Veiligheidsnormen - Active 51.51 Owner's Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 17
1. Lees de instructies voor het gebruik van de kettingzaag
aandachtig door en verzeker u ervan dat u ze goed
begrepen heeft alvorens u van de machine gebruik maakt.
Neem de waarschuwingen en de veiligheidsaanwijzingen
in acht. Bewaar de handleiding voor verdere raadpleging.
2. Het niet in acht nemen van de veiligheidswaarschuwingen
van dodelijke gevolgen hebben.
4. Laat u trainen als u voor het eerst van deze machine
gebruik maakt.
5. Maak nooit gebruik van de kettingzaag als u moe, ziek
of geïrriteerd bent of als u onder invloed staat van
slaapverwekkende medicijnen, alcohol of drugs.
6. Draag veiligheidsschoenen, nauwsluitende kleding en
beschermingen voor de ogen, het gehoor en het hoofd.
7. Behandel de brandstof voorzichtig. Veeg gemorste
brandstof op en verwijder de kettingzaag minstens 3
meter bij de plaats waar u brandstof bijgevuld heeft
vandaan, alvorens u de motor inschakelt.
8. Houd vonken of vlammen (bijvoorbeeld sigaretten, open
vuur of vonkende apparaten) uit de buurt van de zone
waar u de brandstof mengt, bijvult of opslaat.
9. Rook nooit tijdens het bijvullen van de brandstof of
tijdens het gebruik van de kettingzaag.
10.Laat niemand de functionerende kettingzaag
benaderen. Houd personen en dieren op een afstand
van de plaats waar u werkzaamheden verricht. Kinderen,
dieren of personen moeten op minstens 10 meter
afstand van de kettingzaag gehouden worden.
11.Vang nooit met de werkzaamheden aan als de
werkomgeving niet vrij van obstakels is en als u nog
niet voor een voetsteun en een vluchtweg om de vallende
boom te vermijden gezorgd heeft.
12.Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast als
u motor gestart heeft. Houd de handgrepen stevig met
de duim en overige vingers vast.
13.Houd de kettingzaag tijdens de werkzaamheden op
een afstand van uw lichaamsdelen.
14.Controleer of het mes vrijuit kan bewegen alvorens u de
kettingzaag inschakelt. Vervoer de kettingzaag uitsluitend
met uitgeschakelde motor, afgedekt zwaard en
ingetrokken ketting en houd de uitlaat op een afstand.
15.Controleer of de ketting goed opgespannen en niet
versleten of beschadigd is alvorens u met de
werkzaamheden aanvangt. Maak nooit gebruik van een
beschadigde, onjuist gerepareerde of incomplete en
onveilige ketting. Controleer of het mes tot stilstand
komt als u de gasknop loslaat.
16.De ingrepen aan de kettingzaag, met uitzondering van
degene die in deze handleiding beschreven worden,
moeten door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd (zoniet dan kan een element zoals bijvoorbeeld
het handwiel, met onjuist gereedschap verwijderd of
geblokkeerd om de koppeling te demonteren, beschadigd
raken en tijdens de werkzaamheden kapot gaan).
17.Schakel de kettingzaag uit alvorens u hem neerlegt.
18.Pas goed op tijdens het snoeien van struiken en dergelijke
aangezien de ketting eraan vast kan haken en takken
enz. naar u slingeren waardoor u uw evenwicht verliest.

VEILIGHEIDSNORMEN

19.Let erop dat u niet door takken onder spanning geraakt
wordt als deze spanning tijdens het snoeien minder wordt.
20.Snoei nooit bij harde wind, slecht weer, slecht zicht of
te lage/te hoge temperaturen. Verzeker u ervan dat dode
takken niet op u kunnen vallen.
21.Houd de handgrepen schoon, droog en brandstof- en
olievrij.
22.Werk uitsluitend in goed geventileerde omgevingen.
Gebruik de kettingzaag niet in gesloten omgevingen.
De uitlaatgassen bevatten giftige koolstofmonoxide.
23.Snoei nooit in een boomtop, tenzij u hierin getraind bent.
24.Let goed op terugslag. Een terugslag is een slag omhoog
van het zwaard als de ketting aan het uiteinde van het
zwaard met een voorwerp in aanraking komt. U kunt door
een terugslag de controle over de kettingzaag verliezen.
25.Bedek de ketting met de speciale kap als u de
kettingzaag vervoert.
VOORZORGSMAATREGELEN TER VOORKOMING VAN
TERUGSLAGEN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE KETTINGZAAG
LET OP
• Terugslag vindt plaats als het uiteinde van het zwaard
in aanraking komt met een voorwerp of als het hout
tijdens het snijden de ketting blokkeert. De aanraking
met voorwerpen aan het uiteinde van de ketting kan
een snelle beweging in tegengestelde richting
veroorzaken waardoor het zwaard omhoog en in uw
richting geduwd wordt. Het zwaard kan naar u geduwd
worden als de ketting aan de bovenkant geblokkeerd
wordt. In beide gevallen kunt u de controle over de
kettingzaag verliezen met ernstige gevolgen van dien.
• Vertrouw nooit uitsluitend op de beveiligingen die in de
kettingzaag ingebouwd zijn. Neem alle mogelijke
voorzorgsmaatregelen om een mogelijk ongeval te vermijden.
(1)U kunt het verrassingselement bijna helemaal
elimineren als u weet welke uitwerking de terugslag
kan hebben. De terugslag vormt een groot gevaar in
het geval van een ongeluk.
(2)Houd de functionerende kettingzaag altijd met beide
handen vast. Houd de rechterhand op de handgreep
achter en de linkerhand op de handgreep voor. Klem
de handgrepen stevig tussen duim en vingers in. Op
deze manier beperkt u de terugslag en heeft u een
betere controle over de kettingzaag.(3) Verwijder alle
voorwerpen en obstakels uit de werkzone. Voorkom
tijdens de werkzaamheden dat het uiteinde van het
zwaard in aanraking komt met stammen, takken of
andere obstakels.
(4)Snoei uitsluitend als de motor goed opgestart is.
(5)Hang niet teveel voorover en snoei nooit hoger dan uw
schouders.
(6)Slijp en onderhoud de ketting op de wijze die door de
fabrikant beschreven wordt.
(7)Maak uitsluitend gebruik van het soort zwaarden en
kettingen dat door de fabrikant wordt aanbevolen of
gebruik soortgelijke producten.
NL
NEDERLANDS
105

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

56.5662.62

Table of Contents