maaien
(bijvoorbeeld na een lange
onderbreking).

15.2 Klep

De robotmaaier is voorzien van een klep
die het display beschermt tegen
weersinvloeden en onbedoelde bediening.
Als de klep tijdens het gebruik van de
robotmaaier wordt geopend, stopt deze
met maaien. Het maaimes en de
robotmaaier komen tot stilstand.
Klep openen:
Om veiligheidsredenen moet
tijdens het gebruik van de
robotmaaier vóór het openen van
de klep op de STOP-toets worden
gedrukt.
9.8)
9.9) en
Pak de klep (1) bij de handgreep (A) vast
11.10)
en maak deze met een lichte ruk naar
boven los. Open de klep tot aan de
aanslag.
De geopende klep kan naar boven
van het apparaat worden
getrokken. Deze constructie dient
de veiligheid: zo kan het apparaat
gegarandeerd niet aan de klep
worden opgetild en gedragen.
Klep sluiten:
Laat de klep voorzichtig zakken tot deze
vastklikt.
De robotmaaier kan alleen in
gebruik worden genomen als de
kap goed vastgeklikt is.
345

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Rmi 522 c

Table of Contents