SPX Radiodetection RD8000 User Manual page 67

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Zendtangen
Indien het niet mogelijk is om direct aan te sluiten op een leiding of kabel of indien
het niet gepast is om de inductiestand te gebruiken, kan een zendtang op de zender
gebruikt worden. De tang wordt op de uitgang van de zender aangesloten en biedt een
methode om een signaal over te dragen op een kabel of leiding. Dit is bijzonder handig
met onder spanning staande kabels aangezien het niet langer nodig is om de stroom uit
te schakelen en de lijn te onderbreken.
Er kan een ontvangsttang aangesloten worden op de accessoire aansluitbus van
de ontvanger en deze kan rond individuele leidingen of kabels worden geklemd om
individuele geleiders te zoeken of identificeren.
Stethoscopen
Soms is het niet mogelijk een zendtang te gebruiken vanwege ontoegankelijke kabels of
leidingen of vele geleiders bij elkaar. Een stethoscoop antenne kan dan worden gebruikt
in plaats van een ontvangsttang om kabels te identificeren.
Sondes en FlexiTrace
Sondes zijn op batterijen werkende zenders voor het opsporen van niet-metalen leidingen
en deze kunnen worden geplaatst op een flexband en ingebracht in pijpen, riolen, drainage
systemen, etc. De RD8000 kan een hele reeks sondefrequenties detecteren, inclusief de
frequenties uitgestuurd door Flexisondes en de P350 Flexitrax
crawler.
Een FlexiTrace is een traceerbare band van glasvezel met kabelgeleiders en een sonde
aan het uiteinde en wordt gebruikt in leidingen met een kleine diameter. Ingebracht in
een niet-metalen leiding, aangesloten op de uitgang van de zender, zodat de gebruiker
beschikt over de mogelijkheid om de volledige lengte van de kabel op te sporen of
ervoor te kiezen om alleen de punt van de kabel te zoeken.
De FlexiTrace heeft een maximaal vermogen van 1W. Wanneer u de FlexiTrace gebruikt
met een Radiodetection Tx-3 of Tx-10 zender, dient de uitgaande vermogenslimiet
ingesteld te worden op 1W in het MAX P menu en de uitgaande spanningslimiet moet
ingesteld worden op LOW in het MAX V menu.
Er zijn geen instellingen vereist voor de Tx-1 zender.
WAARSCHUWING: Wanneer u de bovenstaande Tx-3 of Tx-10 instructies
niet kunt opvolgen, kan dit ervoor zorgen dat de punt van de FlexiTrace te warm
wordt om aan te raken, wat persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur kan
veroorzaken.
Foutzoeken met A-Frame
De RD8000 PDL en PDLB hebben de mogelijkheid om heel nauwkeurig mantelfouten
op te sporen met behulp van een A-frame accessoire. De Tx-3 en Tx-10 hebben
een foutzoeksignaal dat gedetecteerd kan worden door het A-frame als gevolg van
signaalverlies veroorzaakt door beschadigde kabelmantels.
67

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents