Table of Contents
Advertisement
Available languages
Available languages
Hysteresewaarde waarmee de warmtepomp kan herstar-
P9
HYST HP
ten nadat de nagestreefde temperatuur is bereikt. Dit kan
door de installateur in het [3/20°C]-bereik worden ingesteld.
Deze parameter geeft de capaciteit van de tank aan
P10
TANKVOL
en is nuttig in geval van individuele aanpassing van
een reserveonderdeel.
Werking met PV:
0. OFF (PV gedeactiveerd - standaard)
P11
PV MODE
1. PV_HP (PV met alleen warmtepomp)
2. PV_HE (PV met warmtepomp en HE)
3. PV_HEHP (PV met warmtepomp en HE)
Deze parameter geeft de temperatuur aan die in
P12
PV TSET
Pv-modus moet worden bereikt. Dit kan door de instal-
lateur in het [55/75 °C]-bereik worden ingesteld.
Werking met SG:
P13
SG MODE
0. OFF (SG gedeactiveerd - standaard)
1. HP_ON (SG geactiveerd met alleen warmtepomp)
Systeemwerking:
0. STD (standaard installatie)
1. OUT (het product is geconfigureerd om te werken
met een hulpbelasting op de spiraal, geregeld via
het directe AUX-contact)
P14
SYSMODE
2. PRHE (het product is geconfigureerd als een ge-
nerator in voorverwarming om te werken met een
hulpbelasting en de parameters voor sanitair warm
water te delen)
3. SYS (het product is geconfigureerd om te werken met
een hulpbelasting op de spiraal, geregeld via Bus)
P15
BUZZER
De zoemer piept bij het indrukken van de knoppen
De SILENT-modus activeren/deactiveren
P16
SILENT
ON (functie ingeschakeld)
OFF (functie uitgeschakeld)
Activering van de procedure voor cyclusomkering, zodat
P17
CHARGE
gas kan worden geladen (activeer deze functie alleen bij
netvoeding).
De fabrieksinstellingen herstellen
Alle gebruikersinstellingen worden naar standaard-
P18
FACT RS
waarden gereset, behalve de energiestatistieken, de
tankinhoud en wifi (indien aanwezig).
P19
MB SW
HP-TOP-MB softwareversie als MM.mm.bb.
P20
HMI S
HP-MED-HMI softwareversie als MM.mm.bb.
Geeft de watertemperatuur in °C aan die werd afgele-
zen door de op het laagste punt in de watertank geïn-
P21
T LOW
stalleerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de watertemperatuur in °C aan die werd afge-
lezen door de op het hoogste punt in de watertank
P22
T HIGH
geïnstalleerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de watertemperatuur in °C aan die werd afgele-
zen door de in de koepel van de watertank geïnstal-
P23
T DOME
leerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de luchttemperatuur in °C aan die werd afgele-
P24
T AIR
zen door de op de externe unit geïnstalleerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de gastemperatuur in °C aan die werd afgelezen
door de vóór de verdamper op de externe unit geïn-
P25
T EVAP
stalleerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de gastemperatuur in °C aan die werd afgelezen
door de vóór de compressor op de externe unit geïn-
P26
T SUCT
stalleerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de gastemperatuur in °C aan die werd afgelezen
door de na de condensor op de externe unit geïnstal-
P27
T COND
leerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de gastemperatuur in °C aan die werd afgelezen
door de na de compressor op de externe unit geïn-
P28
T DISC
stalleerde NTC.
Als de NTC een fout aangeeft, wordt "-" weergegeven.
Geeft de temperatuur voor oververhitting in °C aan. Als
P29
T SH
de NTC verdamping of aanzuiging een fout aangeeft,
wordt "-" weergegeven.
Laat toe om de laatste 10 fouten die zich hebben voor-
P30
ERRORS
gedaan te doorlopen.
86 / NL
De wifi-functie (indien beschikbaar) kan worden inge-
steld op:
P31
WI-FISET
ON (functie ingeschakeld)
OFF (functie uitgeschakeld)
Herhaling om de [1-30] dagen voor de antibacteriële func-
P32
F ANTB
tie, indien actief
P33
EBUS POWER ON (functie ingeschakeld) - OFF (functie uitgeschakeld)
P34
HP-TYPE
Cascade-instelling [Master-Slave1,......Slave7]
Ventilatorwerking in collectieve modus:
P41
MULTI
- OFF: standaard
- ON: 50-60-70-80
• PARAMETER P11 - FOTOVOLTAÏSCHE MODUS"
Beschikt u over een fotovoltaïsch systeem, dat kunt u het product
instellen voor optimaal gebruik van de geproduceerde stroom. Na
uitvoering van de elektrische aansluitingen zoals beschreven in para-
graaf 4.11 afb. 14, stelt u parameter P11 in op een andere waarde dan "0".
Het signaal moet gedurende minstens 5 minuten worden ontvan-
gen om de fotovoltaïsche functie te activeren (zodra het product
een cyclus start, zal het gedurende minstens 30 minuten werken).
Na detectie van het signaal werkt de bedrijfsmodus als volgt:
- OFF (waarde 0 - standaard)
PV-modus gedeactiveerd
- PV_HP (waarde 1)
Wanneer het signaal van de omvormer aanwezig is. Het pro-
duct bereikt de ingestelde temperatuur (maximaal tussen T SET
POINT en PV TSET) met alleen de warmtepomp (max. 60 °C).
- PV HE (waarde 2)
Het apparaat bereikt de ingestelde temperatuur (maximaal tus-
sen T SET POINT en PV TSET) door alleen de warmtepomp te
laten draaien tot 60 °C en indien nodig het verwarmingselement
(1200 W).
- PV_HEHP (waarde 3)
De ingestelde temperatuur (maximaal tussen T SET POINT en T
W PV) wordt bereikt met de warmtepomp en het verwarmings-
element (1200 W) tot 60 °C. Voor hogere temperaturen dan 60
°C wordt het tweede verwarmingselement (1200 W) geactiveerd.
• PARAMETER P13 - SG-FUNCTIE
Als er een SG-signaal is, kunt u de signaalkabel aansluiten zo-
als beschreven in het hoofdstuk "Elektrische aansluitingen" en de
functie F13 activeren: op het display verschijnt het pictogram SG.
Nadat het SIG2-signaal gedurende minstens 5 minuten is ont-
vangen (zodra het product een cyclus start, zal het gedurende
minstens 30 minuten werken), worden afwisselend de naam van
de geselecteerde modus en de tekst SG ON weergegeven; de
actuele bedrijfsmodus wordt automatisch door de temperatuurre-
gelingsfunctie van het product gewijzigd naar de ingestelde tem-
peratuur (maximaal tussen T SET POINT en PV TSET), die alleen
werkt met de warmtepomp (max. 60 °C). De maximale ventilator-
snelheid wordt bij een lage luchttemperatuur verminderd.
• PARAMETER P16 - SILENT
Deze functie vermindert het geluidsniveau (prestaties kunnen
verschillen van de opgegeven waarden). Ze kan worden geac-
tiveerd via de parameter P16 in het installatiemenu. Na activering
verschijnt op het display het symbool "
• PARAMETER P41 - MULTIFUNCTIE:
Alleen te gebruiken voor collectieve installaties. Een coaxiaal ac-
cessoire is vereist. Als de ventilator actief is, zal de snelheid wor-
den ingesteld op de geselecteerde snelheid [standaard uit].
VORSTBEVEILIGING
Als de temperatuur van het water in de tank onder 5 °C zakt terwijl
het apparaat ingeschakeld is, zal het verwarmingselement (1000 W)
automatisch worden geactiveerd om het water op te warmen tot 16 °C.
ONTDOOIEN "
"
De ontdooifunctie wordt geactiveerd wanneer de warmtepomp al
minstens 30 minuten heeft gewerkt, de waargenomen luchttempera-
tuur onder 15 °C is gezakt en de temperatuur van de verdamper snel
afneemt. Wanneer de ontdooicyclus in werking is, wordt het picto-
gram hiernaast weergegeven.
"
".
Advertisement
Table of Contents
