Grundfos AQC-D12 Installation And Operating Instructions Manual page 137

Buffer 1
1. Vul bufferoplossing 1 uit de fles in een schone container.
2. Verwijder de elektrode uit de meetcel en dompel deze onder
in de bufferoplossing.
3. Druk op [OK] om de temperatuur van het monsterwater en het
meetsignaal in te lezen.
4. Gooi bufferoplossing 1 weg.
– Schenk de gebruikte bufferoplossing niet terug in de fles!
5. Spoel de elektrode af met water.
6. Druk op [OK] om naar het menu "bufferwaarde 2" te gaan.
Buffer 2
1. Selecteer bufferwaarde 2.
2. Vul bufferoplossing 2 in een schone container.
3. Dompel de elektrode onder.
4. Het meetsignaal wordt ingelezen en vergeleken met de buffer-
waarden.
– Het kalibratieresultaat (sensorstijging en asymmetriepotenti-
aal) wordt weergegeven.
CALDATA pH
stijging
- 60,17 mV/pH
asym.potentiaal
19 mV
5. Gooi bufferoplossing 2 weg.
6. Spoel de elektrode af met water en ga terug naar de meetcel.
7. Ga terug naar het menu "calibratie" met [ESC].
Kalibreer vervolgens de chloorwaarde.
Kalibreren van de chloorwaarde
• DIP: Druk op de knop onder het linkerdisplay.
• Conex DIA en DIP: Selecteer de kalibratiefunctie met de knop
[CAL]. De LED gaat branden.
1. Druk op [OK] om naar het menu "calibratie" te gaan.
2. Selecteer "chloor" en bevestig met [OK].
3. Selecteer "cal-meetw.".
chloor
cal-meetw.
cal-result.
cal cyclus
4. Voer de referentiewaarde in.
– Het meetsignaal wordt automatisch ingelezen en vergeleken
met de referentiewaarde.
– Het kalibratieresultaat (sensorstijging) wordt weergegeven.
CALDATA chloor
stijging
34,67 µA/ppm
Lezen van kalibratiedata in het diagnosemenu "service"
• Selecteer "service" in het "hoofdmenu" met [UP]/[DOWN] en
druk op [OK] (DIP: op beide displays).
– De data van de laatste 10 kalibraties kunnen worden gele-
zen.
10.8.3 Kalibreren van de parameters chloor, chloordioxide of
ozon met Conex DIS-D
1. Druk op de knop [CAL] om het kalibratiemenu te selecteren.
– De CAL-LED naast de knop [CAL] gaat aan.
– Op het display wordt de huidige meetwaarde weergegeven.
– Om overdosering te voorkomen, moeten de regelaars wor-
den uitgeschakeld en moet het geregelde apparaat worden
gesloten.
2. Gebruik [UP]/[DOWN] om de referentiewaarde te selecteren.
3. Start de kalibratie met [OK].
– De sensordata worden vervolgens ingelezen.
– De stijging (gevoeligheid) van de sensor wordt berekend.
– Direct aansluitend op de kalibratie wordt het kalibratieresul-
taat weergegeven.
– De sensorstijging wordt weergegeven in µA/ppm.
Kalibratieresultaat
• Het resultaat van de actuele (laatste) kalibratie kan te allen
tijde worden weergegeven in het codemenu:
– Code 51: weergave van gekalibeerde stijging in µA/ppm.
Foutmelding bij het inlezen van het stroomsignaal van het
sensorsysteem
• De alarm-LED knippert.
• Op het display wordt code *13* (stijgingsfout) weergegeven.
Het alarm wordt getriggerd wanneer de waarschijnlijkheidscon-
trole vaststelt dat er sprake is van een opwaartse of neerwaartse
overtreding van de volgende stijgingsbereiken, afhankelijk van de
geselecteerde meetcel:
Meetcel Ondergrens
AQC-D12 2,5 µA/ppm
• Druk op [OK] om de foutmelding te bevestigen en terug te
gaan naar het displayniveau.
– De kalibratiedata worden geïmporteerd.
De regelaar werkt in noodbedrijf! Herstel de fout, zie
paragraaf 11.5 Opsporen van storingen
N.B.
opnieuw!
Bovengrens
70,0 µA/ppm
en kalibreer
137