Grundfos AQC-D12 Installation And Operating Instructions Manual page 133

10.3 Wateraansluitingen
Waarschuwing
Letselgevaar!
Bij een druk van meer dan 3 bar en wanneer de
meetcel niet wordt ontlucht, kan de cel knappen.
Overschrijd de max. systeemdruk van 3 bar niet.
Monteer indien nodig een reduceerventiel.
Let op de lokale druk! De toegestane primaire water-
druk is 0,3 tot 3,0 bar.
Voorzichtig
Monteer zo nodig een druk booster-pomp.
Controleer of de meetcel lekdicht is.
Draai de wartelmoer slechts handvast aan. Gebruik
Voorzichtig
geen gereedschap!
Als de tegendruk tot onder 0,3 bar daalt of als er een open uit-
stroom is, moet een veerbelaste klep worden gemonteerd op de
uitlaat van de meetcel.
1. Verbind de monsterwaterinlaat en -uitlaat met de verbindingen
voor de monsterwaterinlaat (E) en -uitlaat (F).
E
F
Afb. 15 Wateraansluitingen
10.3.1 Montage van de veerbelaste klep
1. Schroef de aansluiting van de monsterwateruitlaat (F) los.
2. Schroef de veerbelaste klep en adapter (V) op de meetceluit-
laat.
3. Schroef de aansluiting van de monsterwateruitlaat op de veer-
belaste klep.
Afb. 16 Veerbelaste klep
Let op de juiste installatie van de veerbelaste klep.
Voorzichtig
De pijl op de veerbelaste klep moet wijzen in de rich-
ting van de doorstroming!
E
V
F
10.4 Voorbereiden van de elektrodekabel voor
aansluiting op de meetversterker
De voorgeassembleerde systemen zijn al voorbe-
N.B.
draad.
Waarschuwing
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel!
Neem de plaatselijke veiligheidsvoorschriften in acht!
Bescherm de kabelaansluitingen en connectoren
tegen corrosie en vochtigheid.
Kabels voor elektroden (A, B, K)
1. Knip de elektrodekabels op de gewenste lengte plus ca.
80 mm voor de aansluitingen.
2. Verwijder 80 mm van de buitenmantel.
3. Maak de gevlochten afscherming los totdat u op de volgende
isolatielaag stuit en draai dit samen tot een draad.
4. Pak de gevlochten afscherming (bijv. met een krimpkous) bij
elkaar en monteer een eindhuls.
5. Verwijder de zwarte (geleidende) laag van de geïsoleerde
elektrodedraad totdat u op de isolatie komt.
6. Leg het uiteinde van de elektrodedraad bloot.
7. Monteer een eindhuls op de elektrodedraad.
Geïsoleerde
gevlochten
afscherming
Afb. 17 Kabel voor elektroden (A, B, K)
Kabel voor tegenelektrode (D), temperatuursensor (C),
watersensor (D)
1. Knip de kabels op de gewenste lengte plus ca. 65 mm voor de
aansluitingen.
2. Verwijder 65 mm van de buitenmantel.
3. Leg het uiteinde van de draden bloot.
4. Monteer eindhulzen op de draden.
133