EBARA EVMS 1 Operating And Maintenance Manual page 57

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 12
EVMS (L)(G)
N
40
EVMS (L)(G)
10
F
40
EVMS (L)(G)
LF
40
EVMS (L)(G)
N
50
EVMS (L)(G)
15
F
50
EVMS (L)(G)
LF
50
EVMS (L)(G)
N
50
EVMS (L)(G)
20
F
50
EVMS (L)(G)
LF
50
65
(L)
LF
65
EVMS
32
65
(G)
F
65
80
(L)
LF
80
EVMS
45
80
(G)
F
80
100
(L)
LF
100
EVMS
64
100
(G)
F
100
100
(L)
LF
100
EVMS
90
100
(G)
F
100
9. ELEKTRISCHE AANSLUITING
− DE ELEKTRISCHE AANSLUITING MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR
EEN GEKWALIFICEERDE TECHNICUS.
− HET WORDT AANBEVOLEN, ZOWEL VOOR DE DRIEFASIGE VERSIE
ALS VOOR DE ÉÉNFASIGE VERSIE, EEN HOOGGEVOELIGE
AARDLEKSCHAKELAAR IN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE TE
INSTALLEREN (0,03 A).
De voeding van de elektrische pomp zonder stekker
LET OP!
gebeurt door een blijvende aansluiting te maken met het
schakelbord, uitgerust met een schakelaar, zekeringen en
thermische schakelaar geijkt op de stroomsterkte
opgenomen door de elektrische pomp.
Het netwerk moet beschikken over een efficiënte
aardingsinstallatie volgens de bestaande elektrische
normen in het land: deze verantwoordelijkheid wordt
gedragen door de installateur.
In geval van elektrische pompen zonder
stroomtoevoerkabel, een kabel aanschaffen die voldoet
aan de geldende normen in het eigen land en met de juiste
doorsnede op grond van de lengte, het geïnstalleerde
vermogen en de netspanning.
Indien aanwezig, dient de stekker van de éénfasige versie
te worden aangesloten op het elektrische netwerk in een
interne omgeving, ver van besproeiing, waterstralen of
regen, en op zodanige wijze dat de stekker toegankelijk is.
De pompen zijn niet voorzien van interne motorbescher-
ming, dus de bescherming tegen overbelasting dient door
de gebruiker te worden uitgevoerd. Van 1,5 kW tot 45 kW
is de motor uitgerust met een PTC. Het is raadzaam om de
beveiliging aan te sluiten op een printplaat.
TIJDENS HET AANSLUITEN ABSOLUUT VERMIJDEN DAT DE AANSLUITKAST
OF DE MOTOR NAT OF VOCHTIG RAKEN.
– Voor de driefasige versie, na het aansluiten van de stroomtoevoerkabel van
het ster-type of van het driehoeks-type op de aansluitkast, en de elektrische
pomp bekijkend vanaf de motorkant, controleren of de koelventilator in de
richting van de pijlsticker op de ventilatordeksel draait. In het geval hij
keerd mocht draaien, twee van de drie draden in het klemmenbord van de
motor omdraaien.
310
390
270
310
390
270
310
390
270
340
420
300
340
420
300
340
420
300
340
420
300
340
420
300
340
420
300
1200
1500
1100
1200
1500
1100
600
750
550
600
750
550
1300
1600
1150
1300
1600
1150
650
800
575
650
800
575
1450
1750
1250
1450
1750
1250
725
875
625
725
875
625
1450
1750
1250
1450
1750
1250
725
875
625
725
875
625
[-B-]
ver-
ELEKTRISCHE EVMS
Alvorens over te gaan tot het uitvoeren van de aansluiting, controleren of de
spanning en de frequentie van het netwerk overeenkomen met die van de motor,
die kunnen worden afgelezen van het typeplaatje. Tussen het netwerk en de elek-
trische pomp moet een bedieningsbord worden aangebracht met de volgende in-
richtingen (indien niet anders gespecificeerd door lokale normen):
-
schakelaar met openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm;
-
beveilingsinrichting tegen kortsluiting (zekeringen of thermische schakelaar);
-
hooggevoelige aardlekschakelaar (0,03 A);
-
aanbevolen wordt een beveiligingsinrichting tegen droog functioneren, aan te
sluiten op een drijver, op sondes of op een ander gelijkwaardig apparaat.
Eerst de beschermende geleider aansluiten op de PE-klem, het verlaten van het
langere snoer, zodat het de laatste is die loslaat in geval accidentele breuk.
Als de aansluitkast zich in een onhandige positie bevindt voor de aansluiting van
de kabel, is het mogelijk de plaatsing ervan te wijzigen door de motor 90° of 180°
of 270° te draaien. Hiervoor moeten de 4 bouten voor de bevestiging van de motor
op de motorsteun verwijderd worden en moet de motor net voldoende geheven
worden dat de rotatie mogelijk is, zonder de koppeling van de motoras en die van
de pomp te verwijderen. De 4 schroeven vervolgens weer vastdraaien.
10. HET VULLEN VAN DE POMP
LET OP!
De pomp niet in werking stellen voordat deze is
aangesloten en geïnstalleerd in haar definitieve positie
voor gebruik; handeling uit te voeren met volledig gesloten
elektrisch klemmenbord van de motor
De pomp en de zuigleiding moeten met water gevuld worden. Zoals reeds
gespecificeerd, veroorzaakt het activeren van de pomp zonder water automatisch
ernstige schade aan bepaalde interne onderdelen van de pomp.
Het vullen uitvoeren met gesloten aansluitkast en na het loskoppelen van de
stroomvoorziening.
10.1 HET VULLEN VAN DE POMP WAARBIJ HET VLOEISTOFNIVEAU LAGER
LIGT DAN DE POMP
a) De zeskantige stop, op de externe mantel ter hoogte van de bovenste steun,
losdraaien (de beschermingen van de koppelingen verwijderen waar nodig);
b) Met behulp van een trechter de zuigleiding en het pomphuis met water vullen,
totdat deze overlopen;
c) De zeskantige stop opnieuw vastdraaien, totdat deze geblokkeerd wordt;
d) Eventuele waterlekkages zorgvuldig opdrogen;
e) De beschermingen van de koppeling opnieuw monteren, als deze zijn
gedemonteerd.
10.2 HET VULLEN VAN DE POMP WAARBIJ HET VLOEISTOFNIVEAU
HOGER LIGT DAN DE POMP
a) De zeskantige stop losdraaien;
b) De afsluiter van de toevoer openen totdat het water overloopt;
c) De stop opnieuw vastdraaien, totdat deze geblokkeerd wordt; opstarten en
werking.
11. GEBRUIK, OPSTARTEN EN BEDRIJF
DE ELEKTRISCHE POMP NOOIT ZONDER WATER LATEN FUNCTIONEREN:
HET GEBREK AAN WATER VEROORZAAKT ERNSTIGE SCHADE AAN DE
INTERNE ONDERDELEN.
11.1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
a) Onze elektrische oppervlaktepompen zijn ontworpen voor werking in
plaatsen waar de omgevingstemperatuur niet hoger is dan 40°C en de
hoogte boven zeeniveau 1.000 m niet overschrijdt;
b) onze elektrische pompen mogen niet worden gebruikt in zwembaden of
vergelijkbare plaatsen;
c) het langdurig functioneren van de elektrische pomp met een gesloten
persleiding kan schade wegens oververhitting veroorzaken;
d) Schakel de motorpomp niet meer dan 50.000 keer per jaar in en uit. Als de
pomp meer dan 50.000 keer per jaar in- en uitgeschakeld wordt, kan de le-
vensduur verkort worden en bestaat er een risico op voortijdig defect raken
van de pomp. Zie ook hoofdstuk 7.2 voor het maximale aantal in- en uitscha-
[-C-]
NL
[-D-]
57

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents