Otto Bock 50R30 Lumbo TriStep Instructions For Use Manual page 33

Therapiefase 1:
Open de bandspanners (8) en de abdominale sluitingen (3) van de orthese en leg de orthese aan.
Door het verwijderen van een of meer van klittenband voorziene zijdelen (2) kunnen de omvang
en de compressie van de orthese worden geoptimaliseerd. Verwijder aan weerszijden de zijdelen
(2) (van dezelfde breedte) die niet nodig zijn (afb. 7), en zet de abdominale sluitingen (3) met be-
hulp van het klittenband weer vast aan de orthese (afb. 8) (de rode lijn dient hierbij ter oriëntatie).
De lengte van de banden (11) kan zo nodig met behulp van de bandspanners (9) worden aan-
gepast (afb. 9).
Therapiefase 2:
Maak de montageadapters (12) los (afb.10) en verwijder het overbruggingselement (5) (afb. 11).
Therapiefase 3:
Maak voor het verwijderen van het steunelement (4) de met een bevestigingsclip (8) aan de abdo-
minale sluitingen (3) bevestigde bandhouders (7) los (afb. 12). Haal vervolgens het steunelement
(4) inclusief de banden (11) van de orthese af (afb. 13).
Wanneer de orthese is aangelegd, moeten de volgende punten worden gecontroleerd: plaatsing,
compressie en pasvorm van de orthese.
6 Aanleggen van de orthese
Leg de lumbale orthese zo aan dat het steunelement (4) de rug over de gehele breedte bedekt
(afb. 4) en de rode lijn aan de binnenzijde van de orthese zich aan de onderkant bevindt.
Om de orthese te sluiten, steekt u uw vingers in de vingergrepen van de abdominale sluitingen (3),
trekt u de orthese gelijkmatig naar voren en zet u het klittenband van de abdominale sluiting (3)
aan de rechterkant vast op het klittenband van de abdominale sluiting aan de linkerkant (afb. 5).
Vervolgens spant u het steunelement aan door de bandspanners (9) gelijkmatig aan te trekken en
deze te bevestiggen op de bovenste abdominale sluiting (3) (die aan de rechterkant) (afb. 6). Zorg
er daarbij voor dat het klittenband van de bandspanners over het gehele oppervlak op het klitten-
band van de abdominale sluiting komt te zitten en niet in aanraking komt met de kleding of de huid.
Leg de patiënt uit hoe hij de orthese moet aanleggen en afdoen en hoe de orthese goed zit en
de juiste pasvorm heeft. Oefen het aanleggen en afdoen van de orthese samen met de patiënt.
7 Bijwerkingen
Let op!
Alle hulpmiddelen – zowel bandages als orthesen – die aan de buitenkant van het
lichaam worden aangelegd, kunnen wanneer ze te strak zitten, lokale drukverschijnselen
veroorzaken en in een enkel geval zelfs de door het betreffende lichaamsdeel lopende
bloedvaten of zenuwen afknellen.
8 Contra-indicaties
Let op!
Bij de volgende ziektebeelden is het aanleggen en dragen van een dergelijk hulpmiddel
alleen aan te raden, indien dit gebeurt in overleg met de arts:
• huidaandoeningen en letsel aan of in het betreffende lichaamsdeel, in het bijzonder
ontstekingsverschijnselen; hypertrofisch littekenweefsel, roodheid en verhoogde
temperatuur;
• stoornissen in de lymfeafvoer, ook onduidelijke zwellingen van weke delen, in de benen.
50R30 Lumbo TriStep Ottobock | 33