Download Print this page

Otto Bock 28U24 Instructions For Use Manual page 48

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
LET OP
Gebruik zonder geschikte schoen
Functiebeperking door onvoldoende stabilisatie
Gebruik de orthese uitsluitend met gesloten schoen. Houd rekening met de toegestane
effectieve hakhoogte.
Kuitband aan de onderbeenschaal aanbrengen
1) Open beide banden en trek ze van het klittenband af (zie afb. 2, zie afb. 3).
2) Trek de bekleding over de vleugels van de onderbeenschaal, plaats hiervoor de bekleding op
de binnenkant en de band op de buitenkant van de schaal (zie afb. 4, zie afb. 5).
3) Trek de banden strak en bevestig ze op het klittenband aan de tegenoverliggende vleugel van
de onderbeenschaal (zie afb. 6, zie afb. 7).
Schoenkeuze
► Kies een stabiele veter- of klittenbandschoen met stevige hielkap om een optimale werking
van de orthese te garanderen. De effectieve hakhoogte moet tussen 0,5 cm en 1,5 cm liggen.
Orthese aanpassen
1) Wanneer de patiënt een schoen draagt met een uitneembare binnenzool, verwijder dan aan
de zijde van de orthese de binnenzool uit de schoen.
INFORMATIE: Bewaar de binnenzool om de schoen zonder de orthese te gebruiken.
2) Laat de patiënt met schoen en zonder orthese op een stoel plaatsnemen. Positioneer de voet
in een hoek van 90° ten opzichte van het onderbeen (zie afb. 8).
3) Markeer de positie van het enkelgewricht in de schoen met een klein stukje plakband (zie
afb. 8).
4) Laat de patiënt zonder schoen en met orthese op een stoel plaatsnemen. Positioneer de voet
in een hoek van 90° ten opzichte van het onderbeen.
INFORMATIE: Bevestig de orthese zo, dat de enkel voldoende bewegingsvrijheid
heeft en niet tegen de veer stoot.
5) Bepaal de positie van de enkel en markeer deze op het ortheseframe met een klein stukje
plakband (zie afb. 9).
6) Snijd de orthesezool zo op maat (zie afb. 10), dat de markeringen van de schoen en het orthe­
seframe overeenkomen (zie afb. 11).
7) Pas de vorm van de zool overeenkomstig de uitneembare binnenzool aan. Let er daarbij op
dat de benodigde buitenrotatie van de voet behouden blijft (zie afb. 10).
8) Breng de orthese aan in de schoen en leg er optioneel een inlegzool overheen (zie afb. 12).
9) Trek de orthese samen met de schoen aan (zie afb. 13).
10) Meet de correcte a-p-positie (a-anterior, p-posterior) van het kniegewricht (bijv. op de 3D
L.A.S.A.R Posture).
INFORMATIE: De belastingslijn van het kniegewricht in a-p-positie loopt ca. 15 mm
voor het compromisdraaipunt volgens Nietert.
11) Optioneel: Vorm met behulp van wiggen een compensatie om de gewenste positie te berei­
ken: plaats bijvoorbeeld een compensatie bij de voorvoet (zie afb. 17), indien de patiënt te
sterk in flexie staat of plaats een compensatie bij de hiel (zie afb. 18), indien de patiënt te sterk
in extensie staat.
INFORMATIE: Optioneel kunnen er voor de opbouw van de onderkant van de zool ook
andere dan de meegeleverde materialen worden gebruikt.
12) Optioneel: schuur de bovenrand en de vleugels aan de voorkant af en pas de bekleding in
overeenstemming hiermee aan.
LET OP! De functionaliteit van de orthese mag niet negatief worden beïnvloed. Schuur
de veer en de oppervlakken niet!
48

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

28u2528u34