GAUI Hurricane 425 Operating Instructions Manual page 84

Pagina P.6
Bovenste afbeelding:
Plaats de aandrijfas voor de staartrotorriemen overeenkomstig de tekening en schroef de tandschijf op de as vast.
Onderste afbeelding:
Plaats de motordrager op de motor en draai beide schroeven M3x6 maar zodanig vast dat de motor met zachte druk op de
drager nog kan worden verschoven. Monteer aansluitend het motorrondsel overeenkomstig de tekening op de motoras en
maak het rondsel met twee stifttappen M3x3 vast.
Plaats de motor in overeenstemming met de schets in het chassis en schroef de motordrager met vier schroeven M3x6
lichtjes aan het chassis vast.
Om de tandflankspeling in te stellen, schuift u een smal strookje papier tussen het motorrondsel en het transmissietandwiel
en drukt u de motor in de richting van de transmissie. Controleer daarbij ook de correcte montagehoogte van het motorrondsel
op de motoras.
Verwijder vervolgens de motordrager en motor opnieuw en trek span daarna de motorbevestigingsschroeven stevig aan.
Plaats daarna de motor en motordrager terug in de mechaniek en controleer de tandflankspeling.
Bij een correcte instelling grijpen beide tandwielen vast in elkaar zonder daarbij vast te klemmen of teveel speling te
vertonen.
Pagina P.7
Bovenste afbeelding:
De rotorkop is reeds voorgemonteerd. Beide mixhendels aan de bladhouders moeten nog in overeenstemming met de
afbeelding worden gemonteerd.
Naargelang de inbouwtoestand van de onderlegschijven aan de bladhouderas kan de dempingsgraad van de
rotorkop worden ingesteld.
Onderste afbeelding:
Monteer de stabilisatorstang overeenkomstig de afbeelding en schuif de peddelstang in de rotorkop. Beide gebogen
peddelstangkoppelingen moeten daarbij zodanig worden gemonteerd dat de peddelstang geen zijdelingse speling vertoont.
De peddelstang moet rechts en links even ver uit de rotorkop uitsteken (zie onderste schets).
Belangrijk!
De peddelstangkoppelingen moeten vlak afgesteld worden gemonteerd (zie ook pagina P.13).
Pagina P.8
Bovenste afbeelding:
Draai de peddel op de peddelstang en stel de peddel horizontaal op (zie ook pagina P.13). De afstand van de peddel tot de
peddelstangkoppelingen moet aan beide zijden 108 mm bedragen.
Aansluitend schuift u de pitchcompensatormeenemer overeenkomstig de afbeelding op de rotorkop en schroeft u deze vast.
Onderste afbeelding:
Plaats de rotorkop boven op de hoofdrotoras. De boring met de kleine afstand tot het asuiteinde moet daarbij naar beneden
naar de transmissie wijzen.
Schuif vervolgens de voorgemonteerde pitchcompensator (fig. 2) en de tuimelschijf van onderaf op de hoofdrotoras.
Maak beide koppelingsstangen tussen tuimelschijf en bladhouder overeenkomstig de tekening links in de afbeelding klaar
en monteer de stangen op de rotorkop. De andere rotorkopstangen zijn reeds voorbereid en moeten alleen nog worden
vastgeklikt (zie fig. 3).
Aangezien het hoofdrotorastandwiel reeds af fabriek is voorgemonteerd, zijn hier geen verdere montagewerken meer
nodig.
84