Bediening - Metabo KGS 216 Original Instructions Manual

Hide thumbs Also See for KGS 216:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 12
nl
NEDERLANDS
– De stopcontacten moeten reglementair
geïnstalleerd zijn en een goedgekeurde aarding
hebben.
 Het snoer moet zo gelegd worden dat het
zaagwerkzaamheden niet kan bemoeilijken en
dat het snoer niet beschadigd kan raken.
 Gebruik als verlengsnoer alleen snoeren met
rubbermantel en voldoende diameter
2
(3 × 1,5 mm
).
 Gebruik verlengsnoeren voor gebruik
buitenshuis. Gebruik in de open lucht alleen
hiervoor toegelaten en overeenkomstig
gekenmerkte verlengsnoeren.
 Voorkom het per ongeluk starten. Controleer of
de aan-/uit-schakelaar is uitgeschakeld wanneer
de stekker in het stopcontact wordt gestoken.
8.4 Speciaal voor accumachines
 Voorkom het per ongeluk starten. Verzeker u
ervan dat de schakelaar bij het insteken van het
accupack uitgeschakeld is.
 Bij een defecte machine dient u het accupack uit
de machine te halen.
Accupack
Het accupack (33) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
U vindt instructies voor het laden van het accupack
in de gebruiksaanwijzing van de Metabo-lader.
Li-Ion-accupacks „Li-Power" hebben een
capaciteits- en signaalindicatie (32):
- Druk op toets (31) en de laadtoestand wordt
door de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knippert, is het
accupack bijna leeg en moet worden opgeladen.
Transport van Li-ion-accupacks:
Op de verzending van Li-ion accupacks is het
voorschrift voor het transport van gevaarlijke
stoffen (UN 3480 en UN 3481) van toepassing.
Informeer bij het versturen van Li-ion accupacks
naar de actueel geldende voorschriften. Informeer
u ook bij uw transportbedrijf. Gecertificeerde
verpakking is bij Metabo verkrijgbaar.
Verstuur accupacks alleen als de behuizing
onbeschadigd is en er geen vloeistof uit lekt. Voor
het verzenden haalt u het accupack uit de
machine. De contacten tegen kortsluiting
beschermen (bijv. met tape isoleren).
Accupack verwijderen, plaatsen
Uitnemen: De knop voor de accupack-
ontgrendeling (30) indrukken en accupack (33)
naar achteren eruit trekken.
Inbrengen: accupack (33) erop schuiven tot deze
inklikt.

9. Bediening

 Controleer voor de werkzaamheden of de
veiligheidsvoorzieningen feilloos functioneren.
 Let steeds op een juiste houding en plaats
tijdens het zagen:
– neem plaats aan de voorkant;
– tegenover het zaagblad;
– van het opstuivende zaagsel.
Gevaar!
Fixeer het werkstuk indien mogelijk met de
werkstukspaninrichting (15).
Klemgevaar!
Pak tijdens het kantelen of zwenken van de
zaagkop niet in het scharnierbereik of onder het
apparaat!
 Houd tijdens het kantelen de zaagkop vast.
 Gebruik tijdens de werkzaamheden:
– Werkstuksteunen – bij lange werkstukken, die
na het afzagen van de tafel zouden vallen;
– Spaanzak of spaanafzuiginstallatie.
 Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn,
zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd
kunnen worden.
 Druk het werkstuk tijdens het zagen steeds op
de tafel en plaats het nooit op zijn kant. Probeer
het zaagblad ook niet af te remmen door middel
30
van zijdelingse druk. Er bestaat een risico op
ongevallen als het zaagblad geblokkeerd wordt.
9.1 Rechte zaagsnedes
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (24) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (51) uitgeschakeld.
– Draaitafel staat in 0°-positie, vergrendelgreep
(11) voor draaitafel is vastgetrokken.
– Hoek van de kantelarm tot de verticale positie
bedraagt 0°, vergrendelingshendel (22) voor
het instellen van de hoek is vastgetrokken.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
– Werkstukaanslag (25) instellen:
Borgschroef (35) losdraaien. Het extra profiel
(34) zo verschuiven, dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder in contact
te komen met het blad of de beschermkap. Met
borgschroef (35) fixeren.
Werkstuk zagen:
1. Werkstuk tegen de aanslag drukken en met de
werkstukspaninrichting (15) vastklemmen.
2. Bij bredere werkstukken: Zaagkop naar voren
(naar de bediener) trekken (trekbank).
3. Veiligheidsvergrendeling (26) activeren en
aan-/ uit-schakelaar (27) drukken en ingedrukt
houden.
4. Zaagkop aan de handgreep langzaam
helemaal naar beneden laten zakken en indien
nodig naar achteren (weg van de bediener)
schuiven. Tijdens het zagen de zaagkop
slechts zo stevig op het werkstuk drukken, dat
het motortoerental niet te sterk daalt.
5. Werkstuk in één keer doorzagen.
6. Aan-/ uit-schakelaar (27) loslaten en zaagkop
langzaam in de bovenste uitgangspositie terug
laten zwenken.
9.2 Versteksnede
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (24) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (51) uitgeschakeld.
– Hoek van de kantelarm ten opzichte van de
verticale positie bedraagt 0°,
vergrendelingshendel (22) voor het instellen
van de hoek is vastgetrokken.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
– Werkstukaanslag (25) instellen:
Borgschroef (35) losdraaien. Het extra profiel
(34) zo verschuiven, dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder in contact
te komen met het blad of de beschermkap. Met
borgschroef (35) fixeren.
Werkstuk zagen:
1. Vergrendelgreep (11) van de draaitafel
losdraaien en de pal (12) losdraaien.
2. Gewenste hoek instellen.
3. Vergrendelgreep (11) van de draaitafel
vastdraaien.
4. Werkstuk zagen, zoals beschreven bij "Rechte
zaagsnedes".
9.3 Schuine zaagsnedes
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (24) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (51) uitgeschakeld.
– Draaitafel staat in 0°-positie, vergrendelgreep
(11) voor draaitafel is vastgetrokken.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Werkstukaanslag (25) instellen:
Borgschroef (35) losdraaien. Het extra profiel
(34) zo verschuiven, dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder in contact
te komen met het blad of de beschermkap. Met
borgschroef (35) fixeren.
Voor bepaalde instellingen van de hoek kan het
noodzakelijk zijn, het extra profiel (34), na het
losdraaien van de borgschroef (35), er
helemaal uit te trekken. Borgschroef (35) weer
vast draaien. (Na het uitvoeren van de
zaagsnede het extra profiel (34) weer
aanbrengen en met de borgschroef (35) fixeren,
zodat hij niet verloren raakt.)
Werkstuk zagen:
1. Vergrendelhendel (22) voor het instellen van
de hoek aan de achterkant van de zaag los
maken.
2. Kantelarm langzaam in de gewenste positie
kantelen.
3. Vergrendelhendel (22) voor het instellen van
de hoek vasttrekken.
4. Werkstuk zagen, zoals beschreven bij "Rechte
zaagsnedes".
9.4 Dubbele versteksnedes
Aanwijzing:
De dubbele versteksnede is een combinatie uit
een versteksnede en een schuine snede. Dat
betekent, het werkstuk wordt schuin in richting
van de achterste aanleunrand en schuin naar de
bovenkant gezaagd.
Gevaar!
Bij de dubbele versteksnede is het zaagblad
vanwege de vergrootte hoek makkelijker
toegankelijk – hierdoor bestaat een verhoogd
letselrisico. Houd steeds voldoende afstand tot
het zaagblad!
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (24) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezwenkt.
– Zaagdieptebegrenzing (51) uitgeschakeld.
– Draaitafel in gewenste positie vergrendeld.
– Kantelarm in gewenste hoek ten opzichte van
het werkstukoppervlak gekanteld en
vergrendeld.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
– Trekbank helemaal naar achteren.
– Werkstukaanslag (25) instellen:
Borgschroef (35) losdraaien. Het extra profiel
(34) zo verschuiven, dat het werkstuk zo goed
mogelijk wordt ondersteund, zonder in contact
te komen met het blad of de beschermkap. Met
borgschroef (35) fixeren.
Voor bepaalde instellingen van de hoek kan het
noodzakelijk zijn, het extra profiel (34), na het
losdraaien van de borgschroef (35), er
helemaal uit te trekken. Borgschroef (35) weer
vast draaien. (Na het uitvoeren van de
zaagsnede het extra profiel (34) weer
aanbrengen en met de borgschroef (35) fixeren,
zodat hij niet verloren raakt.)
Werkstuk zagen:
 Werkstuk zagen, zoals beschreven bij "Rechte
zaagsnedes".
9.5 Groeven zagen
Aanwijzing:
De zaagdieptebegrenzing maakt samen met de
trekbank het maken van groeven mogelijk. Hierbij
wordt geen deelsnede gemaakt, maar wordt het
werkstuk slechts tot op een bepaalde diepte
ingesneden.
Gevaar op terugslag!
Bij het maken van groeven is het bijzonder
belangrijk, dat er geen zijdelingse druk op het
zaagblad wordt uitgeoefend. De zaagkop kan
anders plotseling omhoog slaan! Gebruik voor het
maken van groeven een spaninrichting. Vermijd
een zijdelingse druk op de zaagkop.
Uitgangspositie:
– Transportvergrendeling (24) eruit getrokken.
– Zaagkop naar boven gezwenkt.
– Kantelarm in gewenste hoek ten opzichte van
het werkstukoppervlak gekanteld en
vergrendeld.
– Draaitafel in gewenste positie vergrendeld.
– Borgschroef (13) van de trekbank is los.
– Trekbank helemaal naar achteren.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Kgs 216 mKgsv 216 mKgs 254 mKgs 305 mKgs 18 ltx 216

Table of Contents