Motorkap; Snelsluitingen (16:C); Starten En Bedrijf; Voorzorgsmaatregelen - Stiga Park Series Instruction Manual

Ride-on lawnmower with seated operator
Hide thumbs Also See for Park Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 75
NL
De zitting is voorzien van een beveiligingsschake-
laar die is aangesloten op het beveiligingssysteem
van de machine.
Dit houdt in dat de machine niet gestart kan wor-
den als er niemand op de zitting zit. (zie 7.6.2).

6.14 MOTORKAP

Zie 5.2 voor de wijze waarop u toegang
krijgt tot de brandstofkraan, de accu en
de motor.

6.15 SNELSLUITINGEN (16:C)

Dankzij deze snelsluitingen kan zeer snel
en eenvoudig van accessoire gewisseld
worden.
De snelsluitingen zorgen ervoor dat de maaisy-
steemgroep gemakkelijk kan wisselen tussen de
twee standen:
• Normale stand met volledig aangespannen
riem.
• 4 cm achter de normale stand met losse riem,
zodat de maaisysteemgroep dichter bij de
basismachine komt.
Omdat de riemspanner loskomt van de riem,
vereenvoudigen de snelsluitingen de vervanging
van de riem en de maaisysteemgroep en wordt
het omschakelen naar de reinigingsstand en de
servicestanden gemakkelijker.
Spanning van de riem halen (16, 18)
Zie ook de aanwijzingen die bij het ac-
cessoire en de snelsluiting zijn gele-
verd.
1. Verwijder de splitpennen of de borgstiften
(16:B) aan beide zijden.
2. Open de snelsluitingen door de achterste ge-
deelten met uw hiel naar beneden te drukken
(16:A).
Nadat de snelsluitingen geopend zijn,
zijn de armen van het accessoire vrij,
en zitten dus niet langer aan de bevesti-
ging vast.
Voor afstel- of onderhoudswerkzaamhe-
den, de armen weer op de sluiting
plaatsen en de sluiting vergrendelen.
1. Voer de noodzakelijke aanpassingen uit,
bijvoorbeeld:
• Haak de riem los.
• Verwissel het accessoire door de armen (18)
los te maken.
Aanspannen van de riem (17; 18)
16
NEDERLANDS
Span de uiteinden afzonderlijk aan volgens onder-
staande instructies.
Draai de hendel niet met uw handen.
Gevaar voor verwonding door beknel-
ling.
1. Plaats uw voet op de hendel (18:A) en draai
voorzichtig een halve slag naar voren.
2. Installeer de splitpen of de borgstift (17:C).
3. Doe hetzelfde aan de andere kant.

7 STARTEN EN BEDRIJF

7.1

VOORZORGSMAATREGELEN

Controleer altijd of het oliepeil in de
motor correct is. Dit is met name be-
langrijk bij het werken op hellingen (zie
7,4).
Let heel goed op wanneer u gras maait
op hellingen: vermijd bruusk starten of
remmen, rijd niet dwars over de helling,
rijd altijd van boven naar beneden of
van beneden naar boven.
Schakel de parkeerrem in wanneer u de
machine parkeert.
Deze machine mag op een helling
van maximaal 10° rijden, ongeacht de
rijrichting.
Neem gas terug op hellingen en wan-
neer u scherpe bochten maakt, om te
voorkomen dat de machine kantelt of u
de controle over de machine verliest.
Wanneer u op de maximumsnelheid
rijdt, het stuur niet volledig draaien. De
machine kan dan kantelen.
Blijf met uw handen en voeten uit de
buurt van de scharnierende koppeling
van de stuurinrichting en van de drager
van de zitting. Gevaar voor verwonding
door beknelling.
7.2
GECOMBINEERD GEBRUIK VAN AC-
CESSOIRES
Zie voor het gecombineerde gebruik
van accessoires de "TABEL VOOR DE
JUISTE COMBINATIE VAN ACCESSOI-
RES" in hoofdstuk "0 TABEL TECHNI-
SCHE GEGEVENS"
7.3

BIJVULLEN MET BENZINE (19)

(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents