Inbouw Soniccontrol - Kessel NS 1 Installation And Operating Instructions Manual

Klasse A 15:
Bij inbouw in verkeersoppervlakken die uitsluitend door
voetgangers en fietsers kunnen worden gebruikt en verge-
lijkbare oppervlakken, bv. groenvoorzieningen tot een bela-
sting t/m 1,5 ton wordt het uitstekende opzetstuk ingetrild
met de bodembedekking.
Klasse B 125:
Bij inbouw in trottoirs, voetgangerszones en vergelijkbare
oppervlakken en parkeerterreinen en parkeerdekken voor
personenauto's tot en met een belasting van 12,5 ton wordt
een gewapende draagplaat rond het opzetstuk geadvi-
seerd.
Klasse D 400:
Bij inbouw in het wegdek van straten, parkeerterreinen en
op vergelijkbare wijze verharde verkeersoppervlakken (bv.
parkeerterreinen van autowegen) tot en met een belasting
van 40 ton wordt een gewapende draagplaat rond het op-
zetstuk gebetonneerd. U ontvangt op aanvraag een een
voor de desbetreffende nominale grootte uitgewerkte wa-
peningstekening.
Attentie:
Opzetstukken mogen pas worden belast na volledige
inbouw (uitgeharde betonplaat).
- Vetafscheiders voor inbouw in het grondwater op aanvraag
- De vetafscheiderinstallatie „G" voor plaatsing in de grond
is overal geschikt waar
©
- de stankoverlast tijdens de afvoer geen rol speelt,
- het inbrengen van de zuigleiding van het afvoervoer-
tuig een probleem vormt.
Opvoerinstallatie
Als de vetafscheiderinstallatie beneden het lokaal vastge-
legde terugstroomniveau wordt ingebouwd, moet conform
DIN 1986 en prEN 1825 een opvoerinstallatie worden ge-
koppeld, tenzij de lokale bepalingen iets anders vastleggen.
Lipafdichting
In de groef in de dom leggen en invetten
Lipafdichting
DN 600
3. Inbouw
Telescopisch
opzetstuk
Minimale insteek-
diepte 100 mm
Tankdom
41
Conform DIN EN 1825-2 moeten vetafscheiderinstallaties
Ventilatie en ontluchting
en hun toe- en afvoerleidingen voldoende worden geventi-
leerd en ontlucht. Zodoende moet de toevoerleiding als ven-
tilatieleiding tot boven het dak worden gevoerd. Alle aans-
luitleidingen met meer dan 5 m lengte moeten afzonderlijk
worden ontlucht. Als de toevoerleiding langer dan 10 m is en
er geen afzonderlijke ontluchte aansluitleiding aanwezig is,
dan moet de toevoerleiding in de buurt van de afscheider
worden voorzien van een extra toevoerleiding.
AANWIJZING

3.1 Inbouw SonicControl

Er moet in het kader van de grondwerkzaamheden een
lege PE-HD-buis DN 40 (DA 50 mm) worden gelegd. De
tank moet hiertoe met een gatenzaag met 60 mm worden
aangeboord. Het verbindingsstuk tussen afscheider en
schakelapparaat moet zo kort mogelijk worden gehou-
den. Onnodige veranderingen van richting, met name
wanneer deze een hoek maken van meer dan 45°, moe-
ten worden voorkomen. De lege kabelbuis moet een con-
stant afschot naar de afscheider bezitten. De vorming
van condenswater binnen de lege kabelbuis kan worden
geminimaliseerd door een luchtdichte afsluiting van de
lege buis aan de kant van het schakelapparaat. Er kan
voor eventuele kabelaanleg achteraf een kabeldoortrek-
draad mee ingelegd worden. De verlenging van de kabel
is tot max. 30 m mogelijk. Als de kabel de lege buis naar
het schakelapparaat wordt ingetrokken, moet de kabel-
verbinding bij de afsluiting van de lege buis stevig worden
vastgedraaid.
Vervolgens moet de dopmoer op het uiteinde van de
buis worden gefixeerd.
100
Op afb. staat vetafscheider plaatsing in de grond NS 1-4
Art. -nr. 917822
100