Aanwijzingen Voor Het Repaeren Van De Veegmachine - RCm MILLE PLUS D Instruction And Maintenance Handbook

Table of Contents

Advertisement

AANWIJZINGEN VOOR HET REPAEREN VAN DE VEEGMACHINE

Voor onjuist uitgevoerde reparaties aan een machine waardoor de gebruiker letsel of schade opgelopen heeft, ligt zowel de strafrechtelijke als civielrechtelijke verantwoor-
delijkheid bij degene die de reparatie heeft verricht. Reparaties moeten altijd uitgevoerd worden volgens de specifi caties uit de ‚Handleiding voor gebruik en onderhoud' die
altijd bij de machine bewaard moet worden. Nooit wijzigingen op de machine aanbrengen. Ook vervanging van onderdelen door onderdelen met andere kenmerken wordt
als wijziging beschouwd. Gebruik altijd originele onderdelen.
Bij twijfel altijd contact opnemen met het servicecentrum.
Demontage:
Gebruik altijd gereedschap dat geschikt is voor demontage van de machine. Wijzig nooit de kenmerken van assemblage/bevestiging/sluiting van onderdelen van de machine
Labels:
Bedek nooit de originele labels met veiligheidsinformatie met uw eigen labels. Vervang nooit de kenplaat met de naam van de fabrikant, het kenteken en het serienummer
van de machine. Vervang zo nodig de versleten labels met veiligheidsvoorschriften door nieuwe, identieke labels.
Schakelaars:
Vervang schakelaars uitsluitend door identieke, originele schakelaars of door modellen die uitdrukkelijk in de handleiding genoemd worden en dezelfde kenmerken en nomi-
nale gegevens hebben. Een aantal schakelaars fungeert tevens als veiligheidsvoorziening, controleer bij het testen altijd of ze goed werken.
Aandrijfmotor:
Vervang de aandrijfmotor(en) alleen door originele motor(en). Een overeenkomstige maar niet identieke motor kan de kenmerken van de machine wijzigen wat betreft pre-
staties, veiligheid en EMC. (elektromagnetische verenigbaarheid) Vervang (indien noodzakelijk) de EMC beveiligingsvoorzieningen met originele beveiligingen met dezelfde
kenmerken en nominale gegevens. Vervang de borstels (zo nodig) door originele borstels met dezelfde eigenschappen. Controleer regelmatig de slijtagegraad van de drijfri-
emen en vervang de riemen zo nodig. Voer regelmatig de afstellingen uit volgens de aanwijzingen uit deze handleiding.
Aanzuiging:
Vervang de aanzuigmotor uitsluitend door een identieke, originele motor. Een overeenkomstige maar niet identieke motor kan de kenmerken van de machine wijzigen wat
betreft prestaties, veiligheid en EMC. Vervang de borstels (wanneer voorzien) door originele borstels met dezelfde eigenschappen. Nadat de aanzuigmotor vervangen is, kan
het noodzakelijk zijn ook de pakkingen te vervangen; controleer de pakkingen en vervang ze zo nodig door nieuwe, originele onderdelen. Verander nooit de afmetingen van
de luchtleidingen of van de ventilatieroosters of -openingen van de motor.
Hoofdborstel:
Vervang de borstel alleen door eenzelfde, originele borstel. Wanneer de nieuwe borstel gemonteerd is, de uitlijning t.o.v. de grond controleren. Controleer de staat van de
transmissie. Zo nodig drijfriemen, kettingen, drijfmechanismen e.d. afstellen volgens de aanwijzingen uit deze handleiding. Wanneer de borstel gemonteerd is, controleren
of deze goed aan de naaf bevestigd is en vrij draaien kan. Test de machine nadat u de nieuwe borstel gemonteerd heeft. Verander niets aan de afmetingen van de borstel. De
afstellingen uitvoeren volgens de aanwijzingen uit deze handleiding.
Zijborstel:
Vervang de zijborstels alleen door originele borstels. Vervang zo nodig de aandrijfmotoren van de borstel (elektrisch fo hydraulisch) met originele motoren. De zijborstel(s)
niet vervangen door borstel(s) met andere afmetingen. Zo nodig drijfriemen, kettingen, drijfmechanismen e.d. afstellen volgens de aanwijzingen uit deze handleiding. De
afstellingen uitvoeren volgens de aanwijzingen uit deze handleiding.
Veiligheidsvoorzieningen:
De aanwezige veiligheidsvoorzieningen zijn beschreven in deze handleiding voor gebruik en onderhoud; bij twijfel niet aarzelen om contact op te nemen met het service-
centrum. Controleer tijdens het testen altijd de staat van de beveiligingen. Vervang de veiligheidsvoorzieningen (zo nodig) alleen door originele onderdelen. Bewaar alle
documentatie (conformiteitsverklaring, testcertifi caat e.d.) van de vervangen veiligheidsvoorzieningen.
Kabels:
Nooit wijzigingen aanbrengen in doorsnede, kleur, type of kenmerken van de kabels. Gebruik steeds originele onderdelen. Controleer bij het testen altijd de doorgangswaar-
den van de aardingsketen, de isolatie- en lekstroom en de goede staat van de isolatievoorzieningen.
Filters:
Controleer altijd de goede staat van de fi lters en vervang ze zo nodig door nieuwe, originele fi lters. Controleer de juiste werking van de fi lterschudder.
Als de machine voorzien is van een verklikker "fi lter vol", regelmatig controleren of het lampje werkt en zo nodig vervangen. Wijzig nooit het fi ltersysteem van de machine.
Accessoires:
Monteer alleen de accessoires die in de handleidingen genoemd worden, de optionals worden altijd door fabrikant. genoemd. Waar voorzien, alleen originale accessoires
monteren. Indien op de machine reeds niet-originele accessoires gemonteerd zijn, dit schriftelijk aan de klant meedelen (copie bewaren).
Montage:
Gebruik altijd gereedschap dat geschikt is voor het monteren van de machine. Wijzig nooit de kenmerken voor assemblage/ bevestiging/sluiting van de machine-onderdelen.
Controleer de schroefaandraai met een momentsleutel.
Testen:
Test de machine altijd na uitgevoerde reparaties of onderhoud. Bewaar alle documentatie van de uitgevoerde tests (tenminste 10 jaar).
Documentatie:
Documenteer zover mogelijk alle uitgevoerde handelingen. Bewaar tenminste 10 jaar alle documentatie betreff ende uitgevoerde reparaties en onderhoud (werkbriefj es,
facturen, certifi caten e.d.).
Algemene informatie:
Vervang altijd alle beschadigde onderdelen die de veiligheid of het correct functioneren van de machine kunnen beïnvloeden.
In geval het gevraagde onderdeel niet beschikbaar is bij fabrikant of bij de bevoegde verkoper, contact opnemen met het servicecentrum voor verdere informatie. Wanneer u
denkt dat de machine die gerepareerd moet worden niet veilig genoeg is, de reparatie niet uitvoeren en de klant (schriftelijk) informeren over de aangetroff en defecten. Denk
erom dat 'de reparatie van een machine altijd leidt tot het nemen van verantwoordelijkheid van degene die de reparatie uitvoert' . Voordat de gerepareerde machine aan de
klant teruggegeven wordt, met behulp van een test controleren of de reparatie naar behoren is uitgevoerd. Documenteer de uitgevoerde reparatie (testrapport, werkbriefj e,
leveringsbon) en bewaar deze documentatie tenminste 10 jaar.
88

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Mille plus e31.00.13731.00.135

Table of Contents