Chicco Seat2Fit i-Size Instruction Manual page 68

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 18
Neem de gordels vast en leg de twee gespt-
ongen samen. (Afb. 20). Duw de twee gespt-
ongen samen stevig in de gesp tot u een "klik"
hoort (Afb. 21). Om de veiligheid te garande-
ren zijn de twee gesptongen zo ontworpen
dat voorkomen wordt dat een enkele gespt-
ong of een gesptong per keer loskomt.
Om de gordels van het autostoeltje aan te
spannen, trekt u aan de verstelband (F) van
de gordels tot ze goed op het kinderlichaam
aansluiten (Afb. 22).
WAARSCHUWING! De gordels moeten goed
gespannen zijn en op het kind aansluiten,
maar niet te strak zitten: ter hoogte van de
schouders moet er een vinger tussen de gor-
del en het kind kunnen worden gestoken.
WAARSCHUWING! Controleer of de gordels
niet verdraaid zitten.
Draai het autostoeltje met behulp van de
draaihendel (K) om het in de rijrichting te posi-
tioneren (Afb. 23).
WAARSCHUWING!
het VERKLEINKUSSEN
wordt gebruikt vanaf de geboorte tot 75 cm.
Raadpleeg paragraaf 7. VERKLEINKUSSEN.
7. VERKLEINKUSSEN
Het autostoeltje is voorzien van een miniver-
kleinkussen, bestaande uit een zitting en een
hoofdsteun (Afb. 24).
Het miniverkleinkussen inclusief hoofdsteun
moet worden gebruikt vanaf de geboorte tot
75 cm.
8. DE HOOFDSTEUN EN DE GORDELS AF-
STELLEN
De hoofdsteun en de gordels worden samen
in de hoogte afgesteld in 9 verschillende stan-
den met de stelring (G) van de hoofdsteun.
WAARSCHUWING! Voor een goede afstelling
moet de hoofdsteun zodanig zijn geplaatst dat
de gordels ter hoogte van de schouders van het
kind uit de rugleuning komen (Afb. 25).
Los de gordels van het autostoeltje door op
de verstelknop (E) te drukken en tegelijkertijd
de twee gordels van het autostoeltje onder
de schouderbanden vast te nemen en ze naar
u toe te trekken zodat ze losser komen te zit-
ten (Afb. 18). Daarna trekt u de stelring (G) op
de hoofdsteun (Afb. 26) omhoog en u zet de
hoofdsteun in de gewenste hoogte; laat de ring
nu los en begeleid de hoofdsteun tot u een klik
hoort, die bevestigt dat hij vastzit.
WAARSCHUWING! De gordels moeten goed
gespannen zijn en op het kind aansluiten, maar
niet te strak zitten: ter hoogte van de schouders
moet er een vinger tussen de gordel en de
schouder van het kind kunnen worden gesto-
ken.
9. DE SCHUINE STAND VAN DE ZITTING
AFSTELLEN
Het autostoeltje kan op 4 schuine standen
worden versteld. Om te kantelen trekt u aan
de hendel van de schuine stand van het auto-
stoeltje (J) (Afb. 27). Wanneer het autostoeltje
tegen de rijrichting in is geplaatst, moet het in
de schuinste stand (4) afgesteld worden.
WAARSCHUWING! Wanneer het tegen de rij-
richting in is geplaatst, zijn de andere standen
niet toegestaan.
Wanneer het in de rijrichting is geplaatst, kan
het afgesteld worden in de 4 voorziene stan-
den.
10. DRAAIEN
Het autostoeltje is uitgerust met een systeem
waarmee de zitting 360° kan draaien en het
wordt bediend met behulp van de hendel (K).
Om het plaatsen van het kind in het autostoel-
tje makkelijker te maken, kan de tussenliggen-
de stand van 90° worden gebruikt.
WAARSCHUWING! Gebruik de tussenstand
van 90° niet wanneer u met de auto rijdt.
11. DE GESP VAN HET AUTOSTOELTJE VER-
STELLEN
De gesp van het autostoeltje kan op twee ver-
schillende standen worden afgesteld: A en B.
Bij aankoop bevindt de gesp zich in stand A
(Afb. 28)
Stand A: Deze stand mag altijd worden ge-
bruikt;
Stand B: Deze stand mag worden gebruikt voor
grotere kinderen die groter zijn dan 60 cm;
Om van stand A over te schakelen naar stand
B, moet u het volgende doen:
Verwijder het gewatteerde tussenbeenstuk
(I), hef de stof van de zitting op en verplaats
68

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents