Aanbouwtoestellen Aansluiten Aan De Hydraulica; Aanbouwtoestellen Van De Machine Demonteren; Opslag; Onderhoud - Kärcher MIC 84 User Manual

Aanbouwtoestellen aansluiten aan
de hydraulica
 De machine is standaard uitgerust met
2 dubbelwerkende hydraulica-aanslui-
tingen vooraan en 1 dubbelwerkende
hydraulica-aansluiting achteraan. Opti-
oneel kunnen er meer zijn.
De aanbouwtoestellen worden met
snelkoppelingen van het formaat 3/8"
aangesloten.
 Voor de werkhydraulica staat vooraan
nog een hydraulica-aansluiting ter be-
schikking. Optioneel is er ook achter-
aan een hydraulica-aansluiting.
De koppelingen bestaan uit stekker
(voorloop) en mof (terugloop) en een
drukvrije terugloop (drainage).
1 Voorloop (druk)
2 Terugloop
3 Drainage
Hydraulische slangen aansluiten
Bij een draaiende motor en een bediende
parkeerrem:
 Keuzeschakelaar rijrichting in de neu-
trale stand brengen.
Drukontlasting activeren:
 OK-knop op het display indrukken.
 Knop 3 indrukken.
 Knop 1, 2 en 3 indrukken, drukontlas-
ting is geactiveerd.
 Hydraulische slangen van het aan-
bouwtoestel aansluiten aan de machi-
ne.
Drukontlasting deactiveren:
 Knop 1, 2 en 3 nogmaals indrukken,
drukontlasting wordt gedeactiveerd.
 ESC-knop indrukken, de instelling is
opgeslagen.
80
Aanbouwtoestel specifiek selecteren
 OK-knop op het display indrukken.
 Met knoppen 1 - 7 het overeenkomstige
aanbouwtoestel selecteren en bevesti-
gen met OK-knop.
 ESC-knop indrukken, de instelling is
opgeslagen.
Aanbouwtoestellen van de machine
demonteren
Bij een draaiende motor en een bediende
parkeerrem:
 Losse stand met schakelaar activeren.
 Aanbouwtoestel op de grond zetten.
 Drukontlasting activeren: zie daartoe
in het vorige hoofdstuk „Drukontlasting
activeren".
 Hydraulische slangen van het aan-
bouwtoestel van de machine losmaken.
 Drukontlasting deactiveren: zie daar-
toe in het vorige hoofdstuk „Drukontlas-
ting deactiveren".
 Veerstekker aan de bout van de top-
stang eruit trekken en de bout verwijde-
ren.
 Linkse en rechtse vergrendeling van de
trekstang ontgrendelen, losse stand
loszetten en de frontale toestelhouder
naar beneden brengen (joystick naar
voren).

Opslag

WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Als het voertuig lange tijd niet worden ge-
bruikt, neem dan volgende punten in acht:
 Zet het voertuig op een beschermde,
effen en droge plaats weg.
 Contactsleutel in de stand „STOP"
draaien en contactsleutel verwijderen.
 Hoofdschakelaar uitschakelen.
 Beveilig het voertuig tegen wegrollen,
zet de parkeerrem vast.
 Vóór lange opslag motorolie en motor-
filter vervangen.
 Bij kans op vorst controleren of er vol-
doende antivriesmiddel in het koelwater
zit.
 Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen.
 Accu elke 2 maanden opladen.
10
-
NL

Onderhoud

Onderhoudsschema

OPMERKING
De bedrijfsurenteller geeft het tijdstip van
de onderhoudsintervallen aan.
Dagelijks voor het bedrijfsbegin
 Zie hoofdstuk "Vóór de start/veilig-
heidscontrole".
Wekelijks
 Bandenspanningen, eventuele slijtage
van de banden.
Raadpleeg voor de aanbevolen ban-
dendruk het hoofdstuk "Technische ge-
gevens | Banden".
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Eerste inspectie door de klantendienst la-
ten uitvoeren.
– Motorolie en motoroliefilter wisselen.
– Hydraulische olie vervangen.
– Hydraulische-oliefilter, terugloop ver-
vangen.
– Hydraulische-oliefilter, voorloop ver-
vangen.
Alle 100 bedrijfsuren
– Draaipunten, apparatuurhouders en ci-
linders smeren (voor smeernippelover-
zicht zie hoofdstuk Apparaat smeren).
Alle 250 bedrijfsuren
– Motorolie verversen.
– Hydraulische-oliefilter, terugloop ver-
vangen.
– Hydraulische-oliefilter, voorloop ver-
vangen.
– Batterij controleren.
– Brandstoffilter reinigen.
– V-snaar en V-snaarspanning controle-
ren.
– Luchtfilter reinigen.
Na de eerste 500 bedrijfsuren
– Hydraulische olie vervangen.
Alle 500 bedrijfsuren
– Motoroliefilter vervangen.
– Hydraulische-oliefilter, terugloop ver-
vangen.
– Hydraulische-oliefilter, voorloop ver-
vangen.
– Brandstoffilter vervangen.
– V-riem vervangen.
Alle 1000 bedrijfsuren
– Ventielspeling controleren en instellen
(door klantendienst).
– Hydraulische olie vervangen.
Jaarlijks
– Luchtfilter vervangen.
Alle 2 jaar
– Brandstofleidingen en slangklemmen
vervangen.
– Slangen en slangklemmen van de koe-
ler vervangen.
– Radiateur reinigen.
– Koelvloeistof vervangen.
Na elke wasbeurt van het voertuig
 Draaipuntverbinding smeren.