Voor De Inbedrijfstelling; Vóór Eerste Inbedrijfstelling Nl; Tanken; Ruitensproei-Inrichting - Kärcher MIC 84 User Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 19
 Schakelaar voor de werkhydraulica
vooraan of achteraan indrukken (in
functie van het aangesloten aanbouw-
toestel).
Instructie: Bij een gelijktijdig bedrijf van
het toestel vooraan en achteraan kan
slechts een transporthoeveelheid van
telkens 0 - 60 l/min geselecteerd wor-
den. Wanneer een transporthoeveel-
heid van 60 - 120 l/min vereist is, kan
enkel een toestel vooraan of achteraan
gebruikt worden.
 Op het display c.q. de bedieningstermi-
nal worden drie keuzemogelijkheden
weergegeven:
0 - 60 l/min vooraan en achteraan
0 - 120 l/min vooraan
0 - 120 l/min achteraan
Met de knoppen 1 tot 3 de gewenste
ontneemplaats / transporthoeveelheid
selecteren.
 Met de potentiometer (B en/of C) de ge-
wenste hydraulica-transporthoeveel-
heid instellen.
BELANGRIJK: Overschrijd nooit de
door de fabrikant van het aanbouwtoe-
stel vermelde transporthoeveelheid.
Instructie: Bij een ingeschakelde hy-
draulica kan de transporthoeveelheid
steeds gewijzigd worden met de poten-
tiometer.
WAARSCHUWING
Stel nooit een hogere transporthoeveelheid
in dan toegestaan voor het aanbouwtoe-
stel. Dat kan leiden tot beschadigingen van
het toestel en gevaarlijke situaties van per-
sonen die zich in de buurt bevinden.
Vooraleer het aanbouwtoestel gebruikt
wordt, moet gegarandeerd worden dat de
toegestane transporthoeveelheid correct is
ingesteld op de bedieningsterminal van de
machine.
In he val van onzekerheid of twijfel over de
juiste hydraulica-transporthoeveelheid of
de instelling moet zeker contact opgeno-
men worden met de klantenservice.
78

Voor de inbedrijfstelling

Vóór eerste inbedrijfstelling
 De documentenmap bevindt zich ach-
ter de bestuurdersstoel. Altijd de bijge-
voegde documentatie daarin bewaren.
Zo heeft u en hebben eventuele trans-
portondernemingen altijd toegang tot
belangrijke informatie.

Tanken

Gevaar
Explosiegevaar!
– Uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing
aangegeven brandstof mag worden ge-
bruikt.
– Niet in gesloten ruimtes tanken.
– Roken en open vuur is verboden.
– Let erop dat er geen brandstof op hete
oppervlakken komt.
 Motor uitzetten.
 Tankdop openen.
 Diesel tanken.
 Pistool van brandstofvulslang zo ver
mogelijk in de vulpijp stoppen. Zodra
het volgens voorschrift gebruikte pistool
van de brandstofvulslang voor de eer-
ste keer afslaat, dan niet meer verder
tanken.
 Overgelopen brandstof wegvegen en
vuldop van brandstoftank sluiten.
Tanken met jerrycan
 Hoeveelheid brandstof van te voren
schatten, om overlopen te verhinderen.

Ruitensproei-inrichting

Het reservoir voor ruitenwasmiddel bevindt
zich vooraan rechts op het machinedeel.
 Vloeistofpeil iedere dag controleren en
indien nodig bijvullen met in de winkel
verkrijgbare ruitenwisservloeistof.
Chauffeursstoel instellen
GEVAAR
Ongevalgevaar. Bestuurdersstoel niet in-
stellen tijdens de rit.
1 Hefboom stoelverstelling
2 Veerconstante
8
-
NL

Stuurwielstand instellen

GEVAAR
Ongevalgevaar. Stuurwielstand niet instel-
len tijdens de rit.
1 Vergrendeling
 Aan de vergrendeling trekken.
 Stuurwiel in gewenste stand zetten.
 Vergrendeling terugschuiven en contro-
leren dat hij inklinkt.
Vóór de start/veiligheidscontrole
GEVAAR
Ongevalgevaar, verwondingsgevaar. Zo-
dra een punt van de veiligheidscontrole niet
vervuld wordt, mag het apparaat niet in be-
drijf genomen en moet het gerepareerd
worden.
De veiligheidscontrole moet voor elk ge-
bruik van het voertuig uitgevoerd worden.
Controles onder de motorkap
– Oliepeil van het hydraulisch systeem
controleren.
– Motoroliepeil controleren.
– Koelvloeistofstand controleren.
– Ruitensproeierwaterstand controleren.
Rond het voertuig stappen en het
volgende controleren
– Aansluitingen van het hydraulisch sy-
steem op netheid controleren.
– Hydraulische leidingen op lekken con-
troleren.
– Brandstofleidingen en aansluitingen
controleren op lekken.
– Elektrische leidingen controleren op be-
schadigingen.
– Schroeven en moeren.
– Voertuig, motor en koelrooster op be-
schadigingen controleren
– Reinheid van de filters.
– Is de hoofdschakelaar ingescha-
keld?
Zittend op het voertuig controleren
– Controleren of rijpedaal licht loopt.
– Is de parkeerrem vergrendeld?
– Zijn de schakelaars voor het hydrau-
lische werksysteem uitgeschakeld?
– Bij ingeschakelde ontsteking: Branden
de waarschuwingslampjes voor laad-
controle en oliedruk?
Motor starten en controleren
– Gaan de waarschuwingslampjes voor
laadcontrole en oliedruk uit?
– Functioneren bedrijfsurenteller en tem-
peratuuraanduiding?
– Zijn verlichting en richtingaanwijzer in
orde?

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents