Advertisement
NL
Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
Inhoud
1
en aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
1.1
Stuureenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
1.2
Afspeeleenheid frontpaneel . . . . . . . . . . . . 29
1.3
Afspeeleenheid achterzijde . . . . . . . . . . . . 29
2
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . 29
3
Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
4
De cd-speler opstellen en aansluiten . . . 29
5
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
5.1
De cd afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
5.2
5.2.1 Bargrafiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
5.2.2 De beatteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
5.2.3 Rustmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
5.3
De bedrijfsmodus kiezen . . . . . . . . . . . . . . 30
5.3.1 Afspelen van een individuele track . . . . . 30
5.3.2 Afspelen van de volledige cd . . . . . . . . . 30
mechanisme automatisch starten . . . . . . 30
5.4
Een track kort voorbeluisteren . . . . . . . . . . 30
5.5
Functie OUTRO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
weergave van het aantal beats per minuut na
omschakelen met de toets BPM (28)
j Tracknummer resp. - kort na inleggen van
een cd - het aantal tracks op de cd
k Tijdsaanduiding; zie pos. 5 Toets TIME/STOP
l De melding "OUTRO":
duidt de functie OUTRO aan,
zie positie 6 Toets CONT./SINGLE
m De melding "LOOP": verschijnt op het display,
om weer te geven dat een bepaald fragment
continu afgespeeld wordt (zie hoofdstuk 5.12)
n De melding "REMAIN": geeft aan, dat de
resterende speeltijd van een track of een cd
wordt weergegeven
4 Toets RELAY om het andere afspeelmecha-
nisme automatisch te starten aan het einde van
een track of aan het einde van de cd (zie hoofd-
stuk 5.3.3)
De functie kan enkel worden geactiveerd, wan-
neer in beide afspeelmechanisme een cd is ge-
legd.
5 toets TIME/STOP:
indien u de toets langer dan 3 seconden inge-
drukt houdt, stopt het afspeelmechanisme;
om het display met tijdsweergave (k) om te scha-
kelen, drukt u kort op de toets:
Basisinstelling:
Weergave van de reste-
rende tijd van de geselec-
teerde track
1ste keer drukken
op de toets:
Weergave van de verstreken
afspeeltijd van de geselec-
teerde track
2de keer drukken
op de toets:
Weergave van de reste-
rende speeltijd van de volle-
dige cd
3de keeer drukken
op de toets:
Terugschakelen
basisinstelling
28
5.6
Versneld vooruit en achteruit zoeken . . . . . 31
5.7
opzoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
5.8
van toonhoogte wijzigen . . . . . . . . . . . . . . 31
5.9
op elkaar afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Hot-Cue-punten opslaan . . . . . . . . . . . . . . 31
5.10.1 Toetsen CUE 1 tot CUE 5 . . . . . . . . . . . . 31
5.10.2 Toets CUE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
5.11 Stottereffecten genereren . . . . . . . . . . . . . 31
5.12 Naadloze loop afspelen . . . . . . . . . . . . . . . 31
5.13 De sampler bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
6
Klankeffecten activeren . . . . . . . . . . . . . . 32
6.1
Rem-/aanloopfunctie BRAKE . . . . . . . . . . 32
7
Eigen trackvolgorde samenstellen . . . . . 33
7.1
Een reeks tracks programmeren . . . . . . . . 33
7.2
Programmering controleren . . . . . . . . . . . . 33
7.3
afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
7.4
8
Faderstart via een mengpaneel . . . . . . . 33
9
Onderhoud van de cd-speler . . . . . . . . . 33
10
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 33
11
Verklaring van de vakbegrippen . . . . . . . 34
6 Toets CONT./SINGLE om de bedrijfsmodus te
selecteren (zie ook hoofdstuk 5.3) en de functie
OUTRO in te schakelen
Basisinstelling:
1ste keer drukken
op de toets:
2de keer drukken
op de toets:
Houd de toets ca. 3 seconden ingedrukt tot op
het display de melding "OUTRO" (l) verschijnt:
schakel de functie OUTRO in om telkens de
laatste 30 seconden van de volgende track af te
spelen [Met de toets TIME/STOP (5) kunt u de
functie weer uitschakelen.]
7 Toets BRAKE om de rem-/aanloopfunctie in en
uit te schakelen, zie hoofdstuk 6.1
8 LED "HOT CUE"; licht op, wanneer u met de
toets MEMO (9) de Hot-Cue-functie activeert
9 Toets MEMO om de opslag van Cue-punten met
de toetsen CUE (10) te activeren;
om de Hot-Cue-functie te activeren (zie hoofd-
stuk 5.10.1) houdt u de toets ca. 3 seconden
ingedrukt tot de LED "HOT CUE" (8) oplicht
10 Toetsen CUE 1 tot 5 om maximaal vijf beginpun-
ten op een cd op te slaan en te selecteren
11 Toetsen PITCH BEND voor synchronisatie van
het ritme van een track in afspeelmechanisme 1
op het ritme van een track in afspeelmechanis-
me 2
Zolang een van de toetsen wordt bediend, ligt de
afspeelsnelheid 16 % lager resp. hoger.
12 Toets PROG. om een willekeurige reeks tracks
naar
de
te programmeren (zie hoofdstuk 7)
1
De toetsen met dubbele functie zijn op het toestel
gekenmerkt met de symbolen
resp. lang ingedrukt houden.
1.1 Stuureenheid (figuur 1 - 3)
13 Toets MT (Master Tempo) voor constante toon-
Afspelen van een individuele
14 LED's om het geselecteerde snelheidsregelbe-
track; op het display verschi-
jnt "AUTO CUE SINGLE" (f)
alle tracks van de cd worden
afgespeeld; op het display
verschijnt de melding "CON-
TINUE" (d)
15 Toets PITCH om het snelheidsregelbereik (8 %,
Terugschakelen
naar
de
16 Toets ON/OFF om de regelaar PITCH CON-
basisinstelling
17 Toets SAM. (Sampler) om een trackfragment van
18 Toets OPEN/CLOSE
19 Toets ON/OFF om het met toets SELECT (20)
20 Toets SELECT om een van de effecten Scratch,
21 LED's om het effect aan te duiden dat met de
Overzicht van de bedieningselemen-
ten en aansluitingen
1 Bedieningspaneel voor afspeelmechanisme 1
(details zie figuur 2)
2 Bedieningspaneel voor afspeelmechanisme 2
(details zie figuur 2)
3 Multifunctioneel display (details zie figuur 3)
a Symbool voor de weergavemodus
b Symbool voor de pauzemodus
c Bargrafiek: duidt door zijn lengte de reste-
rende speeltijd van een track aan [de melding
"REMAIN" (n) verschijnt op het display] of de
verstreken speeltijd van een track (de melding
"REMAIN" verdwijnt van het display)
d De melding "CONTINUE":
duidt de bedrijfsmodus Afspelen van de volle-
dige cd aan, zie positie 6 toets CONT./
SINGLE
e De melding "BRAKE":
verschijnt op het display, wanneer de rem-/
aanloopfunctie met de toets BRAKE (7) werd
geactiveerd
f De melding "AUTO CUE SINGLE":
duidt de bedrijfsmodus Afspelen van een indi-
viduele track aan
g De melding "BEAT":
geeft aan, dat het aantal beats per minuut op
het display verschijnt, zie pos. 28 toets BPM
h De melding "PITCH":
geeft aan, dat op het display de procentuele
afwijking ten opzichte van de standaardsnel-
heid verschijnt die met de regelaar PITCH
CONTROL (30) is ingesteld
i De weergave van de procentuele afwijking ten
opzichte van de standaardsnelheid, ingesteld
met regelaar PITCH CONTROL (30), resp. de
hoogte. Na indrukken van de toets, blijft de toon-
hoogte constant, wanneer u de afspeelsnelheid
wijzigt met de regelaar PITCH CONTROL (30).
reik weer te geven
knipperen = de regelaar PITCH CONTROL (30)
is niet geactiveerd
constant oplichten = de regelaar werd met de
toets ON/OFF (16) geactiveerd
16 %, 32 % of 100 %) in te stellen
TROL (30) te activeren en deactiveren
maximaal 8 seconden op te slaan en weer te
geven, zie hoofdstuk 5.13
om de cd-lade (31) te
openen en te sluiten;
zolang de cd wordt afgespeeld, is de cd-lade
beveiligd tegen onbedoeld openen
geselecteerde effect in en uit te schakelen
Flanger, Filter, Echo en Reverse te selecteren
Om de functie Doorloopeffect (vasthoudmodus)
in te schakelen, houdt u de toets ca. 3 seconden
ingedrukt tot de LED boven de toets oplicht.
toets SELECT (20) is geselecteerd
1 blauw - Scratch
2 rood - Flanger
3 groen - Filter
4 geel
- Echo
5 rood - Reverse
De overeenkomstige LED knippert, wanneer het
effect is geselecteerd, en licht continu op,
wanneer het effect met de toets ON/OFF (19)
werd ingeschakeld.
of
voor kort
Advertisement
Chapters
