Hilti DD 160 Original Operating Instructions page 139

2. Schroef de spanspindel in het anker.
3. Bevestig de grondplaat van het apparaat boven de
spindel en stel het apparaat precies af.
4. Schroef de spanmoer op de spindel zonder deze al
te vast te draaien.
5. Nivelleer de grondplaat met de vier nivelleerschroe-
ven. Zorg ervoor dat de nivelleerschroeven vast op
de ondergrond liggen.
6. Zet de spanmoer op de spanspindel met een steek-
sleutel vast.
7. Zorg voor een goede bevestiging van het apparaat.
6.1.4 Standaard met vacuüm bevestigen (voor
standaard met gecombineerde voetplaat) 7
GEVAAR
Een behandelde, gelamineerde, ruwe, onregelmatige on-
dergrond kan de effectiviteit van het vacuümsysteem
aanzienlijk verminderen. Controleren of de ondergrond
geschikt is voor het bevestigen van de boorkolom
met een vacuümbevestiging.
GEVAAR
Bovenhands boren met alleen vacuümbevestiging is
niet toegestaan.
ATTENTIE
Voordat u de vacuümpomp gebruikt, dient u zich met
de handleiding vertrouwd te maken en de aanwijzin-
gen op te volgen.
WAARSCHUWING
Voor en tijdens het boren dient ervoor te zijn gezorgd
dat de aanwijzer van de manometer zich in het groene
bereik bevindt.
VACUUM
VACUUM
AANWIJZING
Optioneel bij gebruik van de kolom met een ankervoet-
plaat en vacuümvoetplaat: De ankervoetplaat op de va-
cuümvoetplaat bevestigen.
AANWIJZING
Zorg voor een vaste en vlakke verbinding tussen vacu-
ümvoetplaat en ankervoetplaat. Controleer of de gekozen
boorkroon de vacuümvoetplaat niet beschadigt.
1. De 4 nivelleerschroeven terugdraaien tot ze circa
5 mm onder uit de gecombineerde voetplaat resp.
vacuümvoetplaat steken.
2. Verbind de vacuümaansluiting van de combi- resp.
vacuümvoetplaat met de vacuümpomp.
3. Bepaal het midden van het boorgat.
4. Trek een circa 800 mm lange lijn vanaf het midden
van het boorgat in de richting waar het apparaat
komt te staan.
5. Plaats voor de gecombineerde voetplaat op een
afstand van 292 mm (11 ½") van het midden van het
boorgat verwijderd een markering op de lijn.
6. Schakel de vacuümpomp in en druk op de vacuüm-
ventilatieklep.
7. De markering van de gecombineerde voetplaat resp.
vacuümvoetplaat op de lijn stellen.
8. Als het apparaat juist gepositioneerd is, laat u de
vacuümventilatieklep los en drukt u hem tegen de
ondergrond.
9. Nivellering en vastzetten van de gecombineerde
voetplaat resp. vacuümvoetplaat vindt plaats d.m.v.
de 4 nivelleerschroeven.
10. Borg het apparaat extra bij horizontale boringen.
(bijv. ketting met anker bevestigd, ...)
11. Zorg voor een goede bevestiging van het apparaat.
6.1.5 Bevestig de kolom met de Jack-Screw
1. Bevestig de Jack-Screw aan het bovenste uiteinde
van de rail.
2. Plaats de boorkolom op de ondergrond.
3. Nivelleer de grondplaat met de vier nivelleerschroe-
ven.
4. Boorkolom met de Jack-Screw bevestigen
5. Zorg ervoor dat het apparaat correct is bevestigd.
6.1.6 Boorhoek op de boorkolom met
gecombineerde voetplaat verstellen 8 9 10
(Deling 7,5°; max. verstelbaar tot 45°)
ATTENTIE
Gevaar van beknelling in het draaipuntbereik. Draag
werkhandschoenen.
1. Maak rechtsonder aan de boorkolom de verstelhen-
del los tot de glijmoeren ontgrendeld zijn.
2. Breng de kolom in de gewenste positie.
3. Laat de glijmoeren vergrendelen.
4. Bedien de verstelhendel tot de glijmoeren volledig
vergrendeld zijn en het frame weer gefixeerd is.
5. Breng de verstelhendel weer in de verticale stand
door deze naar binnen te drukken en vervolgens in
de gewenste stand te draaien.
nl
133