Afzuiging Verbrandingslucht; Omgevingsluchtaanzuiging; Verdeling Van De Warme Lucht - Truma Combi D 6 Installation Instructions Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
Luchtaanzuigingsdemper aan de kachel monteren
Leg de luchtaanzuigingsdemper (7) zo dat de elektrische
aansluitingen toegankelijk blijven.
– Schuif klem (25) op de luchtaanzuigingsdemper (7).
– Schuif de luchtaanzuigingsdemper (7) tot aan de aanslag op
de aansluiting (26) en zet hem met klem (25) vast.
7
26 25
Afbeelding 14

Afzuiging verbrandingslucht

De voor de werking van de brander benodigde verse lucht
(verbrandingslucht) wordt uit het interieur van het voertuig via
een ventilator in de wandafvoer afgezogen. De openingen van
deze verbrandingsluchtafzuiging moeten vrij blijven, de toe-
voer van lucht moet altijd zijn gewaarborgd.
Afbeelding 15

Omgevingsluchtaanzuiging

De omgevingslucht wordt door de kachel aangezogen. Dit
moet via één grote of meerdere kleine openingen met een to-
tale oppervlakte van min. 150 cm² vanuit de woonruimte (niet
de garage achterin) naar de inbouwruimte gebeuren.
Als er een rooster (niet bijgeleverd) wordt geïnstalleerd (af-
beelding 10), dan moeten dezelfde eisen ten aanzien van de
doorlaatbare oppervlakte (150 cm²) voor het aanzuigen van
lucht in acht worden genomen.
Afbeelding 16
De openingen voor de aanzuiging van de omgevingslucht
moeten zodanig zijn aangebracht dat het onder alle gebruiks-
omstandigheden onmogelijk is om de uitlaatgassen van de
motor van het voertuig en de rookgassen van de kachel aan
te zuigen.
Door constructieve maatregelen moet gegarandeerd zijn dat
de in het interieur van het voertuig geblazen verwarmings-
lucht niet kan worden verontreinigd.

Verdeling van de warme lucht

De warme lucht wordt via flexibele buizen voornamelijk ter
hoogte van de vloer de woonruimte ingeblazen.
De 4 aansluitingen van de kachel zijn gemaakt voor de buis
ÜR Ø 65 mm (art.-nr. 40230-00).
Er moeten drukvaste buizen volgens de kwaliteitseisen
van Truma worden gebruikt. Andere buizen, die niet
voldoen aan onze kwaliteitseisen (met name de druksterkte
op de buisuiteinden, de buisdiameter en het aantal groeven),
mogen niet worden gebruikt.
Afbeelding 17
Als de warmeluchtbuis bij weinig ruimte direct achter de war-
meluchtuitlaat van de kachel sterk moet worden gebogen, dan
adviseren wij het gebruik van een bocht van 90° BGC (art.-nr.
34091-01). Deze bocht maakt de aansluiting van een warme-
luchtbuis ÜR met Ø 65 mm of VR met Ø 72 mm mogelijk.
Bij een buislengte van minder dan 2 m mag het uitblaasroos-
ter niet hoger dan de warmeluchtuitlaat worden gemonteerd.
Daarnaast moet bij een buislengte van minder dan 50 cm de
buis tussen de warmeluchtuitlaat en het uitblaasrooster een
sifon vormen.
L ≤ 50 cm
Afbeelding 18
Door deze maatregelen wordt in de warmwaterstand een
ongewenste opwarming van het voertuig door convectie
(schoorsteeneffect) voorkomen.
De buizen voor de verdeling van de warme lucht moeten ste-
vig in de aansluiting zijn gestoken. Voor een steviger bevesti-
ging is op elke aansluiting een clip aangebracht.
Om een ophoping van warmte in de kachel te vermij-
den, moeten er warmeluchtbuizen op alle 4 warme-
luchtaansluitingen worden aangesloten. De diameter van de
warmeluchtbuizen mag niet door samenbrengen of dergelijke
worden verminderd. Als er in een warmeluchtbuis een afsluit-
baar eindstuk EN (bijv. in de badkamer) wordt ingebouwd,
dan moet er een tweede niet-afsluitbaar uitblaasrooster in de-
ze warmeluchtbuis worden ingebouwd.
Het warmeluchtsysteem wordt voor elk type voertuig individu-
eel modulair uitgevoerd. Daarvoor is een uitgebreid accessoi-
res-programma beschikbaar.
L ≤ 50 cm
47

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents