Stiga VILLA Instructions For Use Manual page 62

Hide thumbs Also See for VILLA:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 42
NL
Als het veiligheidssysteem niet werkt,
mag de machine niet worden gebruikt!
Breng de machine voor controle naar
een servicewerkplaats.
STARTEN VAN DE MOTOR
1. Open de benzinekraan (afb 13).
2. Controleer dat de bougiekabel op zijn plaats zit.
3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld
is.
4. Zet de versnellingspook in de neutrale stand.
5. Koudestart - zet de gashendel in de chokestand.
Warme start - zet de gashendel in volgas (1 - 1,5
cm boven de chokestand).
6. Trap het pedaal tot op de bodem in.
7. Draai de startsleutel om en start de motor.
8. Wanneer de motor gestart is, duw de gashendel
dan geleidelijk naar volgas als u de choke gebruikt
heeft.
9. Belast bij een koude start de machine niet on-
middellijk na het starten maar laat de motor een
paar minuten draaien. Dan wordt de olie opge-
warmd.
STOPPEN
Zet de krachtaansluiting vrij. Trek de parkeerrem
aan. Laat de motor 1 - 2 minuten stationnair lopen.
De motor afzetten door de startsleutel om te
draaien.
Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk
wanneer de machine op b.v. een aanhanger wordt
vervoerd.
Als u de machine onbeheerd achterlaat,
moet u de bougiekabel losmaken van de
bougie. Neem ook de sleutel uit het
startslot.
Na het maaien is de motor erg warm.
Raak de geluiddemper, de cylinders of
de koelribben niet aan. Anders kunt u
brandwonden oplopen.
RIJDEN
Zorg er altijd voor dat er voldoende olie in de mo-
tor is bij het rijden van hellingen (oliepeil op
"FULL").
58
NEDERLANDS
Wees voorzichtig op hellingen. Stop of
start niet plotseling wanneer u een hel-
ling op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over
een helling. Rijd van boven naar bene-
den en beneden naar boven.
Bij het naar beneden rijden langs een
helling met een hoek groter dan 20°
kunnen de achterwielen van de grond
komen. Het maaiaggregaat verhindert
echter dat de machine voorover kiept.
De machine mag, met daarop originele
accessoires gemonteerd, op een helling
met een hoek van maximaal 10° rijden,
ongeacht de richting.
Rijd langzamer op hellingen en bij het
nemen van een bocht om te voorkomen
dat de machine kantelt of dat u controle
over de machine verliest.
Draai het stuurwiel niet compleet rond
tijdens het rijden met hoge snelheid en
vol gas. De machine kan kantelen.
Houd handen en vingers uit de buurt
van de ketting en de zitconsole. Anders
kunnen ze beklemd raken. Gebruik de
machine nooit zonder motorkap.
Als u de machine gebruikt - geef altijd vol gas.
Voer nooit service uit aan de machine
zonder eerst:
-de motor uit te schakelen
-de startsleutel uit het contact te halen
-de bougiekabel los te koppelen van de
bougie
-de parkeerrem in te schakelen
-de krachtafnemer te ontkoppelen
SCHOONMAKEN
Om brandgevaar te voorkomen:
-houd de motor, geluiddemper, accu en
brandstoftank vrij van gras, blad en
olie.
-controleer regelmatig of de machine
olie en/of brandstof lekt.
N.B.! Als u schoonmaakt m.b.v. een hogedruk-
spuit, richt de straal dan niet rechtstreeks op de
transmissie.
ONDERHOUD

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents