in geval van schade, letsels of ongevallen
veroorzaakt door die producten.
• De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
dienstcentra en wederverkopers.
7.2 BRANDSTOF BIJVULLEN / LEDIGING
BRANDSTOFRESERVOIR
OPMERKING Het type van brandstof
dat gebruikt moet worden is aangegeven
in de handleiding van de motor.
BELANGRIJK De machine wordt aan
de gebruiker geleverd zonder brandstof.
Volg alle aanwijzingen die in de handleiding
van de motor staan aangegeven.
7.2.1 Bijvullen
Om brandstof bij te vullen:
1. Draai de dop van het reservoir los
en verwijder hem (afb. 25).
2. Plaats de trechter (afb. 25).
3. Vul brandstof bij zonder het
reservoir volledig te vullen.
4. Verwijder de trechter.
5. Schroef de dop van het brandstofreservoir
na het bijvullen goed dicht en
reinig eventuele lekken.
BELANGRIJK Vermijd benzine op de
plastic gedeelten te gieten zodanig dat
ze niet beschadigd worden; bij toevallige
lekken onmiddellijk spoelen met water.
De garantie dekt geen schade aan de
plastic onderdelen van de carrosserie of
de motor, veroorzaakt door benzine.
7.2.2 Lediging reservoir
OPMERKING Benzine is onderhevig aan
bederf en mag niet langer dan 30 dagen in het
reservoir blijven. Alvorens de machine gedurende
een lange periode te stallen (hfdstk. 9), dient
men het reservoir van de brandstof te ledigen.
Laat de motor afkoelen alvorens het
reservoir van de brandstof te ledigen.
1. Plaats de machine op een vlakke
oppervlakte, in de open lucht.
2. Plaats een opvanghouder ter
hoogte van de pijp (afb. 27.A).
3. Ontkoppel de buis (afb. 27.A) aan de ingang
van de filter van de benzine (afb. 27.B).
4. Open de brandstofkraan (indien voorzien).
5. Vang de brandstof op in een
geschikte houder.
6. Verbind de slang (afb. 27.A) weer en
let er hierbij op de slangklem (afb.
27.C) goed aan te brengen.
7. Sluit de brandstofkraan (indien voorzien).
Controleer, voordat er opnieuw
met de machine gewerkt wordt, of er
uit de slang, de benzinekraan en de
carburateur geen benzine lekt.
7.3 CONTROLE, BIJVULLEN,
AFLATEN MOTOROLIE
OPMERKING Het type van olie dat
gebruikt moet worden is aangegeven
in de handleiding van de motor.
BELANGRIJK De machine wordt aan
de gebruiker geleverd zonder motorolie.
BELANGRIJK Volg alle aanwijzingen die in
de handleiding van de motor staan aangegeven.
7.3.1 Controle / bijvullen
Controleer het oliepeil
vòòr ieder gebruik.
• Controleer het oliepeil van de motor:
volgens de precieze werkwijzen
aangegeven in de handleiding van de
motor, moet dit tussen de kentekens MIN
en MAX van het staafje zijn (Afb. 26).
Vul niet teveel olie bij, dit zou kunnen
leiden tot oververhitting van de motor.
Indien het peil over het niveau "MAX"
komt, moet men het juiste peil herstellen.
7.3.2 Aflaat
De motorolie kan zeer heet zijn indien
ze onmiddellijk na het uitschakelen van
de motor verwijderd wordt. Laat daarom
de motor enkele minuten afkoelen
alvorens de olie te verwijderen.
Vervang de motorolie volgens de frequenties
aangegeven in de handleiding van de motor.
Ga als volgt te werk:
• Type "I":
1. Plaats de machine op een
vlakke oppervlakte.
2. Plaats een opvanghouder ter hoogte
van de verlengpijp (afb. 28.A).
NL - 18