8. BUITENGEWOON ONDERHOUD
8.1 VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN
Men dient onmiddellijk de
Verkoper of een gespecialiseerd
Centrum te contacteren indien men
onregelmatigheden aantreft in de werking:
- van de rem
- bij het inschakelen en stoppen
van de snij-inrichtingen
- van de inschakeling van de
aandrijving vooruit of achteruit.
8.2 SNIJGROEP / SNIJ-INRICHTINGEN
8.2.1 Uitlijning snijgroep
Een correcte afstelling van de snijgroep
is belangrijk om een mooi gelijkmatig
gemaaid gazon te verkrijgen (afb. 32).
Als het gras onregelmatig gemaaid wordt,
de bandenspanning nakijken (par. 6.1.3).
Indien dat niet voldoende is voor een
eenvormig gazon, neem dan contact
op met uw verkoper voor de afstelling
van de uitlijning van de snijgroep.
8.2.2 Snij-inrichtingen
Een botte snij-inrichting rukt het gras uit een
veroorzaakt de vergeling van het gazon.
Alle handelingen die betrekking hebben
op de snij-inrichtingen (demontage,
slijpen, in balans brengen, herstelling,
hermontage en/of vervanging) vergen
een specifieke vaardigheid en het
gebruik van geschikt gereedschap; uit
veiligheidsoverwegingen moeten deze
handelingen daarom steeds uitgevoerd
worden in een Gespecialiseerd centrum.
Laat de beschadigde, geplooide
of versleten snij-inrichtingen steeds
als geheel vervangen, samen met de
schroeven, om de balans te behouden.
BELANGRIJK Het is raadzaam dat de
messen per koppel vervangen worden, vooral
in geval van duidelijke verschillen in de slijtage.
BELANGRIJK Gebruik steeds originele
snij-inrichtingen, met de code aangegeven
in de tabel "Technische Gegevens".
Gezien de ontwikkeling van het product,
kunnen de snij-inrichtingen aangegeven in
de "Technische Gegevens" in de loop van
de tijd vervangen worden door andere, met
soortgelijke eigenschappen voor wat betreft
verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
8.3 VERVANGING VAN DE VOORSTE
/ ACHTERSTE WIELEN
8.3.1 Voorafgaande werkzaamheden
BELANGRIJK Gebruik een geschikt
hefmiddel, bijvoorbeeld een schaarkrik.
Vooraleer de wielen te vervangen, moet men
de volgende werkzaamheden uitvoeren:
• Verwijder alle toebehoren.
• Plaats de machine op een stevige en
vlakke oppervlakte, die de stabiliteit
van de machine garandeert.
• Trek de handrem aan.
• Schakel de motor uit.
• De sleutel verwijderen ;
• Plaats de krik op het hefpunt
nabij het wiel dat vervangen moet
worden (par. 8.3.2; par. 8.3.3).
• Controleer of de krik perfect
loodrecht op het terrein staat.
8.3.2 Keuze en plaatsing van de
krik op de achterwielen
Plaats houten keggen (afb. 33.A) aan de basis
van de wielen (afb. 33.B), aan de kant van het
wiel dat vervangen moet worden (afb. 33.C).
Voor modellen met opvang achteraan:
• De maximale hoogte van de gesloten
krik is 110mm. (afb. 32).
• Plaats de krik onder het achterste plaatje (afb.
33.A), op 180 mm. van de zijdelingse boord.
Voor modellen met zijdelingse aflaat:
• De maximale hoogte van de gesloten
krik is 110mm. (afb. 34).
• Plaats de krik onder de achterste as, op het
op de afbeelding aangegeven punt (afb. 35.A)
OPMERKING Wanneer de krik geplaatst
is zoals beschreven in deze paragraaf,
is het mogelijk enkel het wiel dat moet
vervangen worden, op te tillen.
NL - 21