Ariston 801 Instructions For Installation, Use, Maintenance page 89

ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN (voor geautoriseerd personeel)
WAARSCHUWING!
Volg zorgvuldig de algemene waarschuwingen en veiligheidsvoor-
schriften die in de voorgaande delen werden opgesomd en leef de
daarin vermelde aanwijzingen strikt na.
WAARSCHUWING!
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN OF REPARATIES MOGEN AL-
LEEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSO-
NEEL MET HET JUISTE MATERIAAL.
WAARSCHUWING!
Om het risico op brand en/of explosie te vermijden, mag u geen
andere middelen gebruiken om het ontdooiproces te versnellen of
voor de reiniging dan wat door de fabrikant wordt aanbevolen.
WAARSCHUWING!
DE BOILER WORDT GELEVERD MET 0,15 KG KOELMIDDEL R290.
LAAD NOOIT MEER DAN DE TOEGESTANE HOEVEELHEID.
DE KOELVLOEISTOF R290 (PROPAAN) IS EEN ONTVLAMBAAR EN
GEURLOOS KOELMIDDEL.
HET VULLEN MET KOELMIDDEL MAG ALLEEN WORDEN UITGE-
VOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET HET JUISTE
MATERIAAL EN MET DE JUISTE PERSONEELSCERTIFICERING,
WAARUIT BLIJKT DAT ZE OVER DE NODIGE KENNIS EN VAAR-
DIGHEDEN BESCHIKKEN OM TE WERKEN MET INSTALLATIES DIE
HC-TYPE GASSEN ZOALS R290 (PROPAAN) BEVATTEN. Bijlage
HH IEC 60335-2-40.
WAARSCHUWING!
Het is verboden reparaties uit te voeren aan het koelcircuit en aan
de componenten die er integraal deel van uitmaken op de plaats
van installatie. Deze ingrepen mogen alleen worden uitgevoerd in
een werkplaats die naar behoren is uitgerust voor het onderhoud
van eenheden met ontvlambare koelmiddelen en door gekwalifi-
ceerd personeel. Bijlage HH IEC 60335-2-40.
Na een gewoon of buitengewoon onderhoud moeten de nodige vei-
ligheidscontroles worden uitgevoerd om te verzekeren dat het risico
op ontsteking in een mogelijk explosieve omgeving minimaal is ter-
wijl de werkzaamheden worden uitgevoerd.
Al het onderhoudspersoneel alsook andere personen die in de be-
treffende ruimte werkzaam zijn, moeten op de hoogte worden ge-
bracht van de aard van de uit te voeren werken. Werken in beperkte
ruimten moet worden vermeden.
Bij uitvoering van eender welke interventie moet het gebruik van
ontstekingsbronnen die brand of een explosie kunnen veroorzaken,
worden vermeden.
Personen die werkzaamheden aan een koelsysteem uitvoeren waar-
bij leidingwerk wordt blootgelegd, mogen nooit ontstekingsbronnen
gebruiken die een risico voor brand of explosie kunnen inhouden.
Alle mogelijke ontstekingsbronnen, waaronder sigaretten, moeten
voldoende ver verwijderd worden gehouden van de plaats van in-
stallatie, reparatie, verwijdering en afvoer; tijdens deze werkzaamhe-
den kan er immers koelmiddel vrijkomen in de omliggende ruimte.
Voorafgaand aan de werkzaamheden moet de ruimte rond de appa-
ratuur worden gecontroleerd om te verzekeren dat er geen gevaar
is voor brand of ontsteking. De nodige "Verboden te roken"-signali-
satie moet zijn aangebracht.
Zorg ervoor dat de werkruimte in open lucht is of voldoende geventi-
leerd is alvorens het systeem te openen of werkzaamheden bij hoge
temperaturen uit te voeren.
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moet voor de nodige
ventilatie worden gezorgd. Eventueel vrijgekomen koelmiddel moet
veilig worden verspreid door de ventilatie en bij voorkeur naar buiten
in de open lucht worden afgevoerd.
De ruimte moet voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden met
een geschikte koelmiddeldetector worden gecontroleerd om te ver-
zekeren dat de technicus steeds op de hoogte is van mogelijk toxi-
sche of ontvlambare atmosferen.
Zorg ervoor dat de gebruikte uitrusting voor de lekdetectie geschikt
is voor gebruik met alle mogelijke koelmiddelen.
Als aan de koeluitrusting of enige bijbehorende onderdelen werk-
zaamheden bij hoge temperatuur moeten worden uitgevoerd, moet
de gepaste brandbestrijdingsapparatuur binnen handbereik aanwe-
zig zijn. Zorg ervoor dat er steeds een brandblusser met poeder of
CO2 aanwezig is in de buurt van de vulzone.
VULPROCEDURE (bijlage DD.10 IEC 60335-2-40)
Het product mag uitsluitend worden gevuld via de vulaansluiting ge-
specificeerd in de afbeelding.
Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel dat de nodige opleiding heeft gevolgd in overeenstem-
ming met de specificaties in bijlage HH bij de IEC 60335-2-40 norm
vermeld in de paragraaf "Informatie en personeelsopleiding".
Tijdens de vulprocedure moet aan de volgende eisen voldaan zijn:
- Zorg ervoor dat er geen contaminatie van verschillende koelmid-
delen plaatsvindt bij het gebruik van de vulapparatuur. Slangen
of leidingen moeten zo kort mogelijk gehouden worden om de
hoeveelheid koelmiddel die erin zit tot een minimum te beperken.
- Flessen moeten in de juiste positie worden bewaard overeen-
komstig de instructies.
- Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is alvorens het systeem
met koelmiddel te vullen.
- Breng het nodige label op het systeem aan zodra het volledig is
gevuld (als dat niet al zo is).
- Let er vooral op dat het koelsysteem niet te vol wordt gevuld.
Voordat u het systeem opnieuw vult, moet het op druk worden getest
met het correcte zuiveringsgas.
Het systeem moet op lekken worden gecontroleerd na beëindiging
van de lading, maar vóór inbedrijfstelling. En voordat het systeem de
site verlaat, moet nog een follow-up lektest worden uitgevoerd.
Expertise van servicepersoneel - BIJLAGE HH IEC 60335-2-40.
Informatie over de aanvullende procedures bovenop de toepasse-
lijke procedures voor installatie, reparatie, onderhoud en buitenbe-
drijfstelling van een koelapparaat is noodzakelijk telkens wanneer
het om een apparaat met ontvlambare koelmiddelen gaat.
De opleiding over deze procedures wordt toevertrouwd aan nationa-
le opleidingsinstanties of aan fabrikanten met de nodige accreditatie
om opleidingen te geven rond de bij wet gedefinieerde toepasselij-
ke nationale normen. Het verworven expertiseniveau moet via een
certificaat worden gedocumenteerd.
CONTROLES EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE VOORZIENINGEN
Bij reparatie en onderhoud van elektrische componenten moeten
steeds voorafgaand de nodige veiligheidscontroles en inspectiepro-
cedures voor de componenten worden uitgevoerd.
De initiële veiligheidscontroles omvatten het volgende:
• Condensatoren worden afgevoerd: dit moet op een veilige manier
gebeuren om mogelijke vonken te vermijden.
• Geen stroomvoerende elektrische componenten en kabels wor-
den blootgesteld tijdens het vullen, repareren of ontluchten van
het systeem.
• Er is continu een aardverbinding aanwezig.
• Controleer dat de bekabeling niet is blootgesteld aan slijtage,
corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere
negatieve omgevingseffecten. Bij de controle moet ook rekening
worden gehouden met de gevolgen van veroudering of continue
trillingen van bronnen zoals compressoren of ventilatoren.
Als een defect wordt vastgesteld dat de veiligheid in het gedrang
zou kunnen brengen, mag er geen stroomvoorziening op het circuit
aangesloten worden voordat het defect is verholpen.
89 / NL